Human geography, places and regions in global context –
Knox and Marston
Inhoud
H1 Geography Matters...........................................................................................................................2
H3 Geographies of Population and Migration........................................................................................4
H4 People and Nature..........................................................................................................................13
H7 Interpreting Places and Landscapes................................................................................................18
H8 Geographies of economic development.........................................................................................21
H10 Political Geographies.....................................................................................................................29
H11 Urbanization and the global urban system...................................................................................31
H12 City spaces: urban structure..........................................................................................................33
,H1 Geography Matters
p. 47-52
Regionale analyse
Gaat over verschillen tussen en overeenkomsten van mensen en hun identiteiten en kwaliteiten
Regionalisatie = bestuderen van individuele plekken of gebieden
Functionele regio’s /knooppunten = regio’s die een samenhang hebben in structuur en
economische, politieke en sociale organisatie (sterkte van samenhang verschilt)
Core-domain-sphere model
- Kern: kenmerken regio heel duidelijk
- Domein: kenmerken dominant, maar niet exclusief
- Gebied: kenmerken aanwezig, maar niet dominant
Regionalisme = religieuze / ethische groep met eigen identiteit leeft in een staat in een specifieke
regio en deelt sterke gevoelens van collectieve identiteit
Groep wil autonomie en een eigen politieke macht
Sectionalisme = groepen zijn toegewijd aan regionale interesses en gebruiken, loyaal aan regio
Irredentisme = overheid van een land beweert dat een minderheid die buiten de formele grenzen
leeft, historisch en cultureel hoort bij het eigen land kan leiden tot conflict
Landschap complexe afspiegeling van de samenleving, product van menselijk handelen,
reflecteert waarden, eigenschappen, geloven, handelingen, neergang, triomfen, etc.
1. Gewoon / inheems (vernacular) landschap = dagelijkse landschappen die mensen hebben
gecreëerd om samen in te leven.
2. Symbolische landschappen = landschap dat bijzondere waarden of streven vertegenwoordigt.
Bouwers/financiers willen dit tentoonstellen aan een groter publiek.
- Symbool voor nationale identiteit
Gevoel van plaats
gevoelens die opgeroepen worden bij mensen als het gevolg van ervaringen en herinneringen die
ze associëren met een plaats of hetgeen waar die plaats voor staat
- Leefwereld = het patroon en de context voor het dagelijks leven waar mensen zich niet bewust
van zijn
- Zelfde kledingstijl, dialect, publiek gedrag
- Intersubjectiviteit = gedeelde betekenissen, ontstaan door alledaagse gebeurtenissen
Cruciaal:
Dagelijkse en wekelijkse ritmes
Ritmes afhankelijk van het seizoen
Cruciaal:
Straten, pleinen, publieke open ruimtes
‘Third places’: café’s, pubs, winkels etc.
- Bekendheid met geschiedenis en symbolisme van elementen van het fysieke landschap
hoe een plaats wordt gezien door buitenstaanders
- Lokale levensstijlen en herkenningspunten moeten kenmerkend zijn
Ontwikkelen van geografische verbeelding begrijpen van veranderende patronen, processen,
relaties tussen mensen, plaatsen en regio’s
,- Plaatsen/regio’s zijn een opeenstapeling van periodes van veranderingen
- Bepaalde verandering Algemene effecten aanpassing aan gebied / gebied ondervindt geen
effecten unieke uitkomst
Toekomstige geografie
- Verrassing: politiek en technologie
- Voorspelbaar: demografische trends, distributie milieubronnen en beperkingen, karakter lokale
en regionale economie, legale en politieke kaders
, H3 Geographies of Population and Migration
Toolbox van de demografie
Demografie = studie van de kenmerken van menselijke populaties
Verplaatsing van groepen, verdeling van groepen over de wereld, gevolgen hiervan, hoe
plaatsen en de bewoners ervan elkaar beïnvloeden
Volkstellingen en burgerlijke stand
Meten van bevolkingsveranderingen
Bevolkingstelling = tellen van het aantal mensen in een land, regio of stad
Niet makkelijk
Gebruikt om ook andere informatie te verzamelen
Vaak elke 10 jaar
Burgerlijke stand (vital records) = registreren van geboorte, dood, trouwen, scheiding, infectie van
besmettelijke ziektes
Door overheid, maar ook door andere publieke instanties
Beperkingen van de volkstelling
Extreem duur
Werkintensief
Nooit volledig (veel ongeregistreerden, soort huishouden moeilijk te stellen) grootte van
benodigde financiële steun moeilijk vast te stellen te veel of te weinig?
Bevolkingsspreiding en -opbouw
Waar zijn bevolkingen geconcentreerd?
Wat zijn de oorzaken en gevolgen van die bevolkingsspreiding?
Bevolkingsspreiding
Invloeden op bevolkingsspreiding en -concentratie
- Omgeving/milieu: toegankelijkheid, topografie, bodemvruchtbaarheid, klimaat en weer,
waterbeschikbaarheid en -kwaliteit, type en beschikbaarheid van andere natuurlijke bronnen.
- Politieke ervaringen en kenmerken
- Economische ervaringen en kenmerken
- Cultuur: religie, traditie, geschiedenis
Vrijwel alle aardbewoners wonen op 10% van de landoppervlakte.
Meeste mensen leven:
- Aan de kust (oceanen, zeeën), langs rivieren
- 90% woont op het noordelijk halfrond
- In een gematigd klimaat, laag liggend gebied met vruchtbare gronden.
Bevolkingsdichtheid
Dichtheid = numerieke meting van de relatie tussen het aantal mensen en een andere factor
uitgedrukt als ratio
Crude density / arithmetic density: totale populatie gedeeld door het totale landoppervlak
(aantal mensen per vierkante km)
Beperking: eendimensionaal
Nutritional density: ratio tussen de totale populatie en verbouwd land in een bepaald gebied