MBG: methodische beschrijving gezondheidsprobleem
Parkinson
Normale bouw en Middenhersenen (= mesenecephalon)
functie van het aangedane Ligt tussen de pons en de hersenstam. De middenhersenen
orgaan, lichaamsdeel of stelsel bevatten belangrijke kernen. Onderin aan de voorkant bevindt
zich de zwarte kern (substantia nigra) schakelcentrum in de
extrapiramidale banen.
Extrapiramidale banen (= heterolateraal afdalende banen)
Extrapiramidale banen zorgen voor de grove motoriek en
ondersteunen bij de fijne motoriek. De impulsen die afkomstig
zijn van de hersenschors, worden overgeschakeld in de rode en
zwarte kern op motorische neuronen. De axonen lopen
rechtstreeks naar de zijstreng. In het ruggenmerg dringen ze de
grijze stof binnen en worden de motorische impulsen naar de
andere kant door geschakeld.
Dopamine
Dopamine is een neurotransmitter (hormoon achtige stof). Het
is een exciterende neurotransmitter: ze werken stimulerend op
de impulsoverdracht. Dopamine is een belangrijke
neurotransmitter in het extrapiramidale systeem.
(Grégoire, 2014)
Oorzaak van de ziekte (aard van Het aantal zenuwcellen in de substantia negra vermindert
oorzaak?) (‘zwarte kern’ klein gebied in de middenhersenen) deze
cellen produceren normaal gesproken dopamine: een
neurotransmitter voor het extrapiramidale systeem. Door de
ziekte van Parkinson wordt er dus minder dopamine
geproduceerd. Waarom de zenuwcellen kapot gaan is
onbekend: erfelijke en omgevingsfactoren spelen wel een rol.
(Gelmers, 2020)
Prodromale verschijnselen: verschijnselen die al maanden/jaren
Omschrijving van symptomen en voor de ziekte zich manifesteert aanwezig zijn vaak vage
verschijnselen van de ziekte, stoornis klachten van vermoeidheid en een lam gevoel in de
of extremiteiten. Ook kan de patiënt klagen over diep
handicap gelokaliseerde pijn.
Motorische verschijnselen:
Bewegingsarmoede (= bewegingstraagheid =
hypokinesie).
Veranderde spiertonus: in rust is ie normaal, bij het
aanzetten van een beweging neemt ie toe (rigiditeit)
is waar te nemen als het tandradfenomeen: je voelt
kleine schokjes tijdens de beweging.
Opstarten van bewegingen gaat langzamer, plotseling
stoppen kan niet.
Spraak verandert: patiënt praat met monotone,
hoge/lage stem.
Fijne bewegingen kosten meer moeite en tijd
zelfverzorging wordt lastiger.
Veel patiënten hebben ook last van een tremor:
, abnormale, onwillekeurige beweging die 5 à 6 keer per
seconde voorkomt.
Gelaatsuitdrukking verdwijnt (maskergelaat).
Verschijnselen beginnen vaak aan één kant (=
hemiparkinsonisme).
Vegetatieve verschijnselen:
Vettige huid door verhoogde talgsecretie.
Kwijlen door moeizaam slikken (hypokinesie).
Nachttranspiratie.
Obstipatie.
(Gelmers, 2020)
Verklaring van de
verschijnselen van Soms kunnen er ook andere oorzaken zijn die parkinsonachtige
de ziekte, stoornis of verschijnselen geven:
handicap Vasculair parkinsonisme: hierbij vinden veel lacunaire
infarctjes plaats in de basale gangliën (lacunair infarct =
infarct in de dieper gelegen vaatjes).
Postencefalitisch parkinsonisme: na jaren van een
encefalitis kan parkinsonisme ontstaan (encefalitis =
hersenontsteking).
Parkinsonisme door medicamenten: na staken van die
bepaalde medicatie verdwijnt het parkinsonisme weer.
Parkinsonisme door intoxicaties: jaren na
koolmonoxidevergiftiging kan parkinsonisme ontstaan.
Ook bij het jarenlange gebruik van zware metalen kan
het ontstaan (kwik, cadmium en mangaan).
Welke onderzoeken zijn De diagnose bestaat uit een anamnese en lichamelijk
nodig om te komen tot onderzoek. Er is geen technisch hulponderzoek dat de diagnose
de diagnose kan bevestigen wordt alleen uitgevoerd om andere ziektes
uit te sluiten. Als regel geldt dat in het begin van de ziekte
minimaal 2 van de volgende 4 symptomen aanwezig moeten
zijn: bewegingsarmoede en traagheid, rigide, tremor en/of
stoornissen in de houding.
(Gelmers, 2020)
Welke belasting hebben deze
onderzoeken op de patiënt/cliënt
Behandelingsmogelijkheden bij deze Medicamenteuze behandeling: bestaat vooral uit het aanvullen
Diagnose van de tekorten aan dopamine. Verschijnselen treden niet
alleen op door een tekort aan dopamine, maar ook door een
naar verhouding teveel aan acetylcholine. Dopamine en
acetylcholine houden elkaar in evenwicht.
Anticholinergica: veel middelen hiervan worden niet
meer gebruikt Parkinson gaat op den duur gepaard
met cognitieve stoornissen die worden door
anticholinergica versterkt.
Symetrel heeft dezelfde werking als anticholinergica,
maar niet dezelfde bijwerkingen. Wel is dit middel maar
beperkte tijd effectief (9-12 maanden).
Middelen met dopaminerge werking
Parkinson
Normale bouw en Middenhersenen (= mesenecephalon)
functie van het aangedane Ligt tussen de pons en de hersenstam. De middenhersenen
orgaan, lichaamsdeel of stelsel bevatten belangrijke kernen. Onderin aan de voorkant bevindt
zich de zwarte kern (substantia nigra) schakelcentrum in de
extrapiramidale banen.
Extrapiramidale banen (= heterolateraal afdalende banen)
Extrapiramidale banen zorgen voor de grove motoriek en
ondersteunen bij de fijne motoriek. De impulsen die afkomstig
zijn van de hersenschors, worden overgeschakeld in de rode en
zwarte kern op motorische neuronen. De axonen lopen
rechtstreeks naar de zijstreng. In het ruggenmerg dringen ze de
grijze stof binnen en worden de motorische impulsen naar de
andere kant door geschakeld.
Dopamine
Dopamine is een neurotransmitter (hormoon achtige stof). Het
is een exciterende neurotransmitter: ze werken stimulerend op
de impulsoverdracht. Dopamine is een belangrijke
neurotransmitter in het extrapiramidale systeem.
(Grégoire, 2014)
Oorzaak van de ziekte (aard van Het aantal zenuwcellen in de substantia negra vermindert
oorzaak?) (‘zwarte kern’ klein gebied in de middenhersenen) deze
cellen produceren normaal gesproken dopamine: een
neurotransmitter voor het extrapiramidale systeem. Door de
ziekte van Parkinson wordt er dus minder dopamine
geproduceerd. Waarom de zenuwcellen kapot gaan is
onbekend: erfelijke en omgevingsfactoren spelen wel een rol.
(Gelmers, 2020)
Prodromale verschijnselen: verschijnselen die al maanden/jaren
Omschrijving van symptomen en voor de ziekte zich manifesteert aanwezig zijn vaak vage
verschijnselen van de ziekte, stoornis klachten van vermoeidheid en een lam gevoel in de
of extremiteiten. Ook kan de patiënt klagen over diep
handicap gelokaliseerde pijn.
Motorische verschijnselen:
Bewegingsarmoede (= bewegingstraagheid =
hypokinesie).
Veranderde spiertonus: in rust is ie normaal, bij het
aanzetten van een beweging neemt ie toe (rigiditeit)
is waar te nemen als het tandradfenomeen: je voelt
kleine schokjes tijdens de beweging.
Opstarten van bewegingen gaat langzamer, plotseling
stoppen kan niet.
Spraak verandert: patiënt praat met monotone,
hoge/lage stem.
Fijne bewegingen kosten meer moeite en tijd
zelfverzorging wordt lastiger.
Veel patiënten hebben ook last van een tremor:
, abnormale, onwillekeurige beweging die 5 à 6 keer per
seconde voorkomt.
Gelaatsuitdrukking verdwijnt (maskergelaat).
Verschijnselen beginnen vaak aan één kant (=
hemiparkinsonisme).
Vegetatieve verschijnselen:
Vettige huid door verhoogde talgsecretie.
Kwijlen door moeizaam slikken (hypokinesie).
Nachttranspiratie.
Obstipatie.
(Gelmers, 2020)
Verklaring van de
verschijnselen van Soms kunnen er ook andere oorzaken zijn die parkinsonachtige
de ziekte, stoornis of verschijnselen geven:
handicap Vasculair parkinsonisme: hierbij vinden veel lacunaire
infarctjes plaats in de basale gangliën (lacunair infarct =
infarct in de dieper gelegen vaatjes).
Postencefalitisch parkinsonisme: na jaren van een
encefalitis kan parkinsonisme ontstaan (encefalitis =
hersenontsteking).
Parkinsonisme door medicamenten: na staken van die
bepaalde medicatie verdwijnt het parkinsonisme weer.
Parkinsonisme door intoxicaties: jaren na
koolmonoxidevergiftiging kan parkinsonisme ontstaan.
Ook bij het jarenlange gebruik van zware metalen kan
het ontstaan (kwik, cadmium en mangaan).
Welke onderzoeken zijn De diagnose bestaat uit een anamnese en lichamelijk
nodig om te komen tot onderzoek. Er is geen technisch hulponderzoek dat de diagnose
de diagnose kan bevestigen wordt alleen uitgevoerd om andere ziektes
uit te sluiten. Als regel geldt dat in het begin van de ziekte
minimaal 2 van de volgende 4 symptomen aanwezig moeten
zijn: bewegingsarmoede en traagheid, rigide, tremor en/of
stoornissen in de houding.
(Gelmers, 2020)
Welke belasting hebben deze
onderzoeken op de patiënt/cliënt
Behandelingsmogelijkheden bij deze Medicamenteuze behandeling: bestaat vooral uit het aanvullen
Diagnose van de tekorten aan dopamine. Verschijnselen treden niet
alleen op door een tekort aan dopamine, maar ook door een
naar verhouding teveel aan acetylcholine. Dopamine en
acetylcholine houden elkaar in evenwicht.
Anticholinergica: veel middelen hiervan worden niet
meer gebruikt Parkinson gaat op den duur gepaard
met cognitieve stoornissen die worden door
anticholinergica versterkt.
Symetrel heeft dezelfde werking als anticholinergica,
maar niet dezelfde bijwerkingen. Wel is dit middel maar
beperkte tijd effectief (9-12 maanden).
Middelen met dopaminerge werking
