Samenvatting Hoofdstuk 3
Gezondheidszorgbevordering en preventie voor verpleegkundigen
en verpleegkundig specialisten
Hoofdstuk 3 Gezondheid en volksgezondheid in kaart
brengen
Gezondheidsdeterminanten: de gezondheidsproblemen en gezondheid
worden beïnvloed door een groot aantal factoren.
3.1 Het Health Field Concept van Lalonde
Lalonde, minister van Volksgezondheid in Canada, stelde in dit concept
gezondheid en het bevorderen van gezondheid centraal.
Lalonde maakte een inventarisatie van allerlei factoren die invloed hebben
op ziekte en gezondheid en kwam tot een indeling in deelgebieden: intern
milieu, extern milieu, gedrag en gezondheid. Deze factoren – elke van
even groot belang – noemen wij gezondheidsdeterminanten.
3.1.1 Endogene determinanten
De endogene gezondheidsdeterminant betreft allerlei factoren die zich in
het menselijk lichaam afspelen en die van invloed zijn op de gezondheid.
Ze worden onderverdeeld in genetische factoren en verworven
eigenschappen (met betrekking tot bloeddruk, immuunsysteem,
cholesterolgehalte in het bloed, glucosetolerantie, lichaamsgewicht,
persoonskenmerken en psychische gezondheid en veroudering). De
endogene gezondheidsdeterminant wordt ook wel aangeduid als intern
milieu of human biology.
3.1.2 Leefstijl
De gezondheidsdeterminant ‘leefstijl’ ook wel lifestyle genoemd, geeft de
invloed weer die het gedrag van mensen heeft op de gezondheid en op
het ontstaan van gezondheidsproblemen. Belangrijk zijn:
voedingsgewoonten, alcohol- en drugsgebruik, roken, lichamelijke
(in)activiteiten en seksueel gedrag.
3.1.3 Extern milieu
Fysieke omgeving
Deze gezondheidsdeterminant betreft factoren buiten het menselijk
lichaam die invloed op de gezondheid hebben. Belangrijke aspecten
hiervan zijn fysische, chemische en biotische factoren. Fysieke omgeving
wordt ook wel physical environment genoemd.
Maatschappelijke omgeving
Geeft de plaats van mensen weer binnen de maatschappij. Deze plaats
heeft een belangrijke invloed op de gezondheid en hun gevoel van
welbevinden. Deze gezondheidsdeterminant wordt onderverdeeld in: werk,
school en gezinssituatie en sociaal economische status, etnische
achtergrond en sociale omgeving. Ook wel social environment genoemd.
, 3.1.4 Medische zorg en preventie
Bij deze gezondheidsdeterminant gaat het om allerlei
gezondheidszorgvoorzieningen, zowel curatief als preventief, die worden
ingezet in de zorg voor gezondheid. Medische zorg en preventie, ook wel
health care organization genoemd, worden verdeeld in medische zorg
(effecten van medische zorg), preventie en gezondheidsbevordering,
ziektepreventie en gezondheidsbescherming.
3.1.5 Combinatie van risicofactoren en gezondheidsdeterminanten
De meeste gezondheidsdeterminanten hebben een onderlinge, soms
complexe relatie. Zo wordt het gezondheidsprobleem overgewicht bepaald
door erfelijke factoren, maar ook door de balans tussen energie-inname
via voedsel en energieverbruik door lichamelijke activiteit.
De laatste jaren bestaat er steeds meer aandacht voor het verweven zijn
van gezondheidsdeterminanten, omdat dit belangrijke implicaties heeft
voor preventie.
(Blz. 95, Figuur 3.1 Health Field Concept van Lalonde)
3.2 Endogene determinant
De endogene gezondheidsdeterminant wordt onderverdeeld in genetische
of erfelijke factoren en verworven eigenschappen die elk afzonderlijk
specifieke effecten op de gezondheid hebben.
3.2.1 Erfelijke factoren en gezondheidseffecten
Erfelijke factoren kunnen van invloed zijn op de gezondheid als er sprake is
van afwijkingen in de genen, veranderingen in chromosomen, of
multifactoriële aandoeningen en als er een aanleg bestaat voor een ziekte.
Monogene ziektebeelden: als het ontstaan van de ziekte op 1 gen berust.
Bijv. het zeldzame gezondheidsprobleem xeroderma pigmentosum (XP).
(Blz. 98-99, Tabel 3.1 Determinanten geassocieerd met het ontstaan van
ziekten en aandoeningen)
De erfelijke factoren kunnen (geslachtsgebonden) recessief of dominant
worden overgedragen.
Een kind kan een aandoening recessief overerven doordat de gezonde
ouders beiden drager zijn van het afwijkende gen en dit doorgeven aan
het kind. Daarnaast kan er sprake zijn van geslachtsgebonden recessieve
overerving, waarbij het afwijkende gen gebonden is aan het geslacht.
Bij dominante overerving is één van de ouders ziek, waardoor het kind
een kans van 50% heeft om de ziekte ook te krijgen. Afwijkingen komen
voor bij 1 à 2% van de bevolking.
Chromosomale afwijkingen: aandoeningen die zijn ontstaan door
veranderingen in de chromosomen.
Wanneer erfelijke factoren een rol spelen, maar er daarnaast meer aan de
hand is, zoals bij aangeboren hartafwijkingen, spina bifida (open rug),
gespleten lip en verhemelte, hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten,