Grondrecht en het Nederlands recht
Internationaal recht
Verdragen met andere landen.
Voorbeeld:
i. Internationaal verdrag voor de rechten van de mens.
ii. Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendommen
Nationaal recht
Wetten en regels die gelden voor Nederland. Deze zijn weer onder te verdelen in:
ê Grondwet
ê Wetten
i. Wet in formele zin
ii. Wet in materiële zin
ê Jurisprudentie
ê Gewoonterecht
Deze bovenstaande 4 rechten samen met het internationaal recht zijn de bronnen van het
recht.
Verdragen
In deze verdragen staan afspraken die landen onderling hebben gemaakt en deze gelden
voor de burgers. Ze hebben dus een direct merkbaar effect op de burger.
Voorbeeld van een verdrag:
Artikel 6 van het EVRM (Europees verdrag voor de rechten van de mens)
ê Het recht op een eerlijk proces
Deze staat niet zodanig in de grondrecht of in het nationaal recht maar toch hebben wij hier
recht op.
De nationale bronnen van het recht zijn:
ê Wetten
ê Jurisprudentie
ê Gewoonterecht
Jurisprudentie
Door de uitspraak van een rechter kan er regel ontstaan, waaraan wij ons moeten houden.
Binnen de rechtsbronnen is er een volgorde, de bovenste gaat altijd voor de onderste. En de
een is dus belangrijker dan de ander:
1. Internationaal recht
2. Grondrechten
3. Wetten
4. Jurisprudentie
5. Gewoonterecht
,Grondrechten
Grondrechten zijn de meest fundamentele rechten van een mens. Grondrechten staan in
internationale verdragen, maar ook zijn er Nederlandse grondrechten. Deze zijn opgenomen
in de Grondwet. Het zijn ook rechten die ervoor zorgen dat de overheid iets niet mag doen,
dus dat je als burger recht hebt op bepaalde menselijke vrijheden. Maar er staan ook
rechten in de Grondrechten die de overheid plicht geven om voor ons als burger te zorgen.
Voorbeeld:
ê In Nederland hebben we recht op vrije meningsuiting, voor de pers heet dit
persvrijheid. Dit betekend in principe dat je alles mag zeggen wat je wilt als je het
bijvoorbeeld ergens niet mee eens bent.
Grondrechten zijn dus:
ê Rechten die zorgen dat je iets mag
ê Rechten op basis van een zorgplicht.
Wees je ervan bewust dat grondrechten helemaal niet zo vanzelfsprekend zijn in andere
landen. Daar heb je bijvoorbeeld niet recht van meningsuiting en daar mag je niet
demonstreren als je het niet eens bent met een politieke uitspraak.
Klassieke grondrechten
De eerste rechten, de rechten die de vrijheid van de burgers houden. De klassieke
grondrechten staan in artikel 1t/m18 van de Grondwet en worden ook in verdragen zoals
het EVRM opgenomen.
Voorbeeld:
ê Recht op gelijke behandeling
ê Vrijheid van godsdienst
ê Vrijheid van levensovertuiging
ê Kiesrecht
ê Vrijheid van meningsuiting en persvrijheid
Sociale grondrechten
Dit zijn grondrechten die juist diezelfde overheid een opdracht geven aan de slag te gaan
voor de burger. De sociale grondrechten zijn opgenomen in de Grondwet in artikel 19 t/m
23.
Voorbeeld:
ê Het recht op huisvesting
ê Het recht op een goede sociale zekerheid
ê Het recht op gezondheidszorg
ê Het recht op onderwijs
ê
Er is geen vaste rangorde in grondrechten, de een is dus niet belangrijker dan de ander. Het
kan wel zijn dat een grondrecht botst met een ander grondrecht (botsing van
grondrechten).
Bijvoorbeeld:
ê Het recht op persvrijheid botst met het recht op privacy.
, Je hebt twee soorten ‘gewone’ wetten
1. Wet in formele zin
2. Wet in materiële zin
Deze namen zeggen iets over de manier waarop de wet wordt gemaakt en het zegt ook iets
over de rangorde. Een wet in formele zin staat boven een wet in materiële zin.
Wet in formele zin
Wordt gemaakt door de formele wetgever (de regering, Tweede- en Eerste Kamer) en er
moet een handtekening van de koning opstaan.
ê De auteurswet is een voorbeeld van een wet in formele zin, net als de grondwet
Wet in materiële zin
Alle regels die zijn gemaakt en voor iedereen gelden, maar die niet zijn gemaakt door de
formele wetgever. Het zijn algemene verbindende regels.
Bijvoorbeeld:
ê Regels gemaakt door de gemeente
Jurisprudentie
Uitspraak van een rechter, waarin hij bijvoorbeeld een wet uitlegt of een aantal stappen
benoemd die je moet volgen om een bepaalde wet uit te leggen.
ê Kan gemaakt worden door: de Hoge Raad, het gerechtshof en de kantonrechter.
Het gewoonterecht
Alles wat je met elkaar afspreekt, maar wat niet vastgelegd is. Dus wat niet is opgeschreven
in de wet, in een grondwet, in een verdrag of in de jurisprudentie.
Het is eigenlijk een soort traditie, iets wat we al honderden jaren doen en niet de moeite
waard is om op te schrijven.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elisahuiskes. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.