Werkcolleges en demo’s HH
Werkcollege 1: Thermoregulatie
1.a. Wanneer de metabole snelheid toeneemt, komt er energie vrij in de vorm van warmte.
Hierdoor zal de lichaamstemperatuur stijgen. De warmte kan pas afgestaan worden aan de
omgeving als de omgevingstemperatuur lager is dan de lichaamstemperatuur.
Homeothermie is wanneer een dier zijn lichaamstemperatuur constant houdt.
De thermoneutrale zone is de zone tussen de LCT en de UCT, hier blijft de
lichaamstemperatuur en de metabole snelheid constant.
b. 1) hogere metabole snelheid door bijvoorbeeld shivering en verbranding bruin vet
2) vasodilatatie of -constrictie en pilo-erectie
3) zweten of panten
c. Jongere dieren raken extra warmte kwijt door het vergrote oppervlak t.o.v. de inhoud en
de vacht is minder goed.
d.a) De LCT en UCT zullen lager zijn, want vet isoleert dus de hond kan beter tegen kou dan
tegen hitte
b) De LCT blijft gelijk en de UCT wordt lager, want het hart heeft moeite met het
rondpompen van bloed waardoor warmte slechter af kan worden gestaan en de kat dus
slechter tegen warmte krijgt
c) De LCT en UCT zullen hoger zijn, want het paard heeft minder vacht en kan nu minder
tegen de kou en beter tegen de hitte
d) De LCT gaat omhoog en de UCT blijft gelijk, want er is nu een kleinere thermoneutrale
zone omdat het lammetje zelf nog niet genoeg warmte kan produceren
e) De LCT en UCT zullen lager zijn, want de melkkoe produceert nu veel warmte waardoor er
een koudere leefomgeving moet zijn zodat de koe van haar warmte af kan
2.a. Ze gaan dicht op elkaar staan zodat ze elkaar warm kunnen houden. De pinguïns hebben
contact met elkaar en zo wordt via geleiding de lichaamswarmte aan elkaar overgedragen.
Doordat ze tegen elkaar aan staan, verkleinen ze ook hun lichaamsoppervlak. De
lichaamswarmte wordt zo minder snel afgegeven aan de lucht.
b. Zo vangen ze minder zon. Er is geen convectie, omdat ze geen warmte kwijtraken aan de
wind. Ze verliezen minder warmte door de isolatie van de vacht, maar nemen ook minder
warmte op.
c. Met een kale huid kunnen schapen verbranden dus bij hitte moet je ze niet scheren.
3.a. Voordeel: je hoeft jezelf niet op te warmen doormiddel van metabolisme
Nadeel: bij een ongunstige temperatuur kunnen ze zich niet aanpassen en zullen ze dus
bijvoorbeeld in de winter in winterslaap moeten, omdat dan hun metabolisme sterk verlaagd
is. De activiteit is afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
b. Een ectotherm dier heeft een lineaire lijn en het is afhankelijk van de diersoort hoe stijl
deze is. De temperatuur van het metabolisme is laag, maar als de omgevingstemperatuur
hoog genoeg wordt, kan het metabolisme omhooggaan.
c. Door op warme/koude plekken te gaan liggen of door vasodilatatie en -constrictie.
, d. Ja, het setpoint kan ook verhoogd worden als er een infectie is. Een reptiel denkt dan dat
hij warmer moet worden en gaat zo in de zon liggen. Als het immuunsysteem actief wordt,
gaat het setpoint omhoog.
4.a. Zweten of panten
b. Stroming van lucht. In de auto is er geen stroming van lucht, waardoor het lichaam niet
afgekoeld kan worden doormiddel van evaporatie. De temperatuur in de auto neemt ook
snel toe, waardoor warmte moeilijker kan worden afgestaan. Ook neemt de vochtigheid in
de auto toe door het panten van de hond, waardoor het nog moeilijker wordt om de warmte
af te staan.
c. Cutane verdamping, omdat deze meer oppervlakte heeft en dus efficiënter is.
d. Infuus toedienen om het circulerend volume toe te laten nemen. Afkoelen door
bijvoorbeeld een ventilator of badje en ook alcohol kan afkoelen. Het dier moet niet te snel
afkoelen want dan treedt er vasoconstrictie.
e. Als je er snel bij bent heeft het dier een goede prognose
5.a. Bij langdurige zware inspanning wil je en veel bloed naar je spieren, maar ook veel bloed
naar je huid om af te koelen. Door de zware inspanning en daardoor het zweten en panten,
kan je vochtbalans omlaaggaan (hypotensie) en kun je uiteindelijk shock krijgen.
b. MODS = de aanwezigheid van veranderde orgaanfunctie, waardoor de homeostase niet
kan worden bijgehouden. Doordat er veel bloed naar de huid gaat, kan er te weinig bloed en
dus zuurstof naar de organen gaan. Ook eiwitten kunnen denatureren bij een te hoge
temperatuur en dit kunnen essentiële eiwitten zijn voor bepaalde organen.
c. Door meer circulerend volume te hebben, zodat het meer water en zout vast kan houden.
Je kan dan meer vochtverliezen voordat je in shock gaat. Als het slagvolume omhooggaat en
de frequentie omlaag, kost het minder energie om evenveel bloed rond te pompen. Ook heb
je een grotere marge: als je met een lage hartslag begint kan je het heel makkelijk verhogen.
Je lichaamstemperatuur tijdens inspanning kan oplopen tot 39/40 graden. Als je de
lichaamstemperatuur lager maakt, kan je makkelijker warmte afgeven aan de omgeving. Als
je makkelijker zweet raak je ook sneller warmte kwijt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper annereniers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,89. Je zit daarna nergens aan vast.