Notariële beroepsethiek en regelgeving
Wet op het notarisambts staat centraal (Wna) en gedragsregels de laatste versie
is uit 2011 beroeps- en gedragsregels eigenlijk een uitwerking van de wet op het
notarisambt, een verordening van de KNB waar de notarissen de kandidaten dus
eigenlijk aan gebonden zijn. De eerste tentamengelegenheid zal schriftelijk zijn,
als de tweede keer te behappen is voor hen dan doen ze de tweede keer
mondeling. Maar de eerste keer is dus schriftelijk en dan mag u de wet uiteraard
meenemen, maar ook die hele verzameling aan verordeningen. En een andere
belangrijke rechtsbron in dit vak zijn de uitspraken niet alleen van de civiele
rechter in dit vak maar ook van de tuchtrechter. In de colleges geeft de docent
vaak vele voorbeelden maar dat is allemaal ter illustratie. Als er een belangrijk
arrest is waarvan de docent vindt dat je die moet kennen toch wel voor het
tentamen dan zegt de docent dat er wel expliciet bij. Bijvoorbeeld vandaag gaan
we het hebben over de Grongingse huwelijkse voorwaarden een arrest uit 1989
en daarvan zegt de docent HR Groningse huwelijke voorwaarden is zo’n arrest
van de Hoge Raad dat van belang is voor ons vak en dat je ook moet kennen. Het
studieboek de Notariswet 9de druk van 2019 dat is de studiestof en elk
hoorcollege heeft wel een bepaald thema maar ja dat komt in wel overeen met
een bepaald hoofdstuk in dat boek de notariswet maar de docent gaat niet
aangeven van welke pagina tot welke pagina u moet bestuderen. Maar in feite is
wel het hele boek studiestof dus als ze op het tentamen niet alleen casusvragen
maar af en toe ook kennisvragen dan kan het ook zijn dat het uit dat boek de
Notariswet komt. Dat zijn zo beetje voor dit vak een beetje de bronnen ; de
notariswet (oftewel de wet op het notarisambt), de verordeningen van de KNB en
het studieboek van Nelis en Waaier.
In feite is het tuchtrecht bedoeld om de normen in het vak zelf duidelijk te krijgen
en dus ook om de beoefenaars van het vak de notarissen op een kwalitatief hoog
peil te houden. Dus het is eigenlijk meer gericht op de eigen beroepsgroep
hoewel het zich de afgelopen 30/40 jaar heeft ontwikkeld tot een soort
klachtrecht van klagers.
Bij deontologie kijk je naar de regeltjes en naar de voorschriften en het zich
houden aan de voorschriften maar kijk je minder naar het resultaat.
Bij deugdethiek kijk je niet zozeer naar de regeltjes, maar ook wat deugd en ook
naar de persoon van de ambtsdrager van de beroepsbeoefenaar. Dan kijk je ook
naar de notaris zefl, is dat iemand die deugd? Maar het is natuurlijk wat vager
want ja heeft iemand zijn of haar hart op de juiste plaats. Hoe toon je dat aan hoe
weet je of iemand deugd.
Een andere stroming is het utiliteitsdenken. Utilitarisme dan kijk je puur naar het
nu dan is dus wel de uitkomst van belang dan zeg je eigenlijk het doel heiligt alle
middelen het gaat mij om het doel en hoe ik daar kom dat zijn die middelen dat
maakt mij niet uit het gaat om het resultaat. Dit kan ook leiden tot hedonisme
dan zoek je dus puur genot dan gaat het niet alleen om nuttigheid maar ook om
het genotsgevoel en dan heiligt het doel alle middelen.
Samengevat; je hebt dus verschillende stromingen binnen de ethiek; deontologie,
deugdethiek, utiliteitsdenken, hedonisme, teleologie en waar jij de voorkeur aan
geeft dat bepaald ook hoe jij in die moraalfilosofie staat, maar toevallig is het zo
dat in ons vak de term deontologie wordt gebruikt als algemene term voor
beroepsethiek, terwijl dat dus een beetje onzinnig is omdat het maar 1 van de
, stromingen is. het voordeel van deontologie is, is dat het heel duidelijk is je moet
dit je moet dat het is ambtsplichten dat is regelethiek dat is plichtethiek dus dat
is makkelijk te achterhalen zou je kunnen zeggen dat kun je toepassen en dan
weet je waar je aan toe bent dat kun je in de praktijk ook makkelijker toetsen die
deugdethiek is wel mooi je wilt natuurlijk notarissen hebben die deugen die goed
zijn van zichzelf die niet kwaad in de zin hebben maar ja hoe toon je dat aan dat
is het lastige.
Laten we nu eens kijken wat die notaris voor een type is. in ieder geval is het een
ambt en dat is wel belangrijk om te constateren dat is het van oudsher en dat wil
zeggen dat je als notaris een deel van de staatstaak uitoefent je bent dus een
ambtenaar. Dat is die nieuwe notariswet een beetje ondergesneeuwd jaren 90
neoliberalisme het liberaal maken ook van overheidsdiensten de NS dat in plaats
van een overheidsbedrijf een bedrijf op de markt werd een soort privatisering
toen in de jaren 90 van allerlei overheidsdiensten en dus ook bijvoorbeeld in het
notariaat waar benadrukt werd ja jullie zijn misschien wel ambtenaren maar jullie
zijn ook gewoon beroepsuitoefenaars jullie zijn ook gewoon ondernemer dus dat
ondernemerschap die vrijheid die gaan we benadrukken. Maar op de eerste
plaats durft de docent te beweren, is het een ambt, want je bent wil niet zeggen
in dienst van de overheid maar je hebt wel een bepaalde staatstaak die je
uitoefent je hebt allerlei monopolies zoals we dat noemen op bepaalde
rechtsgebieden heb jij een monopolie om bepaalde aktes te maken en dat heeft
ook te maken met de benoemingsprocedure; je wordt benoemd bij koninklijk
besluit je legt ook een eed af voor de rechter dus in die zin ben je toch zeker ook
een ambtenaar waarbij misschien wel gek is dat als je in de notariswet kijkt in
artikel 1 vindt je geen definitie van de notaris dat zou je misschien wel
verwachten een omschrijving van wat is een notaris dat zie je dus niet in artikel
1, je ziet wel in artikel 2 van de Wna het ambt omschreven dus niet de
ambtenaar de persoon wordt gedefinieerd maar wat hij mag doen zijn
bevoegdheden namelijk het passeren van authentieke akten de bevoegdheid om
authentieke akte verlijden; authentiek wil zeggen bewijskracht opleverend jegens
eenieder zelfs jegens de rechter dwingende bewijskracht tegen eenieder. Dat
betekent als je een ambt uitoefend dat je ook een bestuursorgaan bent in de zin
van de algemene wet bestuursrecht. Daar heeft de notaris dus in zekere zin mee
te maken wij houden helemaal niet van bestuursrecht wij houden van
privaatrecht maar wij zijn dus wel in zekere zin te maken met de awb maar dan
zie je wet dat heel veel is uitgesloten van die algemene wet bestuursrecht
bijvoorbeeld is er geen beroep mogelijk tegen een notaris artikel 8:4 awb dus op
zich vallen wij als notaris wel onder de algemene wet bestuursrecht zijn wij
bestuursorgaan maar je kunt maar van weinig van die awb gebruik maken tegen
de notaris dus als je klachten hebt tegen die notaris kun je niet op grond van het
bestuursrecht tegen hem of haar in beroep dat staat in 8:4 awb dus je moet ook
eigenlijk klagen bij de notaris zelf dus ja dat schiet ook niet op maar daarvoor
heb je eigenlijk het tuchtrecht maar het geeft dus wel aan dat het eerste
kenmerk van de notaris is dat hij ambtenaar is, omdat hij authentieke akten mag
verleiden artikel 2 Wna. Daar tegenover staat en dat is het gekke, het lastige dat
die notaris zeker ook ondernemer is. en dat noemen we wel het hybride
karakter van het notarisambt hij is enerzijds ambtenaar en anderzijds
ondernemer. Dit is wat we noemen de splagaat van het notariaat want dat
betekent asl je ondernemer bent dat je zelf verantwoordelijk bent voor je bedrijf
voor je onderneming voor de winst en ook voor het verlies dat betekent zelfs dat
een ambtenaar als notaris als het tegenzit failliet zou kunnen gaan en dat is wel
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper anoukbogels. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.