CPT25306 Research methods for communication scientists
College 1: Research approaches
Deductief redeneren (kwantitatief onderzoek)
Begint met algemene veronderstelling > bijzondere regel
1- Alle mensen zijn sterfelijk
2- Socrates is een mens
3- Socrates is sterfelijk
Inductief redeneren (kwalitatief onderzoek) Theorie die past bij verzamelde data:
Zwaan 1 is wit
Zwaan 2 is wit
Zwaan 3-99 is wit
Conclusie: alle zwanen in het park zijn wit
Fasen empirische cyclus:
1 - Observatie
2 - Inductie
3 - Deductie
4 - Toetsing
5 - Evaluatie
Benaderingen:
Kwantitatieve benadering,
Gericht op toetsen van theorie door relaties tussen variabelen te onderzoeken
Dataverzameling: gemeten met instrumenten die getal toekennen aan een waarneming
Data-analyse: deductief
Kwalitatieve benadering
Gericht op het exploreren, beschrijven en begrijpen van de betekenis die
individuen/groepen geven aan een betaalde kwestie
Dataverzameling: in de setting van de deelnemers Data-analyse: inductief
Mixed methods benadering
Combineren van kwalitatieve en kwantitatieve dataverzameling voor een meer volledig
begrip.
3 componenten van een benadering
1. Paradigma:
Filosofische assumptie
2. Onderzoeksdesign:
Algemene procedure of
3. Onderzoeksmethoden:
Concrete wijze waarop data is verzameld, geanalyseerd en geïnterpreteerd
1. Paradigma
Set van aannamen, theorieën, waarden en praktijken die gangbaar zijn in en
bepaalde wetenschappelijke discipline, in een bepaalde tijd.
, Epistemologie:
Kennisleer, wat weet de mens (niet) en hoe komen we tot kennis
Ontologie:
Zijnsleer, wat en hoe zijn dingen, hoe werkt het denken van mensen over dingen
Vier stromingen:
o post-positivistisch
o constructivistisch
o transformatief
o pragmatisch
Post-positivistisch
Positivistisch: we kunnen alleen met de zintuigen de wereld kennen, en daaruit de
wetmatigheden afleiden over hoe de wereld in elkaar zit (causaliteit).
o Er is een kenbare, objectieve realiteit.
Ontologische assumpties
Post-positivisme: geen absolute zekerheid over waarheidsgehalte van kennis over
mensen/gedrag. Maar toch kunnen we
o Waarschijnlijke oorzaken en gevolgen achterhalen (determinisme en
probabilisme)
o Het geheel van oorzaken terugbrengen tot aantal factoren (reductionisme)
Epistemologische assumpties
Leidend in traditioneel wetenschappelijk onderzoek
Principe: nauwkeurige meting leidt tot kennis over de kenbare, objectieve wereld
Wetmatigheden omschreven in sociologische, psychologische, economische
theorieën. Proces:
o theorie/hypothese formuleren
o dataverzameling
o verificatie/falsificatie
o revisie van theorie; proces herhaalt zich
Empirische cyclus van de groot:
o Observatie: het waarnemen en verzamelen van empirische feiten
o Inductie: een algemene veronderstelling (theorie) formuleren op basis van
observaties; van specifiek naar algemeen
o Deductie: formuleren van specifieke toetsbare hypotheses; van algemeen
naar specifiek (van theorie naar hypothese)
o Toetsen: het toetsen van de
hypothese door middel van een
experiment (of andere vorm van
dataverzameling)
o Evaluatie: de resultaten van het
experiment waarnemen en evalueren
door middel van falsificatie of
verificatie
,Constructivistisch
Ontologie binnen constructivisme = zijn meerdere waarheden
Sociaal constructivisme: mensen proberen de wereld te begrijpen en geven daardoor
subjectieve betekenissen aan hun ervaringen.
o Betekenissen ontstaan in sociale (en historische) interacties; er is sprake van
onderhandeling over wat iets betekent
Er zijn vele en zeer gevarieerde betekenissen die (groepen) mensen toekennen aan
hun ervaringen
Zo zijn er meerdere realiteiten/werkelijkheden; die dienen eerst geïnterpreteerd te
worden om onderliggende betekenis te begrijpen (ontologische en epistemologische
assumpties)
Vaak onderliggende principe bij kwalitatieve benadering
Complexiteit (ipv reductionisme): veelheid van betekenissen omschrijven en
begrijpen
o Focus op het proces van interactie
o In een specifieke context
Onderzoeker is subject, met bepaalde interpretatie van de werkelijkheid
o Legt rekenschap af over hoe interpretatie tot stand is gekomen
Relaties tussen en patronen in betekenissen kunnen leiden tot formulering van
theorie
Transformatief
Transformatie: het beogen van een verandering, met name verbetering van de
positie van de gemarginaliseerde groepen.
o Zoals etnische minderheden, gehandicapten, LGBT-gemeenschap, vrouwen
etc.
Activistisch; zet zich af tegen post-postivisten ( die met hun theorieën de status quo
in stand houden) en constructivistisch (die niet ver genoeg gaan in hun bijdrage aan
verandering)
Bestaat uit kritische onderzoekers die zich in zetten voor veranderingen.
Uitgangspunt voor onderzoek zijn sociale kwesties:
o ongelijkheid, onderdrukking, machtskwesties, vervreemding etc.
Transformatief onderzoek geeft stem aan de deelnemers ervan
Dit perspectief geeft richting aan het onderzoek:
o doelgroep
o De maatschappelijke veranderingen zijn nodig om positie van doelgroep te
verbeteren
o Onderzoek beïnvloed politieke agenda
Pragmatisch.
Pragmatisme: de waarde van kennis berust op de praktische bruikbaarheid ervan
o gericht op oplossingen (gevolgen) in specifieke situaties; wat werkt?
Mixed methods: niet gericht op een bepaalde methode, maar op het probleem
o Op zoveel mogelijk manieren, zoveel mogelijk te weten komen over het
probleem
Niet gericht op filosofische vraagstukken over de wereld en de kenbaarheid daarvan
, 2. Onderzoeksdesigns
Research design (opzet, soms ook strategie genoemd), een specifieke manier om
onderzoek te doen binnen de benaderingen kwalitatief, kwantitatief en mixed
methods
o geeft leidende principes voor het onderzoek
Bij Kwantitatieve benadering:
Experimenteel onderzoek (echte of quasi-experimenteel)
Niet-experimenteel onderzoek (survey onderzoek zowel cross-sectioneel als
longtudinaal)
Bij kwalitatievebenadering:
Narratief onderzoek
o Onderzoeker bestudeerd de levens van individuelen en vraagt aan een paar
daar van verhalen over hun levens. Deze informatie wordt weer herschreven
door de onderzoeker in een chronologisch narratief. Kijk op het leven van de
onderzoeker wordt gecombineerd met die van de deelnemer.
Phenomenlogie
o De onderzoeker omschrijft de beleefde ervaringen van individu’s over een
bepaald fenomeen omschreven door het individu. Er wordt vaak geïnterviewd
en. Is erg filosofisch.
Grounded theory
o Grounded theorie is een onderzoeksontwerp uit de sociologie waarin de
onderzoeker een algemene, abstracte theorie van een proces, actie of
interactie afleidt, gebaseerd op de opvattingen van deelnemers.
Etnografie
o Wanneer een onderzoeker de gedeelde gedragspatronen, taal en activiteiten
van een culturele groep bestudeert.
Case study
Discourse analyse
Participatory action research
3. Onderzoeksmethoden
Onderzoeksmethode: de specifieke vorm of toepassing van dataverzameling, data-
analyse en data-interpretatie. VB:
o Survey questionnaire
open vs gesloten vragen
o Interview
o Focus group
o Experiment
o Observatie
o Gedragsmonitors, zoals stappenteller en MEMS-cap