Rechtshandhaving & Politie
Hoorcolleges
Week 1
De politie in Nederland
Rechtshandhaving: het handhaven van wetten/regels
Twee paradigma’s: straffen vs. ‘doen naleven’
Straffenparadigma: bij overtreding dan zal er straf volgen
Doen naleven-paradigma: bredere definitie, gedrag van mensen beïnvloeden vóórdat zij de
wet overtreden
Politie: een rechtshandhavende overheidsinstantie met geweldsmonopolie
Maar… de politie is niet de enige handhaver en de politie doet meer dan alleen
rechtshandhaving
Politie is erg divers en complex
Geschiedenis van de politie
Duaal stelsel (politiewet 1957): territoriale splitsing, > 25.000: gemeentepolitie, < 25.000
rijkspolitie, lokaal
Regionaal stelsel (politiewet 1993): functionele splitsing, 25 autonome korpsen, 1 landelijk
korps KLPD, decentraal
Nationale Politie (politiewet 2012): een politiekorps, 10 regionale eenheden, 1 landelijke
eenheid, 1 politiedienstencentrum, centraal
De nationale politie: wat veranderde?
De politie gaat effectiever functioneren ten behoeve van de veiligheid van burgers en dieren.
Er komt een nationale politie onder verantwoordelijkheid van de minister die belast is met de
zorg voor veiligheid (regeerakkoord 2010)
Twee belangrijke veranderingen: indeling van de organisatie, bestuurlijk: verdeling van
verantwoordelijkheden
Waarom nationale politie? problemen met regionaal bestel:
- Aansturing van landelijke prioriteiten moeizaam
- Grote kwaliteitsverschillen
- Te weinig samenwerking
Van verzorgingsstaatsparadigma naar normatief-repressief paradigma
Aansturing van de politie
Gezag: de macht hebben om te beslissen over de inzet en het optreden van de politie en te
bepalen welke prestaties de politie moet leveren en daarop te sturen –
taakuitvoering/inzet/optreden: wat de politie doet
Beheer: zeggenschap over de organisatie en de instandhouding van het politieapparaat, en de
bevoegdheid tot het treffen van maatregelen opdat de politie zo doeltreffend mogelijk
functioneert – organisatie en bedrijfsvoering: wat de politie kan & hoe dit kan worden
gerealiseerd
Beheer volgt gezag
De minister bepaalt wat de politie kan, het gezag wat de politie doet
,[het beheer] schept de randvoorwaarden waarbinnen de verschillende gezagen hun taken
kunnen uitvoeren. Zo stelt de minister onder andere de begroting en het beheersplan (inclusief
de verdeling van de operationele sterkte over de eenheden en de formatie van het korps) vast.
Beheer volgt gezag?
wie het beheer heeft, die heeft ook, ipso facto, gezag (Duk)
Taken van de politie
De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming
met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde
en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven (Art. 3 Politiewet)
1. Opsporing van strafbare feiten
2. Handhaving openbare orde en veiligheid
3. Hulpverlening
Wie heeft gezag?
Burgemeester: openbare orde & hulpverlening (bestuurlijke politie, art 11)
Officier van justitie: strafrechtelijke handhaving (justitiële politie, art 12)
Een ongedeelde politie
“de reguliere politie is in functionele zin ongedeeld”
Sturing van de politie is complex, omdat beide hoofdtaken soms tegengestelde eisen stellen
aan de organisatie, sturing en inbedding van politie
Lokaal driehoeksoverleg
District, basisteam, gemeente
Afstemming taakuitvoering politie: burgemeester – politiechef – officier van justitie
Wie heeft het beheer? Beheer gaat over inrichting van de politieorganisatie, processen en zorg
voor het personeel en middelen
Gecentraliseerd:
- belegd bij de korpschef (art. 27)
- politieke (eind)verantwoordelijkheid van de min JenV
- doel: minder bestuurlijke drukte
Vastgelegd in beheersplan, begroting en meerjarenraming
- personeelsbeleid, huisvestingsbeleid, ICT, communicatie, financiën, etc…
Schakel tussen landelijk en lokaal (beheer en gezag): de regioburgemeester
Wat? Bestuurlijk aanspreekpunt in de regionale eenheden, schakel tussen landelijke en lokale
belangen, regioburgemeesters hebben inspraak op het beheer
Wie? Aangewezen voor 4 jaar op aanbeveling van de burgemeesters uit de regio. Praktijk:
burgemeester van de grootste gemeente in de politieregio
Rol? Bestuurt en hakt knopen door: vaststellen regionaal beleidsplan, interveniëren bij
onderlinge capaciteitsdiscussies tussen burgemeesters. Vervult de rol vooral op basis van
natuurlijk gezag: verbindingen leggen tussen HOvJ en burgemeesters. Legt verantwoording af
aan overige burgemeesters uit de eenheid: burgemeesters kunnen gezamenlijk de minister
verzoeken de regioburgemeester van zijn functie te ontheffen
De regionale driehoek. Niveau: eenheid
Politie (regiochef) – regioburgemeester – hoofdofficier van Justitie
Afspraken over taakuitvoering politie
, Landelijk Overleg Veiligheid en Politie (LOVP)
(hiervoor artikel 19 overleg)
Landelijke schakel tussen beheer en gezag
Periodiek overleg over taakuitvoering en beheer
Aanwezig:
De regioburgemeesters (als vertegenwoordigers van het gezag binnen hun
regio
2 ‘extra’ burgemeesters uit kleinere gemeenten
De voorzitter van het College van procureurs-generaal (OM)
De Minister van Justitie en Veiligheid (voorzitter)
De korpschef (toehoorder!)
LOVP inhoud
a. Inrichting van de politie
b. Landelijke beleidsdoelstellingen
c. Verdeling van sterkte
d. Ontwerp van de begroting, meerjarenraming, jaarrekening, beheersplan jaarverslag
e. Benoeming van leden van de politieleiding
f. Wetsvoorstellen en ontwerpen van andere regelingen die betrekking hebben op de
taakuitvoering door en het beheer ten aanzien van de politie
Maar soms ook bredere veiligheidsthema’s die de taakuitvoering van de politie raken
Conclusie: invloed van het gezag op het beheer
“De beide doelstellingen – lokale ruimte en centraal beheer – vragen om een balans die in de
loop van de tijd steeds opnieuw gevonden moet worden. Deze balans is op dit moment
onvoldoende aanwezig. Hierdoor komt lokaal en regionaal maatwerk onvoldoende tot stand”
Maatwerk waar nodig, standaardisatie waar kan
Oplossingen:
- meer zaken worden besproken in artikel 19?
- eerder toesturen van stukken aan regioburgemeesters
- meer budgetruimte voor politiechefs
Sturingsinstrumenten
1. Gemeentelijke doelstellingen
In het integraal veiligheidsplan van een gemeente
Vastgesteld door de gemeenteraad
2. Regionale doelstellingen
Regionaal beleidsplan: opgesteld door regioburgemeester & HOvJ, vastgesteld (unaniem)
door alle burgemeesters
Inhoud:
- moet bijdragen aan verwerkelijking landelijke doelstellingen (controle door MinJ&V)
- verder vrij in te vullen, meestal verdeling van personen en middelen (vaak belangrijke
gemeentelijke thema’s)