Medische kennis samenvatting semester 1
Week 1, AF:H12.5 t/m 12.7.4, H12.8 t/m 12.9.2, H12.12 t/m 12.14
Centraal zenuwstelsel bestaat uit: de hersenen, ruggenmerg en zenuwen.
5 functies van het centraal zenuwstelsel:
1. Regulatie van activiteiten van weefsels en organen.
a. Bij hardlopen de ademhaling verhoogd
2. Coördinatie van activiteiten van weefsels en organen.
a. Bij praten, stembanden, luchtwegen tong etc werken dan samen 3.
Regulatie en coördinatie van vegetatieve functies.
a. Ademhaling, hartslag, etc werken zonder dat je erover nadenkt.
4. Coördinatie van contacten met de buitenwereld
a. Te kunnen communiceren met anderen, bij koud weer (warm blijven) 5.
Coördinatie van de psychische functies.
a. Bewustzijn, gevoel, emoties
Centraal zenuwstelsel Perifeer zenuwstelsel
Hersenen Hersenzenuwen
Ruggenmerg Ruggenmergzenuwen
Zenuwen van het vegetatieve zenuwstelsel
Sulci= De groeven in het geplooide
hersenoppervlak.
Gyri= De windingen in het geplooide
hersenoppervlak.
Insula= Eilandje, in de sulci lateralis groef. Dit is
het niet zichtbare deel van de grijze stof.
Hemisferen= De 2 hersenhelften, tussen de
hemisferen lopen verbindingen, waarvan de
belangrijkste de corpus callosum is.
Corpus callosum (hersenbalk)= Belangrijkste
commissuur tussen de hemisferen.
, 1. Fissura longitudinalis
2. Gyrus precentralis
3. Sulcus centralis
4. Gyrus postcentralis
5. Sulcus lateralis
6. Mesencephalon
7. Pons
8. Medulla oblongata
9. Hersenzenuwen
Hersenvliezen= meninges
1. Dura mater (harde Bescherming van buitenaf
vlies)
2. Arachnoidea mater Hersenvocht, houdt de hersenen op de plaats (schok
(spinnenwebvlies) dempend)
3. Pia Mater (zachte vlies) Bevat bloedvaten (toevoer voedingsstoffen, afvoer
afvalstoffen)
- Bij het achterhoofdsgat (hersenstam) gaan de hersenvliezen over in
ruggenmergvliezen.
Hersenventrikels= binnenkamers in de hersenen. (er zijn 4 ventrikels die met elkaar in
verbinding zijn. Ze maken hersenvocht aan en vangen hersenvocht op. Hersenvocht=
liquor cerebrospinalis.
Liquor:
- Weefselvocht (afkomstig uit het bloed)
- Vorming in plexus choroïdeus (ventrikelwand-Pia Mater)
- 500 ml/dag
Functies liquor:
- Aanvoeren van O2, voedingsstoffen (glucose)
- Afvoeren van afvalstoffen
- Constante inwendige druk
- Bescherming tegen stoten en schokken
- Ondersteunt gewicht van hersenweefsel
Bloed-hersenbarrière:
- Selectief doorlaten van stoffen (alcohol niet, filter)
- Liquor heeft constante samenstelling
Doorbloeding afvoer:
- Hoog zuurstof- en glucoseverbruik
- 750 ml bloed/min naar de hersenen
- Lastig: tegen de zwaartekracht in à pompfunctie naar boven Aanvoer bloed:
, • Arteria carotis interna (inwendige halsslagaders)
• Ateria vertebralis (wervelslagaders)
• Collaterale circulatie: cirkel van Willis (slechts bij 25-30% compleet)
Grote hersenen (cerebrum)
- Motoriek/ sensoriek - Emoties
- Dromen - Denken / Geheugen
Hersenkwabben:
• Frontaal o Plannen, doelgericht handelen, inleven
(empathie, rem op gedrag (inhibitie)
• Pariëtaal o Zintuigen/cognitieve functies
(lezen//aandacht)
• Temporaal o Geheugen/herkenning
• Occipitaal o Zicht
2 hemisferen zijn gescheiden door fissura longitudinalis.
• Cortex= schors (grijze stof)
• Medulla= merg, ligt in het cortex met verbindingsbanen (witte stof).
Pyramide/extra-pyramidale banen
• Rechter hemisfeer bestuurt de linker lichaamshelft en andersom
Basale ganglia (basale kernen= communicatie met cerebellum - Zijn
een onderdeel van het cerebrum.
- Basale ganglia behoren tot het extra piramidale systeem.
- Spelen een grote rol bij de controle over bewegingen.
Medulla bestaat uit 3 functioneel gescheiden delen:
1. Associatiebanen
Verbindingen binnen een hemisfeer. Hierdoor kan informatie tussen de
schorsgebieden met een verschillende functie uitgewisseld worden.
2. Commissuren
Verbindingen die de mediaan wel kruisen, hierdoor kan informatie tussen de
hemisferen uitgewisseld worden. Belangrijkste commissuur is corpus callosum.
3. Afferente en efferente banen
Afferente sensibele banen, maken een tussenstop in de thalamus in de
tussenhersenen, waarna ze voor een groot deel eindigen in de gyrus postcentralis.
Efferente motorische banen, worden 2 typen onderscheiden.
- De piramidebanen, kruisen in de hersenstam
- Extrapiramidale banen, kruizen in het verlengde merg of
ruggenmerg Rechter hemisfeer bestuurt de linker lichaamshelft en andersom
Basale ganglia= communicatie met cerebellum.
, 1. Cerebrum
2. Thalamus
3. Hypothalamus
4. Hypofyse
5. Mesecephalon
6. Pons
7. Cerebrellum
8. Medulla oblongata
9. Medulla spinalis
10. Basale ganglia )onderdeel van
cerebrum)
1. Capsula interna
2. Cortex
3. Medulla
4. Fissura longitudinalis
5. Zijvenntrikels (ventriculus
lateralis) eerste en tweede ventrikel)
6. Nucleus cadeatus
7. Nucleus lentiformis
8. Derde ventrikel
9. Pons
10. Verlengde merg
11. Corpus callosum
12. Insula
Somatotopie= Dat 1 bepaald punt in de hersenen (de zenuwcellen), altijd 1 spier
(skeletspier) aantrekken door elektrische prikkeling.
Motorisch homunculus (Motorisch mannetje)= Een afbeelding van de lichaamsdelen op
de overeenkomstige delen van de primaire motorische schors. Er vallen 2 dingen aan op:
- Het mannetje vertoont de anatomische volgorde, maar staat op de kop
- Lichaamsdelen hebben rare verhoudingen, de romp (grove besturing) is erg klein en
de hand en de tong erg groot. Dat houdt in dat er meer besturing nodig is voor de
hand en de tong (nauwkeurig).
Sensorische Homunculus= Het in kaart brengen van lichaamsgebieden die een grote
gevoeligheid bezitten (vingertoppen, tong, lippen), deze zijn met veel neuronen in de gyrus
postcentralis verbonden. Lichaamsdelen met een minder grote gevoeligheid (huid van de
armen, romp en benen) hebben minder neuronen.
Sensorische input à motorische output