1-13 n 18-22
,H1 De praktijk van wetenschappelijk onderzoek
Common sense beeld (cs)
Wetenschapper in het common sense beeld: hun onderzoek leidt naar theorieën over de
werkelijkheid die getoetst worden aan de hand van de feiten. Omdat de feiten verkregen zijn
door wetenschappelijke methode te volgen, neemt men aan dat de wetenschap het bij het
juiste eind heeft. Normen en waarden doen er niet toe in de wetenschap. Wetenschap is
autonoom en de resultaten zijn niet afhankelijk van externe invloeden zoals politiek.
Wetenschappers zijn neutraal, onafhankelijk, maatschappelijk waardevrij en normatief.
De variatie van artikelen is erg groot, daarom kan er op basis van inhoudelijke
karakterisering geen antwoord gegeven worden op de vraag; wat is wetenschap? > variatie
is kleiner als je kijkt naar opbouw: samenvatting, inleiding, materialen, methoden, resultaten,
discussie, conclusie, referenties en dankwoord. Dit spiegelt de gedachte dat wetenschap
een zuiver rationele onderneming is (cs). Ook het taalgebruik weerspiegelt dit.
scientistische visie
De scientist meent dat er maar een vorm van kennis is - namelijk wetenschappelijke kennis-
en dat alle andere vormen van kennis ofwel herleid kunnen worden tot wetenschap ofwel het
label ‘kennis’ niet waard zijn. Er zijn geen grenzen aan de wetenschap, alles wat niet
wetenschappelijk bewezen kan worden bestaat niet of is ongeldig.
Traditionele visie
Er zijn vele vormen van kennis: wetenschap, goed en kwaad, genade en schoonheid,
ethische en artistieke waarden, geschiedenis, literatuur, meditatie, religie en omgeving.
De normen van Merton (communisme, universalism, diintresteness, organised sceptisch)
Communisme
Wetenschap is gemeenschappelijk bezit. Resultaten moeten openbaar zijn en onderzoek is
toegankelijk voor iedereen.
Universalism
Wetenschappelijke uitspraken dienen onderworpen te worden aan onpersoonlijke criteria
zoals overeenstemming met observaties en reeds geaccepteerde kennis. Het is
onafhankelijk van ‘irrationele criteria’ (ras, geslacht, positie etc). Ook de selectie van
wetenschappers behoort alleen op grond van bekwaamheid te geschieden.
Disinterestedness
De persoonlijkheid van de onderzoeker mag geen invloed hebben op de resultaten van
iemands onderzoek. Dit moet fraude en bedrog in wetenschap voorkomen.Als dit lukt, dan is
dit volgens Merton doorgaans niet het gevolg van de hoogstaande moraal van individuele
wetenschapper, maar van interne kwaliteitsbewaking door georganiseerde wederzijdse
kritiek. Dit doen zij door middel een kritisch beoordeling van andere wetenschappers.
, Georganiseerd sceptisme
Een basishouding van wantrouwen tegenover wetenschappelijke resultaten. Deze houding
is vooral gesystematiseerd en geïnstitutionaliseerd op het punt waar beslist wordt over de
publicatie: peer review.
H2 ontwikkeling penicilline
ontdekken
Ontdekkingen zijn niet, zoals het lijkt, een spontane ingeving. Het is vaak een proces waar
meerdere mensen aan bijdragen en meedenken. De media en maatschappij bepaalt
uiteindelijk of iets relevant is/ op de markt komt.
H3 de evolutie van de mens
Wetenschap is gebonden aan culturele normen en waardes. Zo zie je op plaatsjes van
neanderthalers dat de vrouwen ‘topjes’ dragen, terwijl wij hier niks van af weten. Ook is het
plaatje van de evolutie van aap naar mens een man ipv een vrouw. De formulering van
wetenschappelijke kennis staat dus niet los van de tijd waarin onderzoekers leven.
H4 en H5
H6 Standaard beeld van de wetenschap (nomologie= wetmatig)
Het ontwikkelen van ware kennis over de ons omringende werkelijkheid. Wetenschap wordt
verricht vanuit een waarheids- of verklaring perspectief. De onderzoeker wilt de regels
ontdekken volgens welke de verschijnselen om ons heen zich gedragen. Eenmaal die
wetten gevonden, kunnen we ook verklaren. Theorieën zijn nu netwerken van zulke
natuurwetten voor een bepaald gebied. Theorieën leveren ons inzicht in de wereld doordat
ze verklaren hoe iets gebeurt. Wetenschap is een rationele onderneming in tegenstelling tot
openbaring, mystiek of intuïtie.
In de wetenschappelijke theorievorming moet elke stap die gezet wordt verantwoord en
gerechtvaardigd te kunnen worden louter en alleen met een beroep op door waarneming of
experiment verzamelde feiten en/of door logische argumenten. Logica en feiten vormen dus
de pijlers van de wetenschappelijke rationaliteit. Alleen kennis hierop gebaseerd mag als
betrouwbaar worden beschouwd.> Een empirische theorie (aka over wereld om ons heen)
moet verifieerbaar zijn door een beroep op de feiten. Als de feiten de theorie tegenspreken,
dan moet de theorie door een kloppende vervangen worden.
Theorie ontwikkeling is echter niet rationeel. Een theorie ontstaat juist uit creativiteit. Alleen
kan de uitleg van de theorie niet terugvallen op toeval/intuïtie dus moet hij met argumenten
logisch worden uitgelegd/gedacht door middel van feitenmateriaal. Pas als dit geaccepteerd
wordt door de gemeenschap, spreken we van nieuwe kennis. Als het wel geleid wordt door
vooroordelen/geen feiten of de ‘bril’ van de waarnemer, dan moet het nieuwe stukje kennis
geaccepteerd zijn door mensen met dezelfde ‘bril’ op. Dan zou een theorie net zoals het
scheppingsverhaal zijn. > Een theorie is wetenschappelijk als hij geverifieerd kan
worden aan de hand van feiten die door een theorievrij waarneming zijn verkregen.