Ruimtelijke ordening
Hoofdstuk 1; Cultuur van ordening en planning
Begrip Betekenis Pagina
Stedenbouw Het ontwerp van de (her)inrichting van gebieden voor bestaande 20
en/of nieuwe activiteiten inclusief de openbare ruimte.
Ruimtelijke De stelselmatige organisatie, regulering, en beheersing van het 20
ordening (toekomstig) ruimte- en grondgebruik.
Planologie De multidisciplinaire sociale wetenschap die kennis levert om 20
ruimtelijke plannen te maken en die de praktijken van ruimtelijke
ordening en planning bestudeert.
Bestudeert de structurele veranderingen en hun oorzaken in het
ruimtegebruik en tracht daaruit toekomstige vragen naar omvang,
locatie, en configuraties van grond- en ruimtegebruik van
verschillende functies af te leiden.
Institutie Een unieke entiteit in de samenleving, een subcultuur, een sector in 30
de samenleving die wordt gekenmerkt door een herkenbaar geheel
van waarden, normen, en tradities, opvattingen, geschreven en
ongeschreven regels en praktijken.
Paradigma Een samenhangend stelsel van modellen en theorieën, dat een 33
bepaalde benadering van de werkelijkheid of een bepaalde aanpak
van een ruimtelijk vraagstuk voorschrijft.
Discours Een geïnstitutionaliseerde denkwijze die wordt gekenmerkt door het 33
gebruik van specifieke begrippen die vaak onuitgesproken, maar
daarom niet minder, scherpe grenzen stelt aan wat wel en niet gezegd
kan/mag worden.
Concept Een scheppende gedachte of opvatting. 34
Framing Een communicatietechniek om anderen te overtuigen door middel
van het kiezen van bepaalde beelden of kwalificaties die de inhoud
van een probleem bepalen inclusief de wenselijke oplossing daarvan,
waarbij alternatieve oplossingen bij voorbaat worden verworpen.
1.1 Een land van ordening en planning
Morele geografie;
> de orde en symmetrie van het Hollandse landschap (Simon Schama)
Politieke geografie
- 13e eeuw; stadsbestuur was zelfbestuur door zelfbewuste burgers
> leunde in hoge mate op het sociale weefsel van particuliere en openbare organen en
instellingen met hun uiteenlopende belangen
> maatschappelijk middenveld; het geheel van particuliere organisaties, onderlinge
arrangementen, en samenwerkingsverbanden in instellingen van burgers met
invloedrijke banden in de publieke sector
- lokaal bestuur; in hoge mate autonoom, vaardigde eigen regels uit, voerde eigen rechtspraak, sloeg
eigen munt, en onderhandelde over bovenlokale kwesties met andere lokale besturen, landsheren,
en autonome gewesten
- stadsuitbreiding; stadsbestuur/particulier syndicaat toestemmingen krijgen van Staten-Generaal
1.2 Grondgebruik als voetafdruk van sociale praktijken
- ruimtelijke ordening; de planmatige regeling van grond- en ruimtegebruik
, > deze regeling is plaats- en tijdgebonden en uitdrukking van mogelijkheden en voorwaarden
van de fysieke en sociale omgeving
- grond- en ruimtegebruik; voetafdrukken van sociale praktijken of dagelijkse activiteiten
> productie, consumptie en alles wat daarvoor nodig is (onderwijs, verkeer, vervoer, etc.)
- veranderingen in de aard, omvang, en locatie van sociale praktijken; vormen de hoofdmotor van
veranderingen in ruimtelijke gedragingen, ruimtebehoeften, en vestigingsplaatseisen
Waarden, normen, en maatschappelijke omgeving
- Nederland; democratische rechtsstaat met een sociale markteconomie
- als grondgebruik en inrichting van ruimte niet meer voldoen; aanpassingen of verhuizing
- wanneer accommodaties en locaties langere tijd niet meer voldoen;
> degradatie > functieverlies > verwaarloosde buurten > sociale spanning
Patronen van ruimtegebruik
- 2 patronen van ruimtelijke ordening;
1) ruimtelijk-functionele patronen van maatschappelijke activiteiten: verkeer, vervoer, etc.
2) ruimtelijk-fysiek patronen van artefacten of accommodaties waarin maatschappelijke
activiteiten worden uitgevoerd: vliegvelden, kantoorgebouwen, woningen, snelwegen, etc.
1.3 Plan, planning, ordening, en beleid
Het plan als organisatiekader
- een plan fungeert als een organisatiekader dat wordt gekenmerkt door;
1) een logische indeling van al het te verrichten onderzoek en ontwerp
2) de afstemming van onderzoek en ontwerp
3) de openbare besluitvormingsprocedures tot voorbereiding en uitvoering van het plan
Actief grondbeleid
- de overheid, gemeenten in het bijzonder, voeren van oudsher 2 typen van grondbeleid;
1) actief grondbeleid; de gemeente voert alle fasen van de grondexploitatie van een
bestemmingsplan zelf uit
- passief/faciliterend grondbeleid; particuliere ondernemingen hebben doorgaans de grond .
in eigendom
- na crisis 1980 en 2008-2013; animo voor actief grondbeleid sterk verminderd
Kostenverhaal
- Omgevingswet; hierin is het verhaal van publieke (particuliere) kosten geregeld
1.4 Ruimtelijke ordening als institutie
- de samenleving bestaat uit instituties die ieder op zichzelf weer fijn vertakt zijn in organisaties,
instellingen, bedrijven, en particuliere huishoudens
- instituties en hun elementen zijn voortdurend in beweging als reactie op interne en externe prikkels
- Thorstein Veblen; een institutie is ‘an outgrowth of habit’
> weerstand die veranderingen oproepen > cultuurkloof
- opeenvolgende stadsvernieuwingsdiscoursen 1945-2020
> 1945-1970; dominantie van economische doelen; herinrichting en uitbreiding van stadscentra om
de opkomende diensteneconomie te accommoderen en het centrum bereikbaar te maken voor het
groeiende autoverkeer. Bewoners verhuizen naar nieuwbouw aan de stadsrand.
> 1970-1995; dominantie van sociaal-demografische doelen; herstel van de woonfunctie door
vervanging en renovatie van de oude woningvoorraad en behoud van de stedenbouwkundige
omgeving uit de periode 1880-1940. Gericht op gemiddelde inkomens.
, > 1995-2020; dominantie van sociale doelen; bouwen voor een sociaal, naar inkomen
gedifferentieerde bevolkingssamenstelling. Voorkomen segregatie.
Paradigma’s, discoursen, concepten, en framing
- zie tabel