BURGERLIJK PROCESRECHT
Week 1
Algemeen, beginselen, rechterlijke bevoegdheid, dagvaarding of verzoekschrift
Werkgroep opgaven week 1
Vraag 1
Jan Smit (wonende te Ede) is met zijn Mercedes op het plein voor Station Antwerpen Berchem tegen
de Saab van Kees de Lange (wonende te Breda) gereden. Kees had net zijn auto in een parkeervak op
het plein geparkeerd, toen Jan bij het wegrijden uit zijn parkeervak met grote vaart tegen de auto
van Kees botste. Kees wil de materiële schade aan de auto die € 7.500,- bedraagt, verhalen op Jan;
daarnaast wil hij smartengeld ad € 3.000,- vanwege de grote schrik. Kees de Lange wil zijn
vorderingen tegen Jan Smit in rechte aanhangig maken, het liefst voor de Nederlandse rechter. Maar
nu het ongeluk in Antwerpen is gebeurd, vraagt hij zich af of dit mogelijk is.
a. Kan er voor de Nederlandse rechter worden geprocedeerd, en zo ja, is de Nederlandse rechter
exclusief bevoegd?
Dat het ongeluk in Antwerpen heeft plaatsgevonden doet in beginsel niet af aan de bevoegdheid van
de Nederlandse rechter. Volgens art. 4 EEX-Vo is namelijk de rechter in de woonplaats van gedaagde
bevoegd. In dit geval is Jan Smit gedaagde en zou een rechter in Ede (zijn woonplaats) dus bevoegd
zijn. Art. 7 EEX-Vo is hier niet van toepassing, omdat Kees niet in Antwerpen woont.
De rechter is niet exclusief bevoegd.
Jan smit woont in Ede en Kees de Lange woon in Breda. Ongeluk vindt plaats in Antwerpen. Er is
sprake van een OD (art. 6:162 BW). Kees vordert schade van €10.500.
Omdat er sprake is van een internationale kwestie (ook al wonen ze beide in Nederland). Dus er
moet worden gekeken naar art. 1 Rv (bepaalt dat de rechtsmacht, is alleen van toepassing op
burgerlijke en … zaken) en vervolgens naar EEX-Vo II. Kijken naar art. 4 lid 1 EEX-Vo (formeel
toepassingsgebied), de rechter van de woonplaats van gedaagde is bevoegd. Dus de rechter in
Nederland in Ede is bevoegd.
Er kan voor de Nederlandse rechter geprocedeerd worden, maar deze is niet exclusief bevoegd
aangezien het een onrechtmatige daad in Antwerpen betreft (art. 7-9 EEX-Vo II). Dus de Belgische
rechter is ook bevoegd.
b. Stel dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. Bij welke absoluut en relatief bevoegde
rechter zal Kees de procedure aanhangig dienen te maken? Bespreek in dit verband ook of de
kantonrechter bevoegd is.
Op grond van art. 42 RO neemt de rechtbank in eerste aanleg kennis van de burgerlijke zaak.
Absolute bevoegdheid gaat over de attributie. In dit geval zal de procedure dus aanhangig gemaakt
worden bij de rechtbank. Relatieve bevoegdheid gaat over distributie. De rechter die in dit geval
bevoegd is de rechtbank in de woonplaats van de gedaagde, dus in Ede (art. 99 Rv).
In dit geval zou ook de kantonrechter bevoegd kunnen zijn om kennis te nemen van de zaak. Art. 93
sub a en sub c Rv zeggen namelijk dat onder een vordering van €25.000 de zaak voor de
kantonrechter is. Belangrijk voordeel is hier dat er geen advocaat vereist is (geen
vertegenwoordiging).
,Op grond van art. 42 RO moet deze procedure aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank.
Is het een dagvaarding of een verzoekschriftprocedure? (art. 78 en 261 Rv)
Door art. 6:162 is het een dagvaardingsprocedure, want verzoek wordt niet genoemd (zie ook art.
6:96 BW)
Dagvaardingsprocedure art. 93 Rv → sub d tot a
C en D gaan niet op kijken naar sub a - dus kantonrechter (onder 25.000)
c. Stel de zaak is aanhangig gemaakt bij de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen. Wat zal de
rechter in dit geval doen?
Artikelen 100-106 Rv zeggen dat je in bepaalde gevallen mag kiezen waar je de zaak aanhangig
maakt. Dus in dit geval zou dit mogen.
→ art. 110
Vraag 2
Op 26 december 2021 bezoekt Karel de Jong samen met zijn echtgenote Caroline de brasserie ‘Het
Park’ om daar te gaan eten. De brasserie – gedreven door Vink BV, gevestigd te Amsterdam en
waarvan Berend Bakels eigenaar/directeur is, wonende te Arnhem – ligt midden in het bos op de
Utrechtse heuvelrug, onder de rook van Doorn, vlakbij Utrecht. Omstreeks 22.30 uur besluiten zij om
huiswaarts te gaan (Alkmaar). Intussen is de lichte sneeuw overgegaan in een ware sneeuwjacht. Op
het terrein van de brasserie is geen sneeuw geruimd. Caroline de Jong loopt vooruit naar de auto die
op het parkeerterrein van de brasserie is geparkeerd, terwijl Karel de Jong achterblijft om de
rekening te betalen. Nadat hij heeft afgerekend, verlaat hij de brasserie om zich ook naar de
parkeerplaats te begeven. Dicht bij de voordeur van de brasserie glijdt hij uit en komt ten val.
Hierdoor loopt hij ernstig letsel op aan zijn linker onderbeen (gecompliceerde botbreuk). De schade
van De Jong (ziekenhuis- en revalidatiekosten alsmede enkele maanden inkomensderving) beloopt
naar schatting € 50.000,-. De Jong vordert nu een verklaring van recht dat Vink BV jegens hem
onrechtmatig heeft gehandeld met veroordeling van Vink BV tot vergoeding van de reeds geleden en
nog te lijden schade als gevolg van het onrechtmatig handelen nader op te maken bij staat.
Noem in deze procedure het absoluut bevoegde gerecht en noem het/de relatief bevoegde
gerecht/gerechten. Bespreek in dit verband ook of de kantonrechter bevoegd is.
De brasserie is gevestigd in Amsterdam door Vink BV (eigenaar Bakels in Arnhem) – eiser komt uit
Alkmaar. Er is een vordering van Karel van €50.000.
Verklaring voor recht art. 3:302 BW (vordering) ook als de grondslag eigenlijk onrechtmatigheid
(grondslag).
Op grond van art. 42 RO neemt de rechtbank in eerste aanleg kennis van de burgerlijke zaak.
Het betreft hier een dagvaardingsprocedure (art. 261), omdat in art. 3:302 wordt gesproken van ‘op
vordering’, op grond van art. 78 jo 261 lid 1 en lid 2 jo art. 3:302 BW.
Omdat het een dagvaardingsprocedure is is art. 93 Rv (lezen van d naar a) van belang. Een verklaring
voor recht is een onbepaalde waarde. De kantonrechter is dus niet bevoegd, omdat de waarde van
de vordering boven de 25.000 ligt.
Absolute bevoegdheid gaat over de attributie. In dit geval zal de procedure dus aanhangig gemaakt
worden bij de rechtbank. Relatieve bevoegdheid gaat over distributie. De rechter die in dit geval
, bevoegd is de rechtbank in de woonplaats van de gedaagde, dus Amsterdam (art. 99 Rv), bij
ondernemingen kijken naar art. 1:10 BW, de statutaire zetel is in Amsterdam.
ook art. 1:14 van belang, plaats filiaal (utrecht).
Vraag 3
Peter en Sanne zijn in januari 2018 met elkaar getrouwd. Nu zij ruim twee jaar min of meer langs
elkaar heen hebben geleefd en Peter de kans op verzoening met Sanne zeer gering acht, wil hij
scheiden. Sanne is het hier niet mee eens. Zij is van mening dat de status quo voorlopig gehandhaafd
dient te blijven. Peter wil echter niet langer wachten en geeft zijn advocaat, mr. Hendrikse, de
opdracht de echtscheidingsprocedure te entameren (1:150 BW). Inmiddels woont Peter in
Rotterdam en Sanne in Dordrecht.
Bij welke absoluut en relatief bevoegde rechter zal Hendrikse de procedure aanhangig
maken? Bespreek in dit verband ook of de kantonrechter bevoegd is.
Op grond van art. 42 RO is de rechtbank hier in eerste aanleg bevoegd. Art. 815 Rv is hier van
belang. Dan de vraag of dit een dagvaardingsprocedure (art. 261 Rv) of een verzoekschriftprocedure
(art. 78 Rv) betreft. Dit betreft een verzoekschriftprocedure, dus art. 78 Rv. Dit zal plaatsvinden in
Dordrecht of in Rotterdam, woonplaats verzoeker of belanghebbende (art. 262 Rv, omdat
verzoekschrift).
Of de kantonrechter bevoegd is is afhankelijk van de materiële wet, in dit geval art. 1:150 BW.
Aangezien dit er niet in staat is de kantonrechter niet bevoegd.
Vraag 4
Mevrouw Van der Nat, wonende te Groningen, koopt vierentwintig handdoeken bij het
postorderbedrijf WEHKamp, gevestigd te Terneuzen. Omdat zij niet tevreden is over de kwaliteit van
de geleverde handdoeken, laat zij na te betalen. In de koopovereenkomst is overeengekomen dat
alle geschillen tussen verkoper en koper zullen worden gebracht voor de bevoegde rechter van de
plaats van vestiging van de verkoper. Wehkamp vordert betaling van de koopsom.
Onder welke voorwaarden is een dergelijk forumkeuzebeding toegestaan en zal de rechter
het beding ambtshalve dienen te toetsen? Zo ja, op grond waarvan? Zo nee, waarom niet?
Consumentenkoop art. 101 Rv. Dit is toegestaan.
Forumkeuzebeding houdt in dat de partijen zelf kiezen welke rechtbank relatief bevoegd is.
1. Forumkeuzebeding = geen algemene voorwaarde (maar kernbeding)
108 lid 1 Rv → In beginsel toegestaan
Maar is het een consumentenzaak? (art. 101 Rv)
108 lid 2 Rv: dan geldt het forumkeuzebeding niet, tenzij: sub a: forumkeuzebeding
aangegaan na ontstaan geschil, sub b: consument wendt zich tot in het forumkeuzebeding
aangewezen rechter (hier rb. Zeeland West, Brabant, Locatie: middelburg)).
Casus biedt in dit geval geen uitsluitsel. Gaat mevrouw van der Nat naar middelburg. Dan is
het beding geldig, Gaat mevrouw van der Nat naar Groningen? Dan is het beding niet geldig.
Ambtshalve toetsing? Art. 101 lid 1 Rv, ja ambtshalve toetsing.