Hoofdstuk 1. Monetair beleid
1.1 Inleiding
De werkgelegenheid die bij bedrijven verdwijnt, komt niet zomaar terug. De afgelopen jaren zorgde
Corona ervoor dat miljoenen mensen hun banen verloren, omdat veel bedrijven hun deuren moesten
sluiten door faillissement. Om dit te beperken kwam de overheid met steunmaatregelen, waardoor
bedrijven overeind konden blijven en zo hun werknemers in dienst konden houden. Het geld voor die
steunmaatregelen komt van overheden, daarbij ondersteund door centrale banken. Alleen geven
overheden meer geld uit dan begroot, dit in een poging te voorkomen dat een kortdurende crisis
omslaat in een langdurige crisis omdat het publiek minder gaat uitgeven. Het geld voor de
maatregelen leent de overheid op de kapitaalmarkt, dit kan alleen wel leiden tot een stijging van de
rente, waardoor het lenen duurder wordt voor de overheid en het stimulerende begrotingsbeleid
moeilijker is vol te houden. Centrale banken helpen overheden hierbij de rente laag te houden.
Centrale banken zijn verantwoordelijk voor het monetaire beleid, waarbij rente hun belangrijkste
instrument is.
In deze lesbrief: hoe overheden en centrale banken met hun beleid bijdragen aan het stabiliseren van
de economische onevenwichtigheden en streven naar economische groei.
1.2 De toezichthoudende rol van de centrale bank
1.2.1 Waarom een centrale bank?
Directe ruil → goederen worden direct tegen andere goederen geruild. Als de samenleving complexer
wordt betekent dit dat het ruilproces ook complexer wordt, directe ruil zorgt voor steeds hogere
transactiekosten. Geld zorgt voor een efficiëntere manier van ruilen tussen mensen, met zo min
mogelijk transactiekosten. Geld is een algemeen aanvaard ruilmiddel, het is dus ook van belang dat
de gehele samenleving geld als ruilmiddel accepteert.
Voor de functie oppotmiddel is het van belang dat geld zijn waarde over een lange tijd behoudt, want
als bewaard geld in de tussentijd een groot deel van zijn waarde verliest, betekent dit dat het in de
toekomst veel minder goederen en diensten waard zal zijn, de koopkracht/reële waarde van geld is
dan gedaald.
De functie rekenmiddel is een snelle manier van onderlinge waardebepaling tussen goederen en
diensten die niet hetzelfde zijn, dit versterkt de efficiëntie van het ruilproces van geld.
Voor de economie is het belangrijk dat het vertrouwen in geld groot is. Daarom heeft elk land een
aparte instelling die ervoor moet zorgen dat geld zijn waarde behoudt, zodat het publiek geld blijft
gebruiken en het handelen in geld efficiënt verloopt. Deze aparte instelling is de centrale bank.
1.2.2 De maatschappelijke geldhoeveelheid.
Voor het instandhouden van het vertrouwen in geld moet de centrale bank in staat zijn de
geldhoeveelheid te beheersen.
Publiek = alle gezinnen + bedrijven - banken.
Voor bestedingen is geld nodig.
, Maatschappelijke geldhoeveelheid = geldhoeveelheid waarmee het publiek direct bestedingen kan
doen, dus niet het geld op een vastgezette spaarrekening. Wordt onderverdeeld in chartaal en giraal
geld.
Chartaal geld = alle munten en bankbiljetten in handen van het publiek, dus niet het geld in
pinautomaten etc.
Giraal geld = geld op direct opeisbare betaalrekeningen bij banken.
M1 = symbool voor maatschappelijke geldhoeveelheid
Geldschepping = M1 groeit → meer geld komt in handen van het publiek → bestedingen kunnen
toenemen.
Geldvernietiging = M1 daalt.
Banken kunnen de omvang van M1 vergroten of verkleinen en hebben daarmee rechtstreekse invloed
op de bestedingen van het publiek.
M1 vergroten verloopt vooral via kredietverlening: Als iemand geld te kort komt voor een aankoop kan
hij het lenen bij de bank, waardoor zijn geldhoeveelheid wordt vergroot → er komt dus meer geld in
handen van het publiek → M1 stijgt → geldschepping.
Wel moeten banken ervoor zorgen dat zij genoeg geld achterhouden voor als klanten giraal geld
willen omzetten in chartaal geld of online betalingen willen doen.
M1 vernietigen ligt aan het spaargedrag van het publiek. Iemand maakt geld over van zijn
betaalrekening naar zijn spaarrekening → geld is niet meer in handen van het publiek → behoort niet
meer tot giraal geld → M1 daalt → geldvernietiging.
1.2.3 Het financiële toezicht van de centrale bank
Centrale bank houdt toezicht op: - Banken
- Pensioenfondsen
- Verzekeringsmaatschappijen
- Andere financiële instellingen
Doel: publiek behoudt vertrouwen dat hun geld veilig is bij deze instellingen.
Ze houden toezicht op financiële gegeven van deze instellingen om zo faillissement te voorkomen →
anders schade in het vertrouwen aan geld.
Banken → schakel tussen spaarders en leners → profiteren van verschil in tijdsvoorkeur tussen deze
twee.
Tijdsvoorkeur = geeft aan in hoeverre iemand de voorkeur geeft aan huidige bestedingen i.p.v
toekomstige.
Spaarders → lage tijdsvoorkeur, stellen bestedingen uit tot een later tijdstip.
Leners → hoge tijdsvoorkeur, halen bestedingen naar voren.
Intertemporele ruil = ruilen over tijd → banken maken dit mogelijk. Spaarders geven hun geld in ruil
daarvoor krijgen ze rente. Leners geven hun geld (in vorm van x% rente over het geleende bedrag) in
ruil daarvoor krijgen ze nu al vast een bedrag om te kunnen spenderen.
Rente is ook een vergoeding voor het debiteurenrisico en inflatierisico dat spaarders lopen.
Debiteurenrisico = risico van het niet terug krijgen van geld.
Inflatierisico = risico dat de reële waarde van spaargeld daalt door de stijging van algemeen prijspeil
→ inflatie.
Rentemarge = verschil tussen rentepercentage → leners betalen hogere rente dan spaarders →
inkomen van bank.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bovandergiessen1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.