Uitvoering Zorglogistiek
Aan de slag met zorgpaden en sociale netwerken
Naam: Wendy van Zanten
Studentnummer: 17052327
Praktijkopleider: Anja Scheringa
Praktijkbegeleider: Sylke van Miltenburg
Docent begeleider: Anita Ham
Datum: 2 november 2021
,Inhoudsopgave
Inleiding ................................................................................................................................................... 3
Casus meneer E. .................................................................................................................................. 3
Interacties tussen de zorgpaden ......................................................................................................... 4
Bijlagen: ................................................................................................................................................... 5
Bijlage 1: Indicator Complexiteit van de patiënt ................................................................................. 5
Bijlage 2: Uitwerking Sociale Kaart ...................................................................................................... 8
Bijlage 3: Uitwerking tool ‘Wie-is-Wie’................................................................................................ 9
Bijlage 4: Uitwerking Zorgpad meneer E. .......................................................................................... 10
Bijlage 5: Reflectieverslag Uitvoering opdracht Zorglogistiek........................................................... 17
Bijlage 6: Beoordelingscriteria opdracht Zorglogistiek ..................................................................... 20
Bijlage 7: Beoordeling uit de praktijk ................................................................................................ 22
Literatuurlijst ......................................................................................................................................... 24
, Inleiding
De opdracht zorglogistiek is uitgevoerd op de afdeling Longgeneeskunde van het HagaZiekenhuis. Hiervoor heb
ik me verdiept in de casus van meneer E. De casus is ten eerste gescoord op complexiteit middels de scorelijst
‘Complexiteit van de patiënt’ (Vreugdenhil & van Gunsteren, 2017). Naar aanleiding van de casus van deze
patiënt is dit verslag ‘Zorglogistiek’ opgesteld. Het verslag is opgesteld middels de stappen van ‘Positieve
Gezondheid’ van Machteld Huber (Zorgvoorbeter.nl, z.d.). Dit zijn een aantal basisvragen op het gebied van
lichaam, gevoel en gedachten, zinvol leven, kwaliteit van leven en meedoen in het dagelijks leven. Deze vragen
heeft de student als uitgangspunt gebruikt voor de uitvoering van haar opdracht. Om het sociale netwerk van de
patiënt inzichtelijk te maken heeft de student een ecogram gemaakt. Tevens heeft zij een eenvoudigere versie
van het ecogram middels de tool ‘Wie-is-Wie’ voor de patiënt gemaakt. Hierin staan de voor hem belangrijkste
sociale contacten en zorgverleners beschreven. Daarnaast wordt er in dit verslag het persoonlijke zorgpad van
meneer E. uitgewerkt.
Casus meneer E.
Meneer E. is een 77-jarige, samenwonende, gepensioneerde man. Meneer woont samen met zijn vrouw in een
appartement op de begane grond in Den Haag. Meneer heeft geen kinderen en ook geen kleinkinderen. Meneer
heeft goed contact met zijn zwager. Hij betekend veel voor meneer en zijn vrouw, en doet onder andere
boodschappen voor hen, en brengt hen ergens naartoe als zij vervoer nodig hebben. Verder is er goed contact
tussen te de zussen van zijn vrouw, echter wonen deze niet in de buurt; één zus woont in Rosmalen, en één zus
woont in Haarlem. Zij zien elkaar dus niet zo vaak, maar er is goed telefonisch contact. Meneer maakt geen
gebruik van hulpmiddelen, en is volledig zelfstandig. Wel komt er eenmaal in de veertien dagen een
huishoudelijke hulp langs, die dan het hele huis onder handen neemt.
Op somatisch gebied is meneer bekend met COPD gold III, niet kleincellig longcarcinoom, hypertensie, ziekte
van Crohn, reumatoïde artritis, heeft in het verleden een Aneurysma Aorta Abdominalis gehad en is verder ook
bekend met nierstenen. Op 26 juli jl. heeft meneer een CT-abdomen gehad. Hieruit is gebleken dat de situatie
rondom de nierstenen ongewijzigd is, en deze op dit moment geen belemmering vormen in de urinewegen. Op
de CT-scan is wel iets anders verdachts gevonden, namelijk intrapulmonale massa’s in de linker onderkwab
(LOK). De uroloog heeft overleg gehad met de longarts, waarna er is besloten dat meneer op de poli van de
Longgeneeskunde langs moet komen, met vooraf een X-Thorax. Vervolgens is meneer op 13/8 op de longpoli
langs geweest. Meneer oogt niet ziek, uit in rust geen dyspone, saturatie bij kamerlucht is 96%. Uit de X-Thorax
is gekomen dat er een grillige massa te zien is in de LOK van 46 x 33 mm en in de linker bovenkwab (LBK) zijn
meerdere kleine stipjes gezien die niet groter zijn dan 6 mm. In de week daarna heeft meneer meerdere
aanvullende onderzoeken gehad: PET/CT, Fietsergometrie (fietstest), perfusiescan en een CT-geleide punctie.
Meneer is op 23/9 opgenomen en wordt op 24/9 geopereerd. Er zal middels een VATS een lobectomie van de
LOK plaatsvinden. Meneer ervaart weinig klachten van de longcarcinoom, is iets sneller moe dan voorheen en is
in de afgelopen maand twee kilo afgevallen. Dit wijt meneer echter aan zijn verhuizing afgelopen maand. De
operatie is ongecompliceerd verlopen, meneer heeft na OK één nacht op de PACU verbleven. Op 25/9 kwam
meneer retour naar de longafdeling.
Meneer kwam terug met een Thopaz (drain) op -2 waterslot, een zenuwblokkade middels ropivacaïne op stand
8.0 ml/uur en een blaaskatheter. De drain mag verwijderd worden indien deze minder dan 400cc in 24 uur heeft
geproduceerd en indien de drain 24 uur geen luchtlekkage heeft gehad. Op 26/9 mocht de katheter verwijderd
worden. De drain moest uiteindelijk inblijven tot en met vier oktober; de drain bleef per dag zo’n 100cc
produceren, en had een persisterend luchtlek tussen de 40-100 ml. Daarnaast ontwikkelde meneer sinds één
oktober ook subcutaan emfyseem rond de insteekopening van de drain. Op vier oktober heeft er een MDO
plaatsgevonden, waar is besloten dat meneer voor reVATS (her-OK) moet, gezien het persisterende luchtlek.
Op vijf oktober is meneer voor reVATS geweest. Tijdens de operatie is een nieuwe drain geplaatst, en heeft
meneer na de operatie een nacht op de PACU verbleven. Op zes oktober kwam meneer retour naar de
longafdeling. Uiteindelijk mocht de drain op zeven oktober verwijderd worden. Op acht oktober werd ook de
zenuwblokkade gestopt. Toen het bleek dat dit goed bleef gaan, en meneer geen pijn ervaarde, mocht meneer