Infecties en ontsteking
Ontsteking = beschermingsmechanisme van lichaam.
Beschermingsmechanisme:
1. mechanisme barrières: huid, slijmvliezen. Secreties (enzymen): speeksel en tranen.
2. aspecifieke afweer: ontstekingen
3. specifieke afweer (immuniteit door antigenen)
ontsteking:
specifieke reactie van lichaam op beschadiging weefsel op prikkels van buiten. Men spreekt
van infectie als een micro-organisme of virus het lichaam is binnengedrongen en
vermeerderd. Weefselbeschadiging door: Koud, huid doorboren, ligamenten afscheuren,
radiologie, micro-organimse.
Acute ontsteking:
- Warm = calor
- Rood = rubor
- Pijn = dolor
- Zwelling = tumor
- Functie verlies = functio laesa
Cytokinen (stoffen uit mastcellen bij weefselbeschadiging = histamine, bradykinine,
caglandines. Gaan bloedbaan in.
Actieve mestcellen en macrofagen productie chemische signalen. Mest cel: bindweefsel,
bevat secretie-granules. Produceert o.a. histamine. Er komt lokale bloedvatverwijding en
toename permeabiliteit (=meer vocht en voedingsstoffen uit bloedvat kunnen)
Fases:
1. cytokinen (w.o histamine en bradykinine. Vasodilatatie calor, rubor. Verhogen
permeabiliteit exsudaat tumor, effect zenuwen dolor. Bloedtoevoer neemt toe en
hierdoor kunnen eiwitten naar buiten het weefsel in, zo kunnen eiwitten vocht opnemen (dan
zwelling) er wordt fibrine uitgestoten voor littekenweefsel. Neutrofile ruimen alles op.
Excudaat (=vocht of pus uit wond):
- Sereus, bv bij allergie.
- Fibrineus (plakkerig), verhoogde kans littekenweefsel
- Purulent, bij bacterieel infect (pus/abces)
- Haemorrhagisch (bloederig), bij beschadiging bloedvaten
2. cytokinen diapedese leucocyten (aantrekken van witte bloedcellen, granylocyten,
lymfocyten, mestcellen) opruimen. Epiteel weefsel raakt geactiveerd. Adhesie plakken vast
aan epitheelweefsel en dat door nieuw signaal molecule vrij om op te ruimen en aan werk
gaan (transmigatie).
3. proliferatie fase. fibrolasten herstel. Fibrine zorgt dat weefsel wordt zoals het moet zijn.
Herstel: littekens, regeneratie, resolutie. Duurt 72 uur. Remodulering in geval van enkel weer
belasten zodat weefsel zich kan herstellen.
- Systemic response = heel lichamelijk niet lekker zoals koorts. Koorts, malaise,
hoofdpijn, moeheid, eetlustverlies, verhoging.
- Complicaties: lokaal: spierspasme na musculoskeletale beschadiging. Verminderde
long en hartfunctie.
- Sec. infectie
- Chronisch worden: aansluitend aan acute als niet alles is opgeruimd. Of als reactie
op chronische irritatie zoals roken, langdurige abnormaal immuunrespons. Minder
zwelling en vocht, veel cellen actief, weefseldestructie meer, veel collageen, veel
, littekenweefsel en granuloomvorming (overreactie/wildvlees). Complicatie: ulcus en
perforatie.
Behandelen:
Midicamenteus:
- Paracetamol voor pijn en koorts
- Aspirine voor pijn, koorts en ontsteking
- NSAID
- Corticosteroiden. Maag en bloedingen en geen pijnremming
Steroiden:
Voordelen: stabiliseren vasculair systeem minder cellen verminderen
ontstekingsmediatoren. Blokkeren immuunrespons.
Nadelen:
Blokkeren immuunrespons
Katabole effecten
Vertraging wondgenezing
Maagbloeding
Water en zoutretentie oedeem
Stimuleren gluconeogenese diabetes
Invloed feedbackmechanisme niet plotseling stoppen