Samenvatting Bedrijfseconomie voor het besturen van organisaties
H3, H4 (zo nodig), H9, H10, H11, H12 (maar niet 12.11), H13, H14
3. Ondernemingsplan
3.1 Onderdelen van het ondernemingsplan
Beleidsplannen voor langer, middellange en korte termijn (=meest gedetailleerd,
o.a. begrotingen).
Ondernemingsplan startende onderneming omvat: een beschrijving van
de activiteiten en organisatie, een verkoopplan en een financieel plan.
Vermogensbehoefte startende onderneming blijkt uit
investeringsbegroting.
Ondernemingsplan bestaande onderneming omvat: omschrijving
activiteiten; marketingplan; investeringsbegroting; personeelsplan;
financieringsplan; liquiditeitsbegroting; resultatenbegroting; begrote
eindbalans.
3.2 Omschrijving van de activiteiten
Beschrijven capaciteit en (historische en toekomstige) ontwikkelingen hotel
bijvoorbeeld.
3.3 Marketingplan
Marketingplan beschrijft de analyses en maatregelen die nodig zijn om het
product in de markt te zetten. Bevat o.a.:
3.3.1 Brancheonderzoek
Markt waarin je het product gaat aanbieden onderzoeken;
toekomstverwachtingen; verwachte omzet; concurrenten; distributie;
verkoopprijzen.
3.3.2 Omgevingsanalyse
Omgevingsfactoren zijn van invloed, wetten, economie maar ook klanten
(doelgroep kiezen) en concurrenten (marktaandeel, hun sterkten en zwakten).
3.3.3 Marketingmix en bedrijfsformule
Product, Prijs, Plaats, Promotie, Presentatie en Personeel.
Bedrijfsformule is kernachtige samenvatting van de marketingmix;
onderscheidend karakter vd onderneming. Misschien juist samenwerken:
franchising (aansluiten bij een ondernemingsconcept/ formule).
3.3.4 Omzetprognose
Slutistuk marketingplan; maximale omzet obv capaciteit en daaruit de verwachte
omzet obv bezettingsgraad berekenen (excl btw).
3.4 Investeringsbegroting
Investeringsbegroting bevat alle productiemiddelen (activa) t.b.v. uitvoering
activiteiten (gebouwen, machines, wagens, inventaris, voorraad grondstoffen,
vorderingen op debiteuren en voorraad liquide middelen); bezittingen. Ook
voorfinanciering btw rekening mee houden.
3.5 Personeelsplan
Omschrijft de taken en hoe ze verdeeld worden over de medewerkers (welke
kwaliteiten). Organigram kan dit weergeven.
3.6 Financieringsplan
- Toont hoeveel vermogen nodig is t.b.v. financiering activa: EV en VV.
- Vreemd Vermogen (VV) > 1 jaar = lange termijn, rest= korte termijn (o.a.
crediteuren).
, - RC-krediet is sluitpost voor de vermogensbehoefte.
- In breng van bijv. grond door eigenaar (in natura) = toename EV.
- Voorfinanciering btw wordt snel teruggekregen vanuit de Belastingdienst; dat
bedrag raadzaam in RC-krediet te financieren.
- Balans toont bezittingen: ook vorderingen op jouw onderneming. Vaste activa
(>1 jr) bovenaan, daarna vlottende activa.
Balans bedrijfsnaam per datum x
Activa (debet) Passiva (credit)
=Bezittingen: =Financiering vermogensbehoefte
-Vaste activa -Eigen Vermogen
-Vlottende activa -Vreemd Vermogen (l.t. dan k.t.)
3.7 Liquiditeitsbegroting
- =Schatting ingaande en uitgaande geldstromen toekomstige periode.
- Liq.begr. geldt: beginsaldo liquide middelen + verwachte ontvangsten –
verwachte uitgaven = verwacht eindsaldo liquide middelen.
- Niet alle ontvangsten zijn omzet (vb. cashen lening) en niet alle investeringen
zijn uitgaven (meteen) en niet alle kosten uit een kostenplan (=schatting kosten
bedrijfsactiviteiten uitvoeren) zijn uitgaven (vb. afschrijvingskosten).
3.8 Resultatenbegroting (=verlies- en winstrekening)
- Begrote mzet o.b.v. marketingplan
- Kosten voortkomend uit bedrijfsvoering eerst en kostenafschrijvingen m.b.t.
financiering laatst.
- Afschrijvingskosten = (aanschaf – restwaarde)/levensduur.
- EBITDA = earnings before interest, taxes, depreciations & amortization.
- Amortisatie= afschrijvingen op immateriële vaste activa (goodwill, octrooi-
en/of auteursrechten). Afschrijvingen op materiële activa = afschrijving.
- EBIT = earnings before interest and taxes (wel afschrijvingen).
- Cashflow = geldstroom; dus winst/resultaat voor belastingen plús de
afschrijvingen, omdat afschrijvingen geen gelduitgaven zijn.
- Brutomarge = verkoopprijs – inkoopprijs (inkoop behorende bij verkoop,
overige inkoop is voorraad).
Voorbeeld van een resultatenrekening bij eenBrutomarge
BV –
kosten = In % vd
Brutowinstma
rge
omzet
Brutomarge 388.804 93%
Kosten m.u.v. afschr, interest en loon DGA - 32,9
137.609 %
Loon DGA -45.000
Sociale lasten: 0,35*45.000= -15.750
-60.750 14,5
%
- -
198.359 47,4
%
EBITDA 190.445 45,6
%
Afschrijvingskosten -60.250 -
14,4
%
EBIT 130.195 31,2
%