4-3-2019 Kennis (deel 1)
Blok 3, Management van
zorgorganisaties
Joyce Rommens
ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM
, Kennis (deel 1) | Joyce Rommens
Inhoud
3.1 Het rationele perspectief op organisaties ......................................................................................... 2
3.1.1 College: Het rationele perspectief, een inleiding (Jeroen van Wijngaarden) ............................ 2
3.1.2 Tutor groep: Het rationele perspectief, toepassing (Anoek Braam) .......................................... 5
3.1.3 College: Het rationele perspectief, inleiding deel 2 (Jeroen van Wijngaarden)......................... 6
3.1.5 Tutor groep: Het rationele perspectief, toepassing (Anoek Braam) .......................................... 9
3.1.1 College – Literatuur .................................................................................................................. 10
3.1.3 College – Literatuur .................................................................................................................. 12
3.2 Het politieke perspectief op organisaties ....................................................................................... 14
3.2.1 College: Het politieke perspectief, een inleiding (Jeroen van Wijngaarden) ........................... 14
3.2.3 Tutor groep: Het politieke perspectief, een inleiding (Anoek Braam) ..................................... 18
3.2.4 College: Het politieke perspectief, toepassing (Dr. van der Scheer) ........................................ 20
3.2.5 Tutor groep: Het politieke perspectief, toepassing.................................................................. 22
3.2.1 College – Literatuur .................................................................................................................. 23
3.2.4 College – Literatuur .................................................................................................................. 25
3.3 Het interpretatieve perspectief op organisaties ............................................................................. 28
3.3.1 College: Het interpretatieve perspectief, een inleiding ........................................................... 28
3.3.2 Tutor groep: Het interpretatieve perspectief, een inleiding .................................................... 30
3.3.4 College: Het interpretatieve perspectief, toepassing .............................................................. 31
3.3.6 Tutor groep: Het interpretatieve perspectief, toepassing ....................................................... 32
3.3.1 College – Literatuur .................................................................................................................. 34
3.3.4 College – Literatuur .................................................................................................................. 34
Pagina 1 van 35
, Kennis (deel 1) | Joyce Rommens
3.1 Het rationele perspectief op organisaties
3.1.1 College: Het rationele perspectief, een inleiding (Jeroen van Wijngaarden)
ORGANISATIESTRUCTUREN EN ORGANISATIE ONTWIKKELING – CANTENS (2014)
KENNISMANAGEMENT, STRATEGIE EN IT – ROMME (2002)
Perspectief = manier van kijken naar een organisatie. De 3 perspectieven zijn complementair, ze
beconcurreren elkaar niet. De auteurs schrijven wel heel anders en zijn het vaak niet met elkaar
eens.
De meeste literatuur is over het rationele perspectief.
Organisatie = verzameling van mensen die zich verenigen in een formeel samenwerkingsverband
teneinde doelstellingen van individuen en groepen te realiseren.
Een organisatie is geen statisch begrip, geen foto nodig, maar een film.
Organisatiewetenschap = de verzameling van inzichten, methoden, theorieën en richtlijnen die met
betrekking tot een organisatieverschijnsel bestaat.
Elementen van een organisatie
- (Sociale) structuur
- Formeel: regels, procedures, hiërarchie
- Informeel: relatie tussen mensen, interactie, samenwerking
- Mensen: attitude, ambitie, normen/waarden, leiderschap
- Doelen: van organisatie = doel van mensen, conflict
- Technologie: instrumenten, machines, apparatuur
- Omgeving: klanten, leveranciers, concurrenten, partners
GESCHIEDENIS RATIONEEL PERSPECTIEF
Begin 20e eeuw: scientific
management
Fayol en Taylor: arbeidsverdeling en
specialisatie
- Verdeel het werk in
eenvoudige, elementaire
bewegingen
- Detecteer de nutteloze bewegingen en elimineer ze
- Selecteer de beste manier om deze eenvoudige bewegingen te doen
- Beschrijf, registreer en indexeer iedere elementaire beweging
Taylor keek hierbij niet naar de menselijke kant. Puur kijken met rationeel perspectief (met mens als
soort robot) werkt niet. Later kwam de menselijke motivatie meer naar voren.
Kern van rationeel perspectief: zoeken naar wetmatigheden. Met deze wetmatigheden kan je een
efficiënte organisatie maken.
Pagina 2 van 35
, Kennis (deel 1) | Joyce Rommens
STRUCTUUR EN STRUCTUREN (MINTZBERG)
1. Ontwerp van individuele posities
2. Coördinatiemechanismen
3. Impliciete versus expliciete kennis
4. Groepering van eenheden
5. Organogram
6. Sturing en (de)centralisatie
De ideaaltypen zijn stereotypen van organisatie. Deze zal nooit volledig passen (zoals hipsters). Dit is
een hulpmiddel en overlapt nooit volledig met de werkelijkheid.
1. Ontwerp van individuele posities
- Horizontale taakspecialisatie/verruiming: tussen mensen, tussen afdelingen en tussen
organisaties (meer of minder gelijksoortige taken)
- Verticale taakspecialisatie/taakverruiming: idem (toezichthoudende taken, meer of minder
zeggenschap)
- Bureaucratisch (organisaties met veel formele regelingen, protocollen) versus organisch
(weinig regels, veel eigen zeggenschap)
2. Coördinatiemechanismen
- Onderlinge aanpassing → praten met elkaar en onderling afstemmen
- Standaardisatie
- Werkprocessen via protocollen
- Output (vooraf vastgelegd)
- Kennis/vaardigheden (wat iemand leert in de opleiding)
- Normen (bijv. door religie een gelijk idee over abortus/euthanasie)
- Voordelen: scheelt tijd en leidt tot standaardproducten, scheelt coördinatie
- Nadelen: kan niet altijd door variatie en complexiteit
- Direct toezicht → manager die direct aanwijzingen geeft, één persoon heeft het overzicht
3. Impliciete versus expliciete kennis
Impliciete (tacit) kennis = kennis door ervaring
Expliciete kennis = bijvoorbeeld een stappenplan, deze kennis is letterlijk
Veel kennis valt niet de expliciteren. Je kunt impliciete kennis wel overdragen aan elkaar door mee te
kijken.
Kennis en leren volgens Nonaca
Pagina 3 van 35