Samenvatting Management en Organisatie
Hoofdstuk 1 - Introductie van management en organisatie
Zes aandachtsgebieden van management en organisatie
→ Organiseren verbindende factor: optimaal laten samenwerken van alle deelgebieden
1. Strategie: strategie en doelen van een organisatie vormen het uitgangspunt voor de invulling
van de overige aandachtsgebieden
2. Management: het management is verantwoordelijk voor de strategie van de organisatie, het
uitvoeren daarvan en het behalen van doelen
3. Structuur: structuur gaat over de manier om organisaties vorm te geven en de wijze waarop
het management de organisatie wil besturen
4. Cultuur: de cultuur van een organisatie is de wijze waarop medewerkers in een organisatie
met elkaar omgaan. Dat is nauw verbonden met de wijze van leidinggeven en de structuur
5. Processen: primair bedoeld om de producten en/of diensten te realiseren. Processen zijn erg
belangrijk om de afnemer tevreden te stellen
6. Medewerkers: doelmatig samenwerken van mensen is cruciaal voor het succes van de
organisatie. De medewerkers spelen hierin een belangrijke rol
Organisatiekunde: een heel praktijk- en toepassingsgericht gebied, waarbij wetenschappelijk
onderzoek, methodes en onderbouwde bewijzen noodzakelijk is
Kern van organiseren: mensen in een organisatie goed laten samenwerken voor een bepaald doel
Organisatiekunde maakt gebruik van diverse vakgebieden (interdisciplinair):
- Bedrijfseconomie (kostencalculatie, financiering en management accounting)
- Algemene economie (micro- en macro-economie en internationale handel)
- Marketing (strategievorming, consumentengedrag, marketingmixinstrumenten)
- Juridische wetenschappen (vooral arbeidsrecht en ondernemingsrecht)
- Technische wetenschappen (waaronder procestechnologie, systeemtheorie, arbeidsstudie)
- Gedragswetenschappen (sociologie, arbeids- en organisatiepsychologie)
Management
Management: het optimaal laten samenwerken van mensen en middelen om een bepaald doel te
bereiken
Voor definiëren van management drie woorden belangrijk:
1. Samenwerken: gericht op het laten samenwerken van mensen met diverse achtergronden
2. Optimaal: niet alleen samenwerken belangrijk, maar ook zo goed mogelijk
3. Bepaald doel: managen van samenwerking is gericht op een bepaald doel, niet vrijblijvend
Organiseren: optimaal laten samenwerken van mensen en middelen om een bepaald doel te
bereiken
Manager: een persoon die sturing geeft aan processen, mensen en middelen om een bepaald doel te
bereiken
Organisatie: een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde doelen willen bereiken →
verzamelbegrip
- Bedrijf: een organisatie die goederen of diensten produceert en daarmee voorziet in een
maatschappelijke behoefte (wonen, werken, zorg, kunst, educatie, politiek, maatschappelijke
dienstverlening, ontwikkelingshulp)
- Ondernemingen: een bedrijf met als belangrijkste doel het maken van winst
,Profitogranisaties: belangrijkste doel is om winst te maken (ondernemingen). In toenemende mate
ook bewust van maatschappelijke posities en verantwoordelijkheden (not-for-profit-only-
organisaties)
Non-profitorganisaties: niet primair gericht op het maken van winst, maar vervullen van
maatschappelijke behoefte (kunst, educatie, politiek, onderzoek, ontwikkelingshulp). Wel betalen
voor diensten om inkomsten te genereren (rijksbijdragen, subsidies, fondsen, contributies en giften)
Rechtsvorm: de juridische wijze waarop natuurlijke personen, rechtspersonen of combinaties
daarvan samenwerken met het oog op een gemeenschappelijk doel of belang
Bestaan voor natuurlijke personen en voor rechtspersonen
Natuurlijke personen:
1. Eenmanszaak: een persoon eigenaar van de onderneming
2. Maatschap: twee of meer personen een specifieke samenwerking aangaan
3. Vennootschap onder firma (vof): ondernemingsvorm waarbij twee of meer personen
(firmanten) een samenwerkingsverband aangaan om onder een gemeenschappelijke naam
een bedrijf uit te oefenen
4. Commanditaire vennootschap (cv): twee soorten firmanten: beherende en stille vennoten.
Beherende vennoten hebben de dagelijkse leiding, stille vennoten zijn alleen financieel
betrokken
,Rechtspersonen: een juridische constructie waardoor een organisatie volwaardig en
handelingsbekwaam op kan treden in het rechtsverkeer met alle rechten en plichten van dien
1. Privaatrechtelijke rechtspersonen
a. Naamloze vennootschap (nv): een rechtspersoon waarvan het kapitaal verdeeld is in
aandelen die in beginsel vrij overdraagbaar zijn
b. Besloten vennootschap (bv): een bv met beperkte aansprakelijkheid is een
rechtspersoon waarvan het maatschappelijk kapitaal verdeeld is in aandelen die niet
vrij overdraagbaar zijn; de aandelen staan op naam
c. Coöperatie: een vorm van zelforganisatie van producenten of verbruikers, gericht op
het vergroten van de economische macht en het behalen van schaalvoordeel
d. Vereniging: twee of meer personen volgens vastgestelde regels samenwerken voor
een bepaald doel
e. Stichting: een organisatie die erop gericht is een bepaald, meestal sociaal of ideëel,
doel te verwezenlijken
2. Publiekrechtelijke rechtspersonen (bijv. een ministerie, provincie, gemeente, waterschap,
publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie, zelfstandig bestuursorgaan)
3. Kerkgenootschappen
, Hoofstuk 2 - Strategie
Doelen en strategie vormen het begin van het gehele proces van organiseren
2.2: Wat is strategie
Strategie: de langetermijndoelen van een organisatie en de inzet van middelen en activiteiten om die
doelen te realiseren
- Gangbaar termijn voor strategische beslissingen voor organisaties ligt tussen de drie en vijf
jaar
- Strategie dient doelgericht te zijn
- Middelen: mensen, kapitaalgoederen (gebouwen en machines) en financiële middelen
- ‘Wat’ en ‘hoe’?
- Wat voor soort organisatie willen we zijn, waarin moeten we dan heel goed zijn en hoe gaan
we dat doen?
Strategie volgens Porter
Concurrentiestrategie: een combinatie van einddoelen, waar een bedrijf naar streeft en de middelen
(het beleid) waarmee men tracht om deze te realiseren
- Combinatie van ondernemingsdoelen en over het beleid, de activiteiten en de middelen die
nodig zijn om doelen te bereiken
- Beleid: het aangeven van de richting waarin, de wijze waarop en de middelen waarmee de
organisatie haar doelen wil realiseren
- Anders willen zijn en doelbewust andere activiteiten kiezen om een unieke mix van waarde
te kunnen leveren
- Jezelf onderscheiden in de ogen van de afnemer: een klant of consument die bepaalde
producten of diensten aanschaft
Strategie niet verwarren met operationele effectiviteit: de organisatie zo doeltreffend mogelijk laten
functioneren.
Kun je allerlei methoden inzetten; betere inkoop en logistiek, uitbesteden van werkzaamheden aan
specialisten en kwaliteitsmanagement → dragen niet direct bij aan de strategische koers van de
onderneming. Strategie belangrijk om goed te kunnen (blijven) presteren.
Effectiviteit (doeltreffendheid): de mate waarin de beoogde doelen daadwerkelijk worden behaald
→ doen we de goede dingen?
Efficiëntie (doelmatigheid): de mate waarin activiteiten tegen de laagst mogelijke offers (kosten,
materiaal, arbeid, energie en middelen) worden uitgevoerd → doen we de dingen goed?
Strategie volgens Hamel en Prahalad
Kerncompetenties of kernbekwaamheden: unieke en voor de markt relevante bekwaamheden die de
essentie vormen van concurrentievoordeel
1. Ze zijn moeilijk te imiteren door andere ondernemingen
2. Ze moeten de koper voordeel verschaffen en waardevol zijn
3. Men kan de kernbekwaamheden in veel verschillende markten en producten toepassen
Kiezen van een strategie vooral baseren op wat een bedrijf kan: de kernbekwaamheden
Ze gaan ervan uit dat bedrijven op basis van hun kernbekwaamheden toegang krijgen tot nieuwe
markten en marktmogelijkheden
Kijkt naar wat binnen de onderneming mogelijk is en daarna naar de markt om de
kernbekwaamheden optimaal te benutten