Samenvatting de Bestuurlijke Kaart van Nederland, hoofdstuk 1
Het boek begint met het benoemen van kenmerken van het Nederlandse Openbaar Bestuur:
- Nederland is een constitutionele monarchie, dat wil zeggen dat een koning
staatshoofd is.
- Nederland is een rechtstaat: het overheidshandelen is onderworpen aan de regels
van het recht, zodat de overheid niet naar willekeur mag handelen. Dit wordt soms
ook nog wel het legaliteitsbeginsel genoemd: de overheid mag alleen handelen op
grond van wettelijke bevoegdheden.
- Nederland kent een gedeeltelijke scheiding der machten (trias politica), dat wil
zeggen dat de wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende macht in sterke mate
onafhankelijk van elkaar zijn en elkaar controleren.
- Nederland heeft een scheiding van kerk en staat. Er is geen staatskerk, dat wel het
geval is in het VK.
- Nederland heeft een parlementair stelstel, wat inhoudt dat de inwoners rechtstreeks
het hoogste besluitvormende orgaan kiest, de tweede kamer, waaraan de regering
verantwoording schuldig is.
- Een van de twee pijlers van het parlementaire stelsel is het beginsel van ministeriële
verantwoordelijkheid: De ministers zijn verantwoordelijk, ook voor het optreden van
het staatshoofd en voor het doen en laten van ambtenaren.
- De tweede pijler is de vertrouwensregel: ministers worden geacht af te treden
wanneer de volksvertegenwoordigers geen vertrouwen meer in de minister hebben.
- Het parlementaire stelsel is dualistisch: volksvertegenwoordigers zijn onafhankelijk
van de regering en ministers kunnen geen deel uitmaken van de Staten-Generaal.
- De Kroon benoemt formeel de ministers, burgemeesters en commissarissen van de
Koning
- Het Nederlandse kiesstelsel is gebaseerd op een stelsel van evenredige
vertegenwoordiging, wat wil zeggen dat het aantal zetels voor een partij in
overeenstemming is met de aanhang van die partij onder de bevolking. Er is ook geen
kiesdrempel, dus er is geen minimaal aantal stemmenpercentage wat behaald moet
worden.
- Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Er is sprake van een overheid
die zaken aan lagere overheden kan opleggen, maar ook is er sprake van taken,
verantwoordelijkheden en bevoegdheden die overgedragen zijn aan lagere
overheden.
, - Een constitutioneel hof is in Nederland niet aanwezig, zodat er geen onafhankelijke
rechterlijke instantie is die wetten toetst aan de grondwet.
- Nederland kent functioneel bestuur, dat wil zeggen bestuursorganen die – anders
dan de drie territoriale bestuurslagen Rijk, provincie en gemeente – een beperkt,
wettelijk vastgelegd takenpakket hebben. Waterschap is een goed voorbeeld van een
functioneel bestuur.
Hoofdstuk 2
2.1 Parlementair stelsel
Nederland is een democratie waarin de bevolking van 18 jaar en ouder de Tweede Kamer
kiest. Binnen dit stelsel zijn er twee principes:
Het eerste principe is dat de koning onschendbaar is en zijn de ministers verantwoordelijk
(ministeriële verantwoordelijkheid). Dit betekent dat de ministers verantwoording moeten
afleggen over het doen en laten van het koningshuis en over het functioneren van het
ambtenarenapparaat dat het beleid uitvoert namens de regering. De ministers worden
gecontroleerd door het parlement
Het tweede principe is dat het kabinet een meerderheid moet hebben van vertrouwen
vanuit de Tweede Kamer. Niet alleen het kabinet, maar ook de individuele ministers. Dit
wordt ook wel de vertrouwensregel genoemd (motie van wantrouwen, motie van afkeuring
en motie van treurnis.
Er zit tevens een verschil in de term ‘Koninklijke familie’ en het ‘Koninklijk Huis’. Het
Koninklijk huis is hetgeen waarover ministeriele verantwoordelijkheid voor wordt gedragen.
2.2 Rechtstaat
De Staat is onderworpen aan de regels van het recht. Dit betekent automatische dat
Nederland een Rechtstaat is. Een rechtstaat heeft de volgende kenmerken:
1. Het handelen van de overheid moet zijn gebaseerd op bevoegdheden die uit wetten
komen.
2. Er is een trias politica (machtenscheiding). Wetgevende macht (legislatieve),
uitvoerende macht (de executieve) en de rechtsprekende macht (de jurisdictieve).
Deze drie zijn onafhankelijk van elkaar en controleren elkaars functioneren. Echter is
de regering (uitvoerende macht) actief betrokken bij de wetsvoorbereiding (de
wetgevende macht).
3. Het bestaan van vrije (iedereen mag stemmen op hij/zij wil) en geheime (geheim op
wie je stemt) verkiezingen.
4. Heb hebben van grondrechten (recht op vrijheid van meningsuiting)
5. Het bestaan van vrije en onafhankelijke media (persvrijheid)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper reinoutdegroot. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,00. Je zit daarna nergens aan vast.