Hoorcolleges Ouderenpsychologie
Hoorcollege 1
Cursusinformatie
Datum College Spreker(s) Onderwerp Hoofdstukken
handboek
Vrijdag 22 april 1+2 Dr. Hans Creton Beeldvorming (90 min.) 1&2
08.45-12.30 uur,
inclusief Prof. dr. Katrien Ouder worden, ouderenzorg 3 & 4 & artikel
pauze(s) Luijkx en sociale aspecten (90 min.) Fazio et al.
(2018)
Vrijdag 29 april 3+4 Prof. dr. Katrien Leven met dementie in de VVT 23 & 24 & 25 &
08.45-12.30 uur, Luijkx (90 min.) 30
inclusief Dr. Brenda den Seksualiteit algemeen
pauze(s) Oudsten ouderen (45 min.) 12
Dr. Tineke Roelofs Seksualiteit in de VVT (45
min.)
Vrijdag 13 mei 5+6 Prof. dr. Bas van GGz: Cognitie, emotie, 5, 6 , 7, 8, 29 &
08.45-12.30 uur, Alphen stemming, gedrag & psychose artikel Van
inclusief + persoonlijkheidsstoornissen Alphen et al.
pauze(s) (180 min.) (2014)
Vrijdag 20 mei 7+8 Dr. Peggy GGz: Psychologische 10, 15, 16, 17,
08.45-12.30 uur, Spauwen interventies (180 min.) 18, 19, 20, 21 &
inclusief 22
pauze(s)
Vrijdag 3 juni 9 + 10 Drs. Sylvia Heinen Verstandelijke beperking (45 28
08.45-12.30 uur, min.) 27
inclusief pauze(s) Autisme & ADHD (45 min.) 9, 11, 13 & 14
Zingeving, kwaliteit van leven,
wilsbekwaamheid &
levenseinde (90 min.)
College van Hans Créton, ervaringsdeskundige op het gebied van oud worden. Ik ben
een vitale oudere, wat betekent dat ik geen ervaring heb met kwetsbare oudere bij
mezelf.
Onderwerpen dit college:
- Gezond ouder worden
- Hoe dat begrip is veranderd
- Hoe de samenleving tegen ouderen aankijkt
- Hoe ouderen zelf met ‘ouder worden’ omgaan
- De waarde van het verleden
→ Ik zal steeds verwijzen naar het boek en aangeven in hoeverre ik mezelf in deze
theorieën herken. Ik zal niet met mezelf vergelijken, maar ik heb veel om me heen
gekeken en gevraagd en ik denk dat sommige theorieën uit het handboek achterhaald
,zijn. Het boek gaat namelijk meer over hoe ouderen 50 jaar geleden waren, of zelfs
ouder. Ik denk niet dat ik slimmer ben dan die mensen, maar ik denk dat de ouderen
van nu toen nog niet bestonden.
Gezond ouder worden
De disengagement theorie → goed ouder worden is je langzaam terugtrekken uit de
samenleving en het leven, als een natuurlijke reactie op verminderde vitaliteit en het
naderende levenseinde. Het lijkt op een harmonisch stervensproces.
- Naar mijn idee is dit een voorbeeld van ‘slecht’ ouder worden. Ik herken mezelf
hier totaal niet in.
- ‘Goed’ ouder worden is geen harmonisch stervensproces, maar ‘een leven lang
leven’.
Als ik het vergelijk met mijn moeder, die dus 25/50 jaar geleden ouder werd/was, toen
was het leven meer te vergelijken met de theorie hierboven. Toen was de geneeskunde
nog niet zo geavanceerd als nu. Er zijn weinig ouderen die nu niet leunen op de
geneeskunde of technologie (nieuwe heup, scootmobiel, etc.). Dus mensen die toen
ouder waren trokken zich inderdaad terug uit de samenleving, wat 1) de theorie zei
toen dat dat was hoe het hoorde en 2) er waren geen middelen om je echt vooruit te
helpen zoals die er nu zijn.
Hoe nu over ‘goed’ ouder worden wordt gedacht:
- Activity theorie = goed ouder worden is een proces waarbij mensen willen blijven
deelnemen aan het leven en de samenleving.
- Neuropsychologie = wat je niet gebruikt, verlies je. Je kan minder, omdat je het
minder doet en je doet minder, omdat je minder kunt → negatieve spiraal die
eindigt in een kleine wereld waarin alles te veel is voor je.
→ Haalt een streep door de disengagement theorie!
De oudere van nu → een nieuwe levensfase: de derde levensfase → die loopt van je
pensioen totdat de kwetsbaarheid dominant wordt en je weinig autonomie meer hebt.
Het geschenk van de eeuw, een fase waarin je niet meer hoeft te werken en je leven
naar eigen wens kunt inrichten. Gezond ouder worden:
- Gezond eten en bewegen
- Contact en opvangnet
- Actief aan het leven en in de samenleving deelnemen
- Zingeving
Zingeving
→ De kunst van goed ouder worden is:
- Dingen in je leven zin geven en een doel stellen
- Dat belangrijk genoeg vinden om er energie in te steken
- Dat ook daadwerkelijk doen
- Je niet bij de eerste tegenslag uit het veld laten slaan
→ Het kost dus ook moeite!
Taak gerontoloog = met de cliënt zoeken naar kleine alledaagse doelen die proberen te
verwoorden en een plaats te geven in het leven van de cliënt. Belangrijk om niet snel op
te geven en het te blijven proberen!
Onderzoek wijst uit dat jongeren en ouderen even vaak de vraag stellen ‘wat wil ik nog
met het leven’. Maar nu ik ouder ben vind ik die vraag nog veel belangrijker; wil ik hier
,nog in investeren. Als iets bijvoorbeeld een half jaar investering kost (jongerenwerk)
dan is dat 12,5% van mijn toekomstige levensverwachting. Voor jullie jongeren is geen
een beslissing die je maakt in je leven definitief, je kan altijd nog terug.
Stigma ouderen
Er zijn twee factoren die de participatie tegengaan:
1. Het vooroordeel over ouderen in de samenleving
2. Hoe de ouderen zelf met hun ouder worden omgaan
Het (voor)oordeel over ouderen:
- Zwak, ziek en hulpbehoevend
- Eenzaam, depressief, angstig en dement
- Ouderdom betekent achteruitgang en verval
- De ouderenzorg is een loden last voor de samenleving, zowel financieel als door
tekort zorgpersoneel
- Hun enige positieve punt: ze zijn aardig
Gevolg: er zijn weinig aantrekkelijke mogelijkheden voor een actieve deelname van
ouderen aan de samenleving. Dat geldt zelfs voor het vrijwilligerswerk. Ouderen
internaliseren dat negatieve stereotype beeld, wat een negatieve invloed heeft op hun
welbevinden en gezondheid. Het is heel moeilijk om actief te blijven als je ouder bent,
want de maatschappij wil je niet, behalve als mantelzorger en vrijwilliger. Maar dan krijg
je toch niet het werk dat je leuk vindt, en dat is dan ook weer demotiverend. Door het
vooroordeel van de samenleving op ouderen, word je als oudere onzeker en ga je
twijfelen aan jezelf; je internaliseert het negatieve stereotype beeld en dat heeft een
negatieve invloed op je welbevinden en gezondheid.
Door vergrijzing, tekort aan zorgpersoneel, minder mantelzorgers is er een groot
probleem op de loer, omdat al die ouderen niet goed verzorgd kunnen worden. Een
legitieme vraag die nu wordt gesteld ‘zijn de ouderen het waard’. Ouderen moeten iets
meer gaan bijdragen dan mantelzorg of vrijwilligerswerk, anders wordt onze
samenleving onhoudbaar.
Vooroordelen over ouderen zijn niet beperkt tot werkgevers: ze zijn diep geworteld in
onze hele samenleving. Twee alledaagse voorbeelden:
- Uit goedheid opzij geschoven: bij helpen het overnemen i.p.v. uitleggen en zelf
laten doen.
- Ervaring met solliciteren
Alleen de eigen generatie kan omgaan met de steeds toenemende complexiteit van de
samenleving.
Mogelijke oplossingen:
- Kwetsbare ouderen in een verzorgingstehuis moeten dingen gaan doen die ze
zinvol vinden, waar ze gelukkig van worden. Bijvoorbeeld helpen in de tuin (zover
het kan), helpen in de keuken, etc. Dan bloeien ze op. Als je ze met een bal laat
gooien of iets laat doen wat ze niet leuk vinden, dan worden ze onverschillig en
dat is logisch.
- Alle verpleeghuizen in Nederland moeten een boerderij erbij hebben.
- Mensen moeten voor pensioen nadrukkelijker nadenken wat ze later willen en ze
hebben meer individuele begeleiding nodig om daar invulling aan te geven.
,De ouderen vormen zelf ook een belemmering voor deelname aan de samenleving.
Ouderen willen na hun pensioen vaak geen verantwoordelijkheden en verplichtingen
meer. Hierdoor kunnen ze in een negatieve spiraal terecht komen.
Het generatiepact tussen jong en oud:
- Ouderen vinden dat ze niks meer hoeven
- De samenleving vindt dat ouderen niets (meer) kunnen
Modellen voor ouderen
Positieve psychologie (Machteld Huber) = je ambities aanpassen aan je mogelijkheden
en uitgaan van wat je nog wel kunt.
→ Hoe beleef je je fysieke, mentale functioneren, verbinding, voldoening, zingeving,
alledaagse taken. Waar wil je nog wat in bereiken. Pak eerst hetgeen waar je goed in
bent en wat je leuk vindt.
SOC (selectie, optimalisatie, compensatie) model (Paul en Margeret Baltes) =
compenseren van je achteruitgang → kiezen voor een sport die makkelijker is, dus voor
jeu de boules in plaats van voetbal wanneer je houdt van balsporten.
Opvallend in het handboek: ouderen lijken vooral een verleden te hebben met als
belangrijkste toekomst hun naderend levenseinde. Ik zet me hier heel erg tegen af, ik
heb misschien 4 jaar te leven en jullie misschien wel 60, maar dat betekent niet dat
mijn leven minder waard is. Het is een narratief verschil, geen wezenlijk verschil.
Volgens theorie is mijn belangrijkste ontwikkelingstaak:
- Het opmaken van een levensbalans
- Het overdragen van ervaringen als voorbereiding op het naderende levenseinde
→ Ik ben vooral op het tweede erg tegen. Als mijn (klein)kinderen op bezoek komen,
vertellen zij en luister ik. Ik vind niet dat ik advies kan geven over hoe je bijvoorbeeld je
kinderen op moet voeden, dat schept alleen maar afstand. Ik kan niet 1 levenservaring
bedenken waar mijn kinderen of kleinkinderen iets aan zouden hebben. En dat zou dan
mijn belangrijkste ontwikkelingstaak zijn?!
“Ik ga pas denken over gisteren als er geen morgen meer voor me bestaat.”
Aanvulling uit boek
Healthy aging model → gezond ouder worden is van belang voor iedereen om het
functioneren zo veel mogelijk te behouden.
Contextuele Levensloop Theorie voor Aanpassing van
Psychotherapie (CALTAP-model) → helpt om de benodigde
aanpassingen te bepalen vanuit de verschillende relevante
perspectieven. Hiernaast zie je om welke perspectieven het
gaat (cohort, cultuur en context). Binnen de context maken
ze onderscheid tussen positieve en negatieve aspecten van
veroudering, specifieke omstandigheden, presentatie
problemen en therapeutische relatie.
Vier perspectieven uit de levenslooppsychologie:
1. Levenslooppsychologie
, Ouder worden moet gezien worden in het bredere begrip dat mensen hun gehele leven
ontwikkelen. Hierin kan een ontwikkeling pathologisch, normaal, succesvol of optimaal
zijn. De vraag blijft dan wel wat succesvol ouder worden precies is. Theorieën hiervoor
zijn de disengagement en activity theorie. Het soc-model laat verschillende vormen van
ontwikkelingsregulatie zien.
Socio-emotionele-selectiviteitstheorie (SEST) → een uitbreiding op het soc-model, die
stelt dat de levensloopontwikkeling twee motieven kent; dingen leren en
emotieregulatie.
2. Welbevinden
Verschillende vormen van welbevinden:
- Emotioneel = levenstevredenheid, interesse en positieve gevoelens
- Psychologisch = zelfacceptatie, persoonlijke groei, doel in het leven,
omgevingsbeheersing, autonomie en positieve relaties
- Sociaal welbevinden = sociale acceptatie, groei, bijdrage, coherentie en
integratie.
→ Flourishing = als deze alledrie hoog zijn, goede geestelijke gezondheid
Dual continua-model = geestelijke gezondheid en welbevinden is niet de afwezigheid
van ziekte, er zijn twee aparte continua waar naar gekeken moet worden.
3. Betekenis van ouder worden
Er zijn verschillende stereotypen over oudere mensen, zowel positief (warmte) als
negatief (competentie). Ouderen hebben dezelfde stereotypes, wat zorgt voor een
selffulfilling prophecy.
4. Levensverhalen
Narratieve gerontologie → bestudeert hoe ouder wordende mensen betekenis geven
aan hun eigen leven door er verhalen over te vertellen. Men maakt met levensverhalen
een narratieve identiteit. Bij narrative foreclosure wordt het levensverhaal gedomineerd
door één negatief thema dat terug blijft komen.
→ Door juist de normale levensloopontwikkeling centraal te stellen aan de hand van
deze vier benaderingen, worden handvatten gegeven om verder te kijken dan alleen
stoornissen en klachten.
Hoorcollege 2
Introductie ouderen
Video's eigen regie bij ouderen - Mensgerichte Ouderenzorg
Onderzoek naar eigen regie bij ouderen in verpleeghuizen
Mijn werkwijze = wetenschap in de praktijk voor mensgerichte ouderenzorg. Dus de
vertaalslag van wetenschappelijk onderzoek (moeilijke Engelse artikelen) naar de
verzorgingstehuizen en de mensen aan het bed.
Wereldwijd leeftijd en gezondheid cijfers:
- Verdubbeling % 60+ tussen 2015 en 2050
- 2020: meer 60+ dan kinderen jonger dan 5 jaar
- Vergrijzing gaat sneller dan in het verleden