Praktische psychologie voor sociaal werk
Hoofdstuk 0
Psychologie: wetenschap van gedrag en geestelijke processen (denken, voelen) zimbardo
2017
Letterlijk: studie van de geest ( oud grieks: psyche = geest. lagos = kennis)
Pedagogiek: wetenschap van het opvoeden, letterlijk: kinderleiding (oud grieks =
paidagoogia)
Psychologie en pedagogiek zijn empirische wetenschappen (ervaringswetenschappen)
Empirische wetenschap bewijst dingen door observatie of experiment
Beschrijft het studieobject
Verklaart de verschijnselen (theorieën) en voorspelt op grond van die theorieën
dingen die getoetst kunnen worden: als x dan y → casuaal verband
Psychologische wetten zijn waarschijnlijkheden, geen zekerheden zoals in de fysica
mensen zijn geen automaten: een individu kan bijna altijd afwijken van wat je
verwacht
Psychologie en pedagogiek helpen bij het contact te maken en met (het probleem van) een
cliënt beter te begrijpen.
Attributietheorie: beschrijft hoe leerlingen kunnen denken over hun eigen succes of falen.
Hoe ze dit toeschrijven aan factoren of buiten hun eigen levenssfeer - daardoor stel je goede
vragen en luister je beter.
Spiegelneuronen zijn neuronen die actief of actiever worden wanneer je waarneemt wat
iemand anders doet, op dezelfde plek in de hersenen als bij degene die de actie uitvoert. En
'actie' kan dan slaan op bewegen of spreken, maar ook op: wat iemand voelt of zelfs
emotioneel ervaart.
Hierbij zien de hersenen het als: use it or loose it. Wanneer je het niet gebruikt, verdwijnt het.
Juist in de eerste jaren is het van belang dat je dus bijv een kind zijn gevoelens leert
spiegelen, anders gevolgen als gebrek aan empathie etc
Wetenschap toetst of iets ook echt waar is, tot het tegendeel blijkt- want wetenschap
ontwikkelt zich ook. Wetenschap werkt methodisch. Ze nemen dingen waar, onderzoeken
dingen, schrijven die, bedenken een mogelijke verklaring (hypothese) en kijken of die juist is
door een voorspelling te doen die je kunt controleren door observatie of een experiment.
Stroming in de psychologie: we spreken hiervan als een tijd lang een bepaalde opvatting
over het vakgebied domineert. Andere bewoording: een perspectief of een paradigma
De wetenschap psychologie begon in Duitsland, in Leipzig Daar stichtte de filosoof en arts
Wilhelm Wundt een psychologisch laboratorium. In de VS was dat al vier jaren eerder door
William James gebeurd maar Wundt werd er beroemder door.
In Leipzig ging men psychologische onderzoekingen doen. Een medewerker van Wundt was
een natuurkundige, Gustav Fechner. Het begon met onderzoek naar zintuiglijke waarneming,
het waarnemen van verschillen: Wanneer zie je dat het licht van een brandend lampje is
toegenomen? Wanneer voel je dat een gewicht in je hand zwaarder is geworden? Als je
twee potloodpuntjes op je huid drukt maar steeds dichter bij elkaar, op welke afstand voel je
dan nog maar één punt? Dit soort experimenten deed men en ontdekte dat je dat ook echt
, kon meten en in een formule uitdrukken. Het gaf niet direct veel inzicht in menselijk gedrag
maar het begin van een wetenschap was er.
Perspectieven
Begin: biologisch, vanuit lichaam kijken naar geest kijken, pijn prikkeling, prikkel grens,
geheugen. Dit is niet echt een perspectief en valt veelal samen met neurofysiologisch
perspectief.
1. Psychoanalytisch perspectief (psycho-analyse), Freud noemde het de
psychoanalyse. Tegenwoordig spreekt men liever van de psychodynamische theorie.
Dynamica betekent krachtenleer en daar gaat het in de theorie feitelijk om, om
psychische krachten. De psychodynamica begon ongeveer rond 1900 en bestaat nog
steeds. Psychische krachten kunnen je ook ziek maken zoals je ongelukkig voelen,
angsten hebben, verteerd worden door jaloezie, onbeheersbare behoefte hebben aan
seks e.d. Dat zijn geen medische problemen maar psychische. Door het uitpluizen
van de psyche van lijdende mensen, vandaar psychoanalyse, kun je hen helpen.
Door te praten dus. Freud werd een ‘praatdokter’. Freud noemde de aangeboren
driften het Es (Id). De driften willen bevrediging maar dat kan zomaar niet in een
samenleving, je moet rekening met anderen houden. Dat gebeurt doordat je je
gezonde verstand gebruikt, dus rekening houdt met de realiteit, wat kan en wat niet
kan. Dat werd het Ich (ego) genoemd. Bovendien worden je driften ook nog in toom
gehouden doordat je een geweten hebt, het Uber-ich (superego). Dit is de
psychodynamische theorie over de persoonlijkheid
In het kort: Sigmund Freud: gedrag wordt sterk bepaald door het onbewuste. in dat
onbewuste zitten aangeboren driften en verdrongen. Ego (bewuste), ID (onbewuste, zoekt