100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting onderwijssociologie Bachelor Sociologie RUG €9,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting onderwijssociologie Bachelor Sociologie RUG

 15 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting onderwijssociologie Bachelor Sociologie RUG

Voorbeeld 4 van de 33  pagina's

  • 8 september 2022
  • 33
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
nadiaschadenberg
Onderwijssociologie
Hoorcollege 1 – Introductie (08-02-2022)
Onderwijs in de samenleving
Meer gericht op ongelijkheid (met onderwijs willen we ervoor zorgen dat iedereen gelijke kansen
krijgt > Is moeilijk. Denk aan mensen met en zonder migratieachtergrond),
Kwalificatie (mensen kwalificeren voor een beroep)
Cohesie (zorgen voor samenhang in de samenleving).

Het is de positie van onderwijs in de samenleving. Dus onderwijssociologie is; hoe beïnvloeden
sociologische bevindingen problemen op het gebied van onderwijs. (anders dan sociologie van het
onderwijs waar men leert over de effecten van overheid & individuen op het gebied van onderwijs).

Onderwijs is een belangrijk factor (opleidingseisen voor krijgen van een baan). Maar onderwijs niet
alleen individuele zaak (naar school gaan om iets te leren), ook zaak van nationaal belang waarmee
vele maatschappelijke organisaties zich bezighouden.

Sociologen & Onderwijs: Sociologen dit zich bezighouden met verschijningsvormen van vraagstukken
rondom het onderwijs (onderwijssociologie) hebben het materiële object met andere disciplines
gemeen (het object van studie is hetzelfde). Maar wat sociologen onderscheidt van psychologen of
pedagogen is de eigen sociologische zienswijze > het formele object. Ze bestuderen verschijnselen
van onderwijs, opvoeding en letten op de maatschappelijke dimensie van die verschijnselen.

Onderwijs is georganiseerde en geprofessionaliseerde socialisatie.

1. Socialisatie = om continuïteit te waarborgen en een groep te laten voortbestaan is het
noodzakelijk nieuwe leden vertrouwd te maken met cultuur v.d. groep (normen, waarden,
gebruiken, gedragingen, verwachtingen, vaardigheden, technieken).

Wanneer de groep dat proces niet doet > gevaar voor ontbinding. Socialisatie is het proces van
overdracht van cultuurelementen wat individuen mogelijk maakt om op adequate wijze te bewegen
binnen in die sociale groeperingen.

Socialisatie is cultuuroverdracht & is geen toevallig of willekeurig proces. Menselijk gedrag vertoont
regelmaat en structuur > cultuuroverdracht volgt een patroon dat maatschappelijk bepaald is,
sociologen bekijken cultuuroverdracht vanuit deze sociaal-structurele bepaaldheid.

Cultuuroverdracht (passief) > cultuurverwerving (actief). Socialisatie treedt het duidelijkst op bij
overgang naar nieuwe posities, daarom belangrijk bij de jeugd. In onderwijs wordt er actief cultuur
verworven.

Persoonlijkheidsontwikkeling = niet uitsluitend passief proces maar eveneens actief proces van toe-
eigening van kwaliteiten in een sociale context door het opgroeiende individu.

2. Organisatie = onderbrengen van socialisatie in speciaal daarvoor gecreëerde instituten die vooral
de overgangspositie van jongeren in de maatschappij dienen > onderwijssysteem.

Verschillende samenwerkingsvormen tussen scholen (fusies), schoolorganisatie (bestuursvormen,
leiderschap en dergelijke).

,3. Professionalisering = een beroep wordt vanuit een bepaalde deskundigheid uitgeoefend die door
een specifieke opleiding wordt verworven. Er is sprake van een door de overheid verstrekte
monopolie op onderwijs. Ook worden leerkrachten gebonden aan veel regels en hebben ze een
professionele autonomie (professionele socialisatie).

Peschar & Wesseling
Overal kan je leren maar school is de sociale organisatie van het leren. In de samenleving zijn
verschillende determinanten, processen en functies.
1. Determinanten = onafhankelijke variabelen die het hele onderwijs beïnvloeden. VB: Ouders,
kinderen, organisaties, overheid, omop.
 Invloeden van buiten het onderwijsstelsel (externe factoren) zoals godsdienst en
wereldbeschouwing. Invloeden van binnen het onderwijsbestel (interne factoren) zoals
opvattingen over onderwijs en opvoeding bij ouders een leerkrachten.
2. Processen = wat speelt zich af binnen het onderwijs.
3. Functies = uitkomsten van het onderwijs.

Relatie onderwijs en maatschappij; onderwijssociologie is gericht op de sociale determinanten en
sociale functies van het onderwijs. Enerzijds probeert de onderwijssocioloog onderwijsverschijnselen
te verklaren uit de werking van sociale factoren, anderzijds wil hij het maatschappelijk leven mede
verklaren uit de invloed die uitgaat van het onderwijsbestel > onderwijs als afhankelijke te verklaren
grootheid te begrijpen & tegelijkertijd als onafhankelijke zelf invloed uitoefende factor.

Model: Determinanten > Samenleving > Onderwijs > Samenleving > Functies > Determinanten

Doelen & Functies van onderwijs
In Nederland weinig expliciete doelen voor onderwijs vastgelegd > grote mate van vrijheid om het
onderwijs in te richten en doelen na te streven. De impliciete doelen worden niet zo nadrukkelijk
geformuleerd (=brave burgers worden). Onderwijs kan verschillende betekenissen hebben
afhankelijk van de staat, ministerie of leerkrachten (verschillende functies).

Doelen van onderwijs 
1. Bijdragen persoonsvorming
2. Bijdragen aan vorming in maatschappelijke en culturele zin
3. Voorbereiding beroepsuitoefening

Aan persoonsvorming zitten geen wettelijke eisen waaraan een school moet voldoen. Verschillende
scholen hebben hier verschillende uitgangspunten voor (subjectief). Voorbeelden zijn;
zelfontplooiing, talentontwikkeling, loopbaanoriëntatie, leren kritisch denken, etc.

Functies van onderwijs 
1. Kwalificatie = gericht op beroepsuitoefening en leert leerlingen kennis, vaardigheden en
houdingen om in de samenleving te handhaven en te ontwikkelen. Ze verwerven competenties
en kwalificaties.
 Technisch instrumenteel = kennis, vaardigheden, competenties. Bestrijken specifieke scholing
en daar bijhorende vaardigheden.
 Sociaal normatief = team werken, je aan de regels van een organisatie houden
(cultuuroverdracht), houdingen en eigenschappen nodig om samen te werken.
2. Differentiatie = voorbereiden op verschillende posities in de samenleving
 Selectiemechanisme = selectie binnen onderwijs (havo, vwo, etc.), leerlingen worden
geselecteerd voor een volgende stap in het onderwijs op basis van hun kwalificaties en welke ze
nog moeten verwerven.

,  Allocatie = Eenmaal van deze kwalificaties voorzien kunnen ze zich de daarbij behorende
positie op de arbeidsmarkt verwerven. Allocatie is gericht op vakgebied (technisch, sociaal,
zorg, etc.). De mate van differentiatie bepaalt de sterkte van de selectie en allocatie.
3. Integratie = overdragen van normen en waarden. Gemeenschappelijke basis is een voorwaarde
voor maatschappelijke samenhang.
 Identificatie = jezelf identificeren met het land en de heersende normen en waarden
 Legitimatie = onderwijs moet samenleving stabiel houden, dat en respect voor je land leer je op
school

Meer effecten dan functies;
4. Emancipatie = zowel persoonlijke als collectieve ontwikkeling (individueel & groepsniveau). Voor
zover onderwijs de ontwikkeling van persoonlijkheid bevorderd of individuen in staat stelt een
goede opleiding te volgen en een maatschappelijke positie te verwerven die recht doet aan hun
kwaliteiten en vermogens kunnen we spreken van individuele emancipatie. Kan ook op collectief
niveau.
5. Reproductie = maatschappij reproduceert. school levert bij aan continuering van
maatschappelijke verhoudingen gekenmerkt door ongelijkheid op uiteenlopende terreinen
(kennis, inkomen, macht).




College
aantekeningen vorig
jaar
De volgorde van de
colleges klopt misschien
niet en ik heb er ook een
paar gemist, maar dit zijn
al
mijn aantekeningen.

, ---
Doelen en functies van
onderwijs
Onderwijs is gedefinieerd
als vorm van
georganiseerde en
geprofessionaliseerde
socialisatie.
Doelen van onderwijs
(Ministerie van OCW):
1. Persoonsvorming
2. Burgerschap
3. Beroepsuitoefening
Functies van onderwijs
(Peschar)
1. Kwalificatie

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nadiaschadenberg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€9,99
  • (0)
  Kopen