Hoorcolleges theoretische achtergronden PMT
Hoorcollege 1 – Introductie:
Literatuur: chapter 1 Adults en chapter 1 Children.
Lichamelijkheid en bewegen – psychologie:
- Filosofie psychologie
o Dualisme geest-lichaam (Descartes)
o Geest en lichaam zijn gescheiden entiteiten vroeger niet gekeken
naar de interactie
Inmiddels van alle kanten op teruggekomen
- Mensen interacteren met hun omgeving door middel van bewegen
- ‘They learn about themselves and their world by moving in it..’ Rosenbaum
(2005)
Lichamelijkheid en bewegen – psychiatrie:
Psychiatrie keek al wel naar bewegen en lichamelijkheid, maar vooral in het licht van
motorische stoornissen.
- Motor abnormalities
o Schizofrenie – negatieve symptomen
o Depressie – psychomotorische retardatie (vlak bewegen)
- Bijwerkingen van medicatie
o Tardieve dyskinsie (kaken bewegen)
o Hypertonie
o Acathisie ‘restless legs’
Het gevoel hebben constant te moeten bewegen
Lichamelijkheid en bewegen – ontwikkelingspsychologie & kinderpsychiatrie:
Kijken naar de betekenis van het bewegen Darwin.
- 1872: The expression of emotions in man and animals: intrinsieke relatie
tussen emoties en motoriek beschreven
o Bange hond: staart tussen de benen
- 1877: biographical sketch of an infant: betekenisvolle motorische responsen
o Hele jongen kinderen: bewegen heeft al een interactionele betekenis
Eerste die schreef over hoe belangrijk motorisch functioneren was in relatie met de
omgeving.
Lichamelijkheid en bewegen – ontwikkelingspsychologie & pedagogiek:
Piaget 1952: mentale ontwikkeling is afhankelijk van perceptie en beweging.
Sensomotorisch gedrag exploreren omgeving.
Bernstein (1967), Gibson (1988), Thelen (2000): exploreren = ontwikkelen = continu
interactief proces
,Wall (2004) e.a. gross motor development psychosocial development (omgaan
met mensen lopen = mensen ontmoeten, springen = spelletje spelen).
Motorisch gunstig ontwikkelen goed voor psychosociale ontwikkeling. Als je
achterblijft kan het minder zijn voor je ontwikkeling, omdat je daardoor niet goed mee
kunt doen met anderen terugtrekken, minder ervaring opdoen, gat wordt groter
(negatieve spiraal).
Lichamelijkheid en bewegen – kinderpsychiatrie:
Rutter et al.: motorische afwijkingen bij ontwikkelingsstoornissen, zoals
rusteloosheid, friemelen, tenenloop, stereotype bewegingen, traagheid, vreemde
houdingen.
Zelfde als bij volwassenen kijken ze bij kinderen vaak naar motorische stoornissen in
de psychiatrie.
Van oudsher vooral bij autisme beschreven, vroeger dacht men dat dit alleen bij
autisme voor kwam. Nu weten we dat deze ook bij andere stoornissen voorkomen.
Lichamelijkheid en bewegen – (kinder)psychiatrisch neurobiologisch
perspectief:
Functioneren van de hersenen (globaal of specifiek) is geassocieerd met mentale en
motorische processen.
Dencla (2003): The brain is an organ that is sculpted at every level by experiences
Je krijgt een aanleg in de hersenen mee maar die aanleg wordt ook beïnvloedt
door de ervaringen die je krijgt.
Halperin & Healy 2010, Rohricht 2009: enriched environment – verrijkte omgeving
Ook al heb je kwetsbare kinderen met kwetsbaar brein, als je omgeving zo
inricht dat ze passende ervaringen opdoen, kun je de ontwikkeling (mede in
gunstige zin) beïnvloeden. Ontwikkeling stimuleren door omgeving op
bepaalde manier in te vullen.
PMT is een experientiële therapie
- Characterized using movement activities and the focus on bodily experiences
to diminish psychiatric symptoms, increase mental health and improve
psychosocial development and functioning
Experiences refer to:
- Positive feelings and self-perceptions associated with new and more adequate
behaviours
- Negative feelings, i.e. contact with old and painful situations and feelings
PMT roept dus niet alleen maar positieve ervaringen op, maar soms ook negatieve.
Centraal begrip: context manipulatie
, Bewegingssituatie zo inrichten dat je bepaald gedrag probeert uit te lokken
wat wenselijk is voor die cliënt
Constructing and manipulating the therapeutic environmental factors to
provide an optimal opportunity for the patient to obtain relevant corrective
experiences or practice adequate behaviours
o Material context: things around us
o Social context: people around us
PMT doelen – Fahrenfort:
- Type R – Relationships
o Interactional behaviour: making contact, expressing one’s emotions,
acting, assertively, being sensitive to the needs of others and
boundaries
- Type S – Self-confidence, self-worth and independence
o Feeling and acting confidently as opposed to being dependent on
others: reducing the fear of failure, being assertive, acquiring realistic
perceptions of one’s competence
- Type E – Handling emotions
o Processing and handling negative or suppressed emotions, especially
anger, fear, sadness and inner emptiness
- Type B – Bodily experience
o Influencing bodily experience in a positive way: enhancing contact with
one’s body, reducing bodily tension, accepting one’s body
Kun je deze koppelen aan lichaams- of bewegingsgericht? Dat kan eigenlijk niet. Ze
fietsen beide dwars door deze doelstellingen heen.
Psychomotor diagnostics
- Descriptive approach
o Describe movement and body related characteristics
o classification (label)
Als ik deze kenmerken zie, noemen we dat een depressie
Bijdragen aan algemene behandelplanning
- Aetiological approach
o Hypothesis, working mechanisms, which movement and body related
elements should be targeted?
o therapy
Wat kun je als PMT’er bijdragen aan deze patiënt: specifieke
behandelplanning
Behandelplan opstellen: algemene en specifieke behandelplanning.
Diagnostische instrumenten:
- Bewegingsobservatie
o Van Roozendaal: motor percentage
o Gordijn: movement dialogue (betekenis beweging in relatie omgeving)
, o Van Coppenolle: LOVIPT (observatieschalen koppelen aan doelen)
o Kuin: trampoline observation (persoonlijkheidsstoornissen)
o Emck: PsyMot (kinderen)
o Vd Kamp: PMDI (trauma)
o Lauriks & Droes: GPMTD
o Emck: SMT profile
- Vragenlijsten
o Body experience:
Body attitude
Body satisfaction
Body awareness
Voorkeur hangt af van de cliënt, bv. bij verstandelijk beperkt is het moeilijk om
vragenlijsten af te nemen.
Interventies – mono multi:
PMT bestaat uit een scala van interventies, multi gebruiken. Mono: uit 1 perspectief
ontwikkelt, multi: gebruikmaken van verschillende mono-interventies. Mono’s:
- PE and sports based behaviour & psychophysiology
o Exercises, games, running, fitness
- Relaxation muscles & mental
o Sensorelaxation, PMR, autogenic, breathing
- Body awareness
o Alexander, Feldenkrais, sensory awareness, focusing, yoga
- Inner experiences & expression
o Bioenergetics, action therapy, PBSP
- Martial arts
o Tai chi, karate, kick boxing
Paradigmata (manieren om naar menselijke werkelijkheid te kijken):
- Fenomenologie
o Body as subject versus body as object
o Movement as intentional and relational
Naar ons lichaam kunnen kijken als subject
Door middel van bewegen staan wij in verhouding tot de wereld
doel met bewegen: bewegen ‘om te…’
PMT: wat is het doel van het bewegen? Welke expressie heeft
het
- Embodiment (embodied cognition)
o Buitenwereld ervaren door ons lichaam: voelen, waarnemen, tast
- Diathese-stress benadering
o A person may have a specific vulnerability that, when acted on by some
stressful environmental influence, allows symptoms of a specific mental
disorder to develop
Belangrijke benadering voor psychoses, maar ook voor andere