Filosofie 77 eindtermen examen vwo6
ET 1:
De kandidaten kunnen aan de hand van de 5 dimensies van het goede leven een
beargumenteerd standpunt innemen over de vrije markt. Daarbij kunnen zij de volgende
aspecten betrekken, deze uitleggen en er voorbeelden bij geven:
- Verdikking van marktrelaties (relaties)
- Begrenzing van de neoliberale marktlogica (instituties)
- Consumptieve en digitale weerbaarheid (lichaam)
- Ecologische transitie (natuur)
- Een holistisch vrijheidsbegrip (zin)
We kunnen niet meer terug, we zijn gevangen in de moderniteit we moeten de
moderniteit opnieuw gaan bekijken vanuit het standpunt van de 5 dimensies
Sporen van heroriëntatie: tekenen dat de vrije markt zich aan kan passen aan de 5 dimensies
1. Relaties: verdikking van marktrelaties
Herwaardering van lokale bedrijven en lokale producten
ICT brengt ons dichter bij elkaar
Global civil society: verenigt ons in afkeer tegen de misstanden van de vrije markt
2. Instituties: neoliberale marktlogica
De overheid moet zich niet bezighouden met de vrije markt: de markt reguleert zichzelf met
als winstmaximalisatie als hoogste doel.
Angelsakisch model: shareholder-capitalisme er is geen vangnet voor mensen die geen
baan hebben
Begrenzing van neoliberale marktlogica: niet alles kan worden opgevat in termen van de
markt
Rijnlands model: stakeholder-capitalism
3. Het lichaam: consumptieve waarheid
We moeten onszelf weerbaar maken tegen de hoeveelheid aan prikkels op de markt
Digitale weerbaarheid: we moeten onszelf weerbaar maken tegen de algoritmen die ons
leven dreigen te bepalen.
4. Natuur: ecologische transitie
Een overgang van de natuur als grondstof naar de natuur als onderdeel van het goede leven
Voorwaarde: circulaire economie
Voorwaarde: immateriële economie: we moeten niet meer waarde hechten aan de dingen
die we hebben, we moeten de dingen zien zoals ze zijn
5. De zin: vrijheidsconceptie van de moderniteit
Hyperindividualisme, zingeving op korte termijn
,Holistische vrijheidsconceptie: vrij zijn binnen een geheel aan bestaansvoorwaarden
Houdt rekening met anderen, wees lief met anderen, wees lief voor de natuur
ET 2:
De kandidaten kunnen een begripsanalyse maken van het goede leven, vrijheid, markt,
arbeid, institutie, lichaam, zin, relatie en natuur. Daarbij kunnen zij:
- Verschillende definities opstellen
- Vooronderstellingen bij deze definities aangeven
- Implicaties van deze definities weergeven
ET 3:
De kandidaten kunnen verschillende opvattingen over het goede leven, vrijheid, markt,
arbeid, instituties, lichaam, zin, relaties en natuur herkennen, uitleggen, vergelijken,
toepassen en bekritiseren aan de hand van voorbeelden of casussen en een
beargumenteerd standpunt innemen over deze opvattingen.
Natuur: drie premissen:
1. Het wordt warmer op aarde
2. De opwarming van de aarde komt door de mens
3. De opwarming van de aarde mondt uit in een doemscenario
Soort vierde premisse: de opwarming van de aarde kan tegengehouden worden door de
mens.
ET 4:
De kandidaten kunnen de vraag naar het goede leven relateren aan de vraag wat het
betekent dat de mens ‘zich tot zichzelf-in-de-wereld verhoudt’. Hierover kunnen zij een
beargumenteerd standpunt innemen aan de hand van:
- Socrates opvatting dat het niet onderzochte leven niet de moeite van het leven
waard is.
- Het verschil tussen mensen en dieren volgens Cassirer
- Nietzsches opvatting van de mens als ‘niet-vastgesteld dier’
De mens verhoudt zich tot zichzelf-in-de-wereld: de mens heeft relaties met anderen, met
de samenleving en met de wereld als geheel
Cassirer: de mens is een animal symbolicum, een symboliserend dier. Een normaal dier vat
dingen op zoals ze zijn, een mens verbindt er bepaalde betekenissen aan en dat doen ze
door middel van symbolen.
, Een woord in een bepaalde taal staat symbool voor de diepere betekenis ervan. het leven
bestaat volgens Cassirer continu uit symbolen.
Wanneer een mens niet de kudde volgt, noemt Nietzsche zo iemand een ‘niet-vastgesteld
dier’.
Mensen die zelf hun normen en waarden creëren worden door Nietzsche Ubermenschen
genoemd. je moet zelf je eigen keuzes kunnen maken en niet altijd de kudde volgen.
Socrates: het is belangrijk om jezelf te reflecteren, dan kun je naar je fouten kijken zodat je
het de volgende keer beter kunt doen. als je dit niet doen, maak je weer dezelfde fouten
en is het leven dus waardeloos.
het leven is pas waardevol als je onderzoekt hoe je de relaties tot jezelf en de wereld
moet aangaan.
ET 5:
De kandidaten kunnen de kritiek van Nussbaum weergeven op de opvatting dat het bruto
nationaal product als criterium voor het goede leven kan worden gehanteerd. Daarbij
kunnen ze de capabilities approach uitleggen, toepassen en beoordelen.
BNP = totale omzet van land verdeeld over de burgers
Volgens Nussbaum moet er naar andere factoren gekeken worden
Capabilities: vermogens waarover mensen zouden moeten kunnen beschikken om tot bloei
te komen;
- Leven
- Gezondheid
- Onderwijs
- Emoties
- Religieuze vrijheden
- Samenleven met dieren en planten
- Amusement
De samenleving mag deze capabilities niet onderdrukken, alleen jij mag kiezen of je een
capability wil uitvoeren
Kritiek capabilities approach: er word geen rekening gehouden met natuurlijke factoren,
soms kun je niet altijd kiezen of jouw leven word ingeperkt.
ET 6:
De kandidaten kunnen Plato’s argumentatie voor de ‘ideale staat’ reconstrueren en
evalueren. Hierbij kunnen zij:
- De kritiek van Plato op de democratie weergeven