Samenvatting Human Geography places and
regions in global context H11
Leerdoelen:
- Verklaren hoe stedelijke gebieden de spin vormen van de sociale geografie;
- Beschrijven hoe de eerste steden en dorpen onafhankelijk van elkaar ontstonden in
de verschillende haarden (hearth area’s, zie H9) van de 1e agriculturele revolutie.
- Uitleggen hoe de wereldhandel geleid heeft tot het ontstaan van verschillende
gateway cities;
- Begrijpen hoe de industriële revolutie geleid heeft tot vele nieuwe stadsvormen;
- Interpreteren hoe een klein aantal Global Cities in de centrumlanden een sleutelrol
zijn gaan spelen in het wereld economisch systeem;
- De verschillen in trends en vooruitzichten tussen het centrum en de periferie
vergelijken.
Stadsgeografie
Verstedelijking of urbanisatie is een van de meest belangrijke geografische fenomenen van
dit moment. Het aandeel van de wereldbevolking wat in een stad woont groeit met een
enorme snelheid. Economische, sociale, culturele en politieke processen worden steeds
meer bepaald door wat er gebeurd in en tussen steden. Bovendien heeft er een global shift
plaatsgevonden naar een economie die gebaseerd is op technologie, industrie en diensten.
De stad speelt hierin een noodzakelijke rol. Het proces van mondiale verstedelijking is dan
ook onomkeerbaar.
Verstedelijking bestuderen
Stadsgeografie gaat over het bestuderen van de ontwikkeling van steden wereldwijd.
Vragen die hierbij gesteld kunnen worden zijn:
- Wat maakt een stad uniek?
- Hoe is dit onderscheid ontstaan?
- Welke afhankelijksrelaties zijn er tussen steden onderling?
- Welke relatie is er tussen stad en ommeland?
- Bestaan er overeenkomsten tussen steden m.b.t. landgebruik, inrichting en
landschap?
- Welke problemen zijn een gevolg van verschillende vormen van urbanisatie?
- Hoe beïnvloeden milieukwesties het karakter van een stad? Welke invloed heeft
klimaatverandering?
Urbanisatie of verstedelijking is niet alleen de groei van steden en dorpen maar ook vele
andere, zowel kwalitatieve en kwantitatieve veranderingen. Urbanisatie vergroot het aandeel
mensen in een land of regio wat in stedelijk gebied woont. Het impliceert de groei van veel
steden en veranderende structuren, zowel economisch als in de manier van leven.
Een van de belangrijkste structuren is het stedelijk systeem. Dit is een onafhankelijke set
van steden in een regio die onderling een relatie hebben, dit kan op verschillende
, schaalniveau’s. Bijvoorbeeld het Spaans Stedelijk Systeem, het Afrikaans Stedelijk Systeem
of zelfs het Mondiale Stedelijk Systeem. Stedelijke systemen reflecteren het alsmaar
stijgende aantal mensen in steeds groter wordende steden. Iedere stad en ieder dorp maakt
deel uit van een groter netwerk, een complex web van afhankelijkheid.
Een ander belangrijk aspect van verandering is Urban Form, wat je zou kunnen vertalen als
het patroon van een stad. Het refereert naar de manier waarop landgebruik, layout,
bebouwing etc.fysiek geordend is. Door urbanisatie worden steden niet alleen groter maar
worden ze ook voortdurend georganiseerd, herontwikkeld en herontworpen in reactie op
steeds veranderende omstandigheden.
Er is ook een nauw verband met Urban Ecology (Stadsecologie), in deze context wordt dit
gebruikt als begrip om de sociale en demografische compositie van wijken en buurten te
beschrijven. Denk bijv. aan de grote variëteit aan mensen met verschillende sociale,
economische, demografische en raciale kenmerken die vaak in loop der tijd samenklonteren
in verschillende delen van de stad waardoor verschillende stedelijke ‘ecosystemen’
ontstaan.
Een ander aspect gaat over gedrag: Urbanisme betekent het koesteren van een manier van
leven waarbij de stad (dichtheid, variëteit etc.) centraal staat.
Hoe stedelijk?
Het is lastig te zeggen hoe verstedelijkt de wereld eigenlijk is. Ieder land gebruikt andere
definities, en in sommige landen gaat de verstedelijking zo snel dat het eigenlijk niet te
meten is.
Daarnaast is stedelijkheid een relatief fenomeen: in een dunbevolkt land als peru is een
nederzetting met 2000 inwoners significant en van grote betekenis voor een regio, terwijl in
een verstedelijkt land als Japan wat van oudsher gecentraliseerde nederzettingen kent, een
veel grotere dichtheid vereist is om van een stad te kunnen spreken (Japan gaat uit van
50.000 inwoners).
De Wereldbank heeft een definitie bedacht om toch landen te kunnen vergelijken, Hierbij
gaan ze uit van de agglomeratie index, die uitgaat van een stedelijke dichtheid van
tenminste 150 inwoners/vierkante kilometer, met tenminste 50.000 inwoners binnen 60
minuten autoreistijd. Volgens deze index leefde in 2010 51% van de wereldbevolking in de
stad, terwijl dit in 1950 nog 30% was. In 2030 zal dit naar verwachting 60% zijn en in 2050
70%.
Noord-amerika is het meest geürbaniseerde continent, met een verstedelijkingsgraad van
82%, terwijl Afrika het minst gerealiseerd is met slechts 40% stedelingen.
Ook de grootte van steden neemt toe. In 2010 waren er bijna 500 steden met meer dan 1
miljoen inwoners, en 51 met meer dan 5 miljoen inwoners. In 1950 waren dat er nog
respectievelijk 83 en 8. Met name in de periferie groeien steden snel. Terwijl megasteden in
de centrumlanden er honderden jaren over deden om te groeien van een half naar tien
miljoen gebeurde dit proces bij veel steden in de periferie in minder dan 75 jaar (bijv. Rio de
Janeiro, Mexico City, Mumbai).