Politicologie
Les 1
Politiek
= alles wat te maken heeft met het sturen van de samenleving
= duidelijke afspraken maken (om zaken te sturen en regelen)
= politika: de zaken die met de polis te maken hebben (polis = samenleving)
Wij linken politiek vaak aan politici, partijen, regering, verkiezingen…
= vele breder! (voorbeeldje de fietsclub)
= politiek is overal
Variaties in politiek
= samenleving is belangrijkste aspect van politiek; samenleving wordt vaak geconfronteerd
met problemen van sturing => daarom veel regels nodig
Politiek als territorium
= politiek associëren met samenlevingen die verbonden zijn aan TERRITORIUM: gemeenten,
provincies, landen…
Regels zijn omvattender en dwingender (niet zomaar te ontwijken als je ergens
woont zal je de regels van dat territorium moet volgen als inwoners)
Belangrijk maar ook andere politieke structuren zijn van belang (kijk naar de kerk:
vereniging van gelovigen)
= politiek kan variëren naargelang inhoud en reikwijdte
Nood aan nieuwe aspecten die door de staat geregeld moesten worden
Vanuit de samenleving worden steeds nieuwe vragen geformuleerd voor het politiek
systeem
= gevolg: evolutie in de politieke cultuur => regels veranderen naargelang de
behoeftes van de samenleving (enorme explosie van politieke ingrijpen zoals bij
adoptie, homohuwelijk)
Vormen en structuren van de politiek
1) Politiek varieert naargelang de vraag van de samenleving
2) Politiek varieert naargelang de inhoud en reikwijdte
3) Politiek varieert naargelang de VORM
= classificaties: de vorm van politiek in categorieën plaatsen (politieke regimes)
, = democratische (macht is tijdelijk en verspreid) VS autoritaire regimes
= unitaire VS federale staten (bestuur vanuit 1 punt of niet)
= variatie in politieke instellingen en procedures: recht om te besturen wordt
verkozen door verkiezingen maar de manier waarop (de vorm) is verschillend
Politieke wetenschap
= samenleving krijgt voortdurend met politiek te maken (niet alleen politieke
wetenschappers, maar IEDEREEN)
= politieke wetenschapper
onderscheid zich van anderen door het naleven van de eigen regels van de kunst
Doel? : politieke gebeurtenissen en instellingen te begrijpen en verklaren en
complexe fenomenen vereenvoudigen (analyse maken)
= regel van de intellectuele distantie
Politiekers behoren ook tot de samenleving en hebben dus ook een mening over
welk beleid het beste is (neutraliteit bestaat niet maar het is ook niet de bedoeling
dat politicologen gaan beoordelen)
= maken een keuze uit de mogelijke onderwerpen (afhankelijk van wat er in de
samenleving en in die tijd van belang is)
= politieker brengt verslag over zijn onderzochte resultaten en die kunnen door de
samenleving worden opgevat en hun mening veranderen of versterken
Deze regel kan bereikt worden door de regels van de wetenschappelijke methode te
respecteren (= veel en bewust verzamelde waarnemingen en een bewuste keuze van
onderzoekstechnieken gebruiken)
= politiek verzamelt systematische data over verschijnselen (gegevens) en kunnen deze dan
vergelijken met andere gegevens
Plato en Aristoteles kwamen ook tot inzichten over hun samenleving door
VERGELIJKING
Montesquieu onderzocht staatsvormen en regimes
Tocqueville vergeleek Amerikaanse en Europese samenleving
= politieker moet keuze maken uit het aanbod van methoden en technieken om data te
analyseren
Kwantitatieve benadering (cijfermateriaal gebruiken)
Kwalitatieve benadering ( meer aspecten: structuur, interactie…)
= afhankelijk van wat je wil onderzoeken
,= politieker neemt openheid ter harte bij analyseren van data => altijd zeggen wat je doet en
waarom je het doet
Op basis van nauwkeurige en zo objectief mogelijke analyse van onderzoeksgegevens
probeert de politicoloog tot meer algemeen geldende uitspraken te komen over de
werkelijkheid
= politicologie: nauwkeurig analyseren van feiten en processen
De instrumenten van de politieke wetenschap
Doel politiek: inzicht te verwerven en verklaringen te vergeven voor wat er zich in de
politieke sfeer van een samenleving afspeelt en politiek begrijpbaar te maken
Door midden van een eigen taal
Maakt gebruik van een aantal instrumenten:
Instrumenten:
1) CONCEPTEN
= een begrip dat een verschijnsel goed kan afbakenen (helpt om classificaties te maken)
= denken te organiseren
= bv geslacht => afbakening van man en vrouw
Gender is algemener waardoor een hele reeks politieke gebeurtenissen bekeken
kunnen worden
= hoofd en bijzaken van elkaar onderscheiden
= voorbeeld van een concept = polyarchie (soort politiek systeem, regime)
Voorwaarden polyarchie:
- Controle over regering in handen van mandatarissen
- De verkiezingen lopen vrij en eerlijk
- Volwassenen hebben recht om stem uit te brengen en om zich kandidaat te stellen
- Burgers krijgen vrijheid en meningsuiting
- Burgers hebben vrije toegang tot informatie
- Burgers zijn vrij om zich te verenigen in organisaties
= lijkt op democratie
= ideaaltype
2) MODELLEN
= een voorstelling van de realiteit
, = helpen om de bestudeerde objecten tot hun essentie te herleiden => reductie van
complexiteit waardoor alles duidelijker wordt
= geeft relaties aan tussen concepten
politieke kringloop (inputs en outputs)
Inputs
-eisen: vragen vanuit individuen om een politieke oplossing voor een probleem
= politieke oplossing daaraan moet iedereen zich houden
= eisen kunnen gevarieerd en talrijk zijn (daarom soms niet genoeg tijd om alle
thema’s te bespreken en een oplossing voor te zoeken)
= gatekeepers: zij bundelen individuele eisen tot algemene principes en maken ze op
die manier makkelijker te behandelen
-steun: uitingen van vertrouwen in het systeem (uiten dit door gehoorzaamheid)
= niet iedereen steunt het politieke systeem en verzet zich daartegen door niet-
naleving
= door afwezigheid van steun => ondergang politiek systeem
Output
= > eisen en steun omgezet in politieke beslissingen
= terugkoppeling/ feedback
3) THEORIEEN
= geeft aan hoe en waarom politieke verschijnselen met elkaar in verband staan
Bv waarom hebben mensen in sommige landen meer vertrouwen in de overheid dan in
andere?
= resultaat van waarnemingen en onderzoek
= hypothese, voorspelling die kan worden getoetst
= theorieën kunnen makkelijk getoetst worden
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper carol01. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €12,49. Je zit daarna nergens aan vast.