100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Vragen en antwoorden zelftoetsen week 1 tot 6 (CBI-10306) €2,99
In winkelwagen

Antwoorden

Vragen en antwoorden zelftoetsen week 1 tot 6 (CBI-10306)

2 beoordelingen
 1369 keer bekeken  10 keer verkocht

De vragen plus goede antwoorden van de zelftoetsen celbiologie samen in 1 bestand. Te gebruiken als extra voor voorbereiding op het examen.

Voorbeeld 2 van de 13  pagina's

  • 16 december 2015
  • 13
  • 2015/2016
  • Antwoorden
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (1)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: kayspelthan • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: Prutsser • 8 jaar geleden

avatar-seller
Laura1234567891011
ZELFTOETS WEEK 1 (CBI10306)
1. Welke bewering is volledig correct. De celmembraan kan de volgende componenten bevatten:
 clathrines en fosfolipiden
2. Het feit dat sommige celorganellen een dubbele unitmembraan hebben, wordt wel gezien als
een van de bewijzen voor de symbiontentheorie. Welke organellen hebben een dubbele
unitmembraan:
 plastide, mitochondrie en nucleus
3. Eiwit glycosilering. Welk antwoord is juist?
 Eiwitglycosilering vindt plaats in het lumen van het endoplasmatisch reticulum en in
het Golgi apparaat.
4. Waar in de cel worden eiwitten gevormd?
 In ribosomen
5. Welke uitspraak is juist?
 Etioplasten zijn plastiden die zich in het donker ontwikkeld hebben.
6. Bij de I-cell disease:
 komen sommige hydrolytische enzymen niet in de lysosomen terecht
7. Geef aan welke uitspraak juist is.
 DNA en RNA polymerases, genregulator eiwitten en RNA modificerende eiwitten
worden via de kernporiën selectief in de kern opgenomen.
8. Lysosomen bevatten enzymen die
 vele soorten celmoleculen af kunnen
breken.
9. Welke stelling klopt niet?
 Mitochondria hebben een nucleolus.
10. Welke bewering is juist:
 De nucleolus bevat het DNA dat een
deel van de ribosomen maakt
11. Benoem de onderdelen van een
lichtmicroscoop. Geef aan bij welk antwoord de
juiste onderdelen worden benoemd.
 A, oculair; B, tubus; C, objectief; D,
condensor; E, diafragma.
12. Welk antwoord op de volgende uitspraak is onjuist. Het oplossend vermogen van een
lichtmicroscoop wordt bepaald door:
 de vergroting.
13. Welk organel is niet specifiek voor plantencellen?
 Golgi apparaat
14. Welke uitspraak is niet juist. Een prokaryotische cel:
 bevat een kern.
15. Bij de vriesbreektechniek
 vindt contrastvorming plaats d.m.v. shadow-casting.
16. De stelling: "De tuinbouwindustrie in het Westland dankt zijn miljoenen aan de zon!", heeft
betrekking op het volgende organel:
 chloroplast

, ZELFTOETS WEEK 2 (CBI10306)
1. Geef aan in welke eigenschap actief transport zich onderscheidt van gefaciliteerde diffusie?
 De afhankelijkheid van een externe energiebron.
2. Er is een fosfatase meting bij pH 5 en pH 9 uitgevoerd. Op t= 0 min, t= 10 min en t = 30 min
zijn monsters genomen in de A, B en C rij van een ELISA plaat gepipeteerd. Kolom 1 bevat de
monsters van de pH 5 incubatie en kolom 2 die van de pH 9 incubatie. De reactie is gestopt
met natrium carbonaat. De gele kleur is gemeten. De resultaten zijn A1 0.08, A2 0.01; B1
0.12, B2 0.04; C1 0.20, C2 0.10.
 De fosfatase activiteit bij pH 5 is 1.33 maal hoger dan de activiteit bij pH 9.
3. Vul de volgende zin aan. Het eiwit dat Ca2+ en Na+ over de membraan van hartspiercellen
transporteert, is een:
 antiport systeem.
4. De nauwkeurigheid van de eiwitsynthese in een prokaryoot wordt bepaald door:
 De specificiteit van de aminoacyl-tRNA synthetases. Voor elk aminozuur is er een
specifiek enzym die specifiek is voor het aminozuur en ook voor het tRNA molecuul
met het juiste anticodon.
5. De pH in celcompartimenten verschilt. Markeer de juiste uitspraak.
 Om bij de heersende pH optimaal te kunnen werken maakt de cel voor de
verschillende compartimenten enzymen met een iets andere aminozuursamenstelling.
De cel gebruikt hiervoor isoenzymen. Iso-enzymen zijn enzymen met een iets andere
aminozuursamenstelling en wel dezelfde functie. Het ene isoenzym werkt bijvoorbeeld
optimaal bij pH 5 en heeft nauwelijks activiteit bij pH 7.5 en voor een ander isoenzym
is dit andersom.
6. De verschillende elementen van een gen zijn?
 Een promotorsequentie, een RNA coderende sequentie en een terminatorsequentie.
7. Een ribosoom bevat de volgende bindingsplaatsen waaraan tijdens de eiwitsynthese
moleculen tijdelijk worden gebonden:
 Een aminoacyl-tRNA bindingsplaats. Een mRNA bindingsplaats. Een peptidyl-tRNA
bindingsplaats.
8. Geef aan welke uitspraak onjuist is.
 Eiwitten hebben geen invloed op de symmetrie van biologische membranen.
9. Welke antwoord is juist?
 Een compact eiwit beta-turns en loops bevat omdat hiermee de loop van de
polypeptide keten om kan keren en zodoende kan deze zich compact opvouwen.
10. Welke uitspraak over eiwitstructuren is juist?
 Een alfa-helix en een beta-sheet zijn regelmatige structuren in de tertiaire structuur
van een eiwit.
11. Geef aan welke het onjuiste antwoord is.
 Tijdens de reactie neemt de hoeveelheid enzym gestaag af.
12. Geef aan welke antwoord de beste beschrijving geeft van het centrale dogma van de
moleculaire biologie.
 De genetische informatie is opgeslagen in de basevolgorde van DNA. Delen van DNA
worden vertaald in RNA. De basevolgorde van mRNA dicteert de koppeling van
aminozuren tot een polypeptideketen.
13. Vink de juiste aanvulling op de volgende zin aan. Wanneer plantencellen in een
hypertoon medium worden gebracht dan:
 zal er plasmolyse optreden.
14. Welk type membraantransport eiwit is verantwoordelijk voor het creëren van de
natrium- en kalium-gradiënten over het plasmamembraan van dierlijke cellen?
 een ATP gedreven ionenpomp
15. Vul de volgende zin aan. Het eiwit dat Na+ met de concentratiegradiënt mee de cel
invoert en tegelijk een ander molecuul meeneemt is:
 een energie verbruikend symport systeem.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Laura1234567891011. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52510 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  10x  verkocht
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd