Samenvatting hoofdstuk 4 afweer/ontsteking
Afweer / Ontsteking
Vanaf de geboorte is een mens besmet met micro-organismen. Op de huid en in de darmen komen
altijd bacteriën voor, die commensalen genoemd worden. Het afweersysteem voorkomt dat deze en
andere micro-organismen in (diepere) weefsels gaan leven.
4.1 Afweer
Micro-organismen komen drie vormen van afweer tegen:
1. Lokale barrières aan het lichaamsoppervlak
2. Fagocytose (aspecifieke pac mans)
3. Immunoglobulinen (specifieke afweereiwitten)
Lokale barrières
Trilharen in de gezonde luchtwegen zwiepen slijm met micro-organismen voortdurend richting
keel. Vervolgens wordt de ziektekiem uitgehoest of ingeslikt.
Maagzuur zorgt voor zo’n sterk zuur milieu, dat slecht enkele zuurvaste bacteriën daar
kunnen overleven.
In de vagina leven bacteriën die melkzuur maken en daardoor een zuur milieu creëren, wat
beschermt tegen andere micro-organismen.
De blaas en de urethra blijven dankzij volledig en kracht plassen vrij van bacteriën.
Aspecifieke afweer: Fagocytose
Granulocyten en monocyten/macrofagen kunnen zich uit ontstoken vaatjes wurmen om in allerlei
weefsels micro-organismen te fagocyteren. Dit houdt in dat het micro-organisme opgenomen wordt in
de afweercel, die het vervolgens afbreekt met enzymen. Granulocyten en macrofagen zijn snel en niet
kieskeurig, ze kunnen meteen allerlei indringers ophappen. Deze vorm van afweer heet aspecifiek
omdat veel soorten micro-organismen uitgeschakeld kunnen worden.
Specifieke afweer: immunoglobulinen
Binnengedrongen ziekteverwekkers en afwijkende cellen kom in contact met de specifieke afweer. Het
gaat om lymfocyten, die per stuk of kloon daarvan slechts één soort antigeen aanvallen. Deze
reageren op:
Indringers, zoals bacteriën en virussen
Abnormale lichaamscellen, zoals kankercellen of cellen met een virus erin
Lymfocyten circuleren via bloed en lymfe door het lichaam. Ze kunnen net als granulocyten uit
bloedvaten treden om micro-organismen en beschadigde weefsels op te ruimen. Lymfocyten reageren
op een indringer of onbekende stof met immuunrespons. Deze specifieke afweerreactie komt bij een
eerste contact met een antigeen pas na dagen op gang.
Twee typen lymfocyten worden besproken:
T-Lymfocyten
Elke T-Lymfocyt kan één specifiek antigeen herkennen. Er zijn verschillende soorten T-
Lymfocyten, onder andere: Coördinerende T-Lymfocyten (helpen bij het reguleren van de
immuunrespons):
- T-Helpercellen stimuleren de immuunrespons
- T-Suppressors onderdrukken de immuunrespons
- T-Geheugencellen worden gemaakt nadat het lichaam voor het eerst in contact is
gekomen met een bepaalde ziekteverwekker. Vervolgens blijven de T-Geheugencellen
als het ware op reservebank totdat dezelfde ziekteverwekker weer in het lichaam
terechtkomt.
B-Lymfocyten
Als B-Lymfocyten een antigeen opmerken, produceren ze klonen die dezelfde
immunoglobulinen (antistoffen) produceren. Die klonen heten plasmacellen en ze produceren
per stuk duizenden afweereiwitten. Die immuunglobulinen vallen bijpassende antigenen op de
micro-organismen aan.
1
, Vier vormen van specifieke immuniteit
Er zijn vier manieren om immunoglobulinen te verkrijgen:
Natuurlijke passieve immuniteit
Houdt in dat de baby immunoglobulinen van de moeder ontvangt via de placenta of
borstvoeding. Dit beschermt een paar maanden tegen ziekten waartegen de moeder al
immunoglobulinen gevormd heeft. Het kinderlijke afweersysteem is niet actief bij natuurlijke
passieve immuniteit.
Kunstmatige passieve immuniteit
De patiënt krijgt immunoglobulinen ingespoten, zoals MATIG (menselijk antitentanus
immunoglobulinen). Passieve immuniteit beschermt onmiddellijk, maar helpt slechts een paar
maanden.
Natuurlijke actieve immuniteit
Ontstaat door contact met levende ziekteverwekkers. Lymfocyten leren dan immunoglobulinen
te maken. Nadeel is dat besmetting met onverzwakte ziektekiemen kan leiden tot ernstige
infecties. Maar omdat er wel geheugencellen gevormd worden, beschermt de natuurlijke
actieve immuniteit lang.
Kunstmatige actieve immuniteit
Komt op gang door herhaald contact met (delen van) dood of verzwakt micro-organisme
(vaccinatie). Sommige patiënten reageren hierop allergisch en levend virus kan gevaarlijk zijn
bij immuundeficiëntie (verzwakte afweer). Het grote voordeel van vaccinatie is dat het
jarenlang beschermt omdat er wel geheugencellen gevormd worden.
Bij een leukopenie (te laag aantal witte bloedcellen) wordt een patiënt heel vatbaar voor infecties.
Dan dient besmetting zo veel mogelijk voorkomen te worden.
Een leukocytose (verhoogd aantal witte bloedcellen) wijst juist op een actief immuunsysteem, een
ontstekingsreactie. Vaak is tegelijk het CRP (C reactief proteïne) verhoogd, vooral bij bacteriële
infecties.
4.2 Ontsteking
Een ontsteking is een reactie op een schadelijke prikkel. Bijna iedereen heeft wel eens een rhinitis
(verkoudheid) of gastritis (maagontsteking) gehad en mensen met artritis (gewrichtsontsteking)
gezien.
Wanneer je flink op je vinger slaat ontstaan er al snel vijf lokale ontstekingsverschijnselen:
Roodheid (rubor)
Warmte (calor)
Zwelling (tumor)
Pijn (dolor)
Functieverlies (functio laesa)
Ze zijn vrijwel allemaal het gevolg van ontstekingsmediatoren: onder andere prostaglandinen en
histamine. Dit zijn stoffen die door de beschadigde weefsels worden afgegeven.
Ontstekingsmediatoren geven veranderingen van zenuwstelsel en bloedvaten. Prostaglandinen
maken de vrije zenuwuiteinden gevoeliger en geven een koortsreactie via de hypothalamus.
Histamine zet de bloedvaten wijd open en maakt ze meer permeabel voor eiwitten.
Oorzaken/risicofactoren
Ontstekingen kunnen ingedeeld worden:
Infecties worden veroorzaakt doordat micro-organismen of wormen in of op het lichaam leven
en daar weefselbeschadiging geven.
Steriele ontstekingen komen doordat weefsels op andere schadelijke prikkels reageren dan
op ziektekiemen.
Verwekkers van infecties zijn:
Bacteriën (onder andere stafylococ, pneumococ, E. coli, tuberkelbacil)
Gisten/schimmels (onder andere candida)
Protozoen (onder andere malariaparasiet, toxoplasma)
Virussen (onder andere hepatitis virus, hiv, influenza)
Wormen (onder andere aarsmaden, lintworm)
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Mell-l. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.