Kennisclip 1 – Chapter 1
1.1Complex learning
Complex leren is het integreren van kennis, vaardigheden en attituden, het
coördineren van samenstellende vaardigheden en het creëren van zo groot
mogelijke transfer van het leren. Complex leren heeft vooral betrekking op
complexe vaardigheden. Het worden van effectieve professional in de
beroepspraktijk.
1.2A Holistic design approach
Complex leren kan alleen plaatsvinden met behulp van holistische benadering.
Als je dit niet doet en dus gebruik maakt van atomistische benadering, kan je te
maken krijgen met drie problemen:
- Compartementalisatie
o Kennis, vaardigheden en attituden worden niet geïntegreerd. Er
wordt met name gefocust op 1 onderdeel.
o In de holistische benadering wordt benadrukt dat deze drie
onderdelen wél geïntegreerd moeten worden.
- Fragmentatie
o Een moeilijke vaardigheid / taak opsplitsen in verschillende stukjes
en alle stukjes apart van elkaar oefenen en daarna door naar het
volgende stukje.
o De holistische benadering zegt dat zoveel mogelijk samenstellende
vaardigheden tegelijk moeten worden geoefend.
- Transfer paradox
o Een efficiënte manier van leren leidt niet altijd tot een hoge transfer.
o De holistische benadering zegt dat je meer moeite moet steken in
een leerproces, waardoor de transfer wordt verhoogd, dus eigenlijk
‘inefficiënte’ manier van leren leidt wel tot hoge transfer.
1.3Four Components and Ten Steps
Vier componenten (4C/ID model):
- Leertaken
- Ondersteunde informatie
- Procedurele informatie
- Deeltaakoefening
Aan deze vier componenten worden de ten steps gerelateerd (Tabel 1, Chapter 1
uit het boek). De ten steps gaan over het ontwerpmodel (ontwerpen van de
instructie) en de vier componenten over het instructie-ontwerpmodel. Met de ten
steps kan je de vier componenten naar de praktijk vertalen.
Kennisclip 2 – Chapter 2 (2.1 t/m 2/4)
2.1 Training Blueprints
Er zijn vier componenten die altijd aanwezig moeten zijn in de blauwdruk voor
complex leren.
- Leertaken
o Realistische, authentieke leertaken die zich richtten op de
vaardigheid die je aan het trainen bent
- Ondersteunende informatie
, o Welke kennis of theoretische informatie heb je nodig om te
begrijpen hoe je een bepaalde leertaak moet uitvoeren.
- Procedurele informatie
o Hoe doe je iets voor bepaalde vaardigheid?
- Deeltaakoefening
o Inoefenen van bepaalde vaardigheid, zodat het automatisme wordt.
2.2 Preventing Compartmentalization
Om compartementalisatie te voorkomen zijn er leertaken. Omdat die leertaken
authentiek en realistisch zijn komen daarin de kennis, vaardigheden en attituden
alle drie tot uitdrukking.
Om compartementalisatie te voorkomen moet er met de leertaken ook een
bepaalde variatie worden weergeven die overeenkomen met de variatie in het
echte leven.
2.3 Avoiding Fragmentation
Uitgaan van een hele taak, waarin alle deelvaardigheden tegelijk worden
geoefend. Maar dit kan soms te moeilijk zijn voor een beginner (denk aan
autorijden). Hoe maak je dit behapbaar voor een beginner?
- Taakklassen
o Leertaken gaan indelen op niveau van moeilijkheid. Dit doe je voor
groepen leertaken, dus niet per leertaak individueel. Op deze
manier kan je een sequentie maken.
- Support en begeleiding
o Dit gaat wel per leertaak. Je hebt leertaken die veel support en
begeleiding nodig hebben of leertaken die weinig support en
begeleiding nodig hebben. Op deze manier kan je ook een sequentie
maken.
2.4 Dealing with the Transfer Paradox (belangrijkste paragraaf)
Er worden onderscheid gemaakt in het boek, zodat je kunt kiezen wat voor
leertaak gewenst is.
- Efficiënte leertaak als je een lage transfer wilt
- Inefficiënte leertaak als je hoge transfer wilt.
Maar wanneer kies je voor efficiënte instructiemethode en wanneer kies je voor
minder efficiënte instructiemethoden?
- Non-recurrente vaardigheden = vaardigheden die ander gebruik van
dezelfde kennis in nieuwe situaties vereisen. Hiervoor heb je dus algemene
cognitieve schema’s nodig.
o Schema constructie is vereist.
o Leertaken
o Ondersteunende informatie
o Hoge transfer noodzakelijk = inefficiënte methode
- Recurrente vaardigheden = dezelfde kennis op dezelfde manier gebruiken
in nieuwe probleemsituaties. Domeinspecifieke cognitieve schema’s
volstaan.
o Schema automatisering
o Deeltaakoefeningen
o Procedurele informatie
o Lage transfer voldoende = efficiënte methode
Dit onderscheid is belangrijk voor de transfer paradox bepaalt wat voor
instructiemethode je kiest (efficiënt versus inefficiënt)
,Kennisclip 3 – Chapter 2 (2.5 t/m 2.6)
2.5 Individualized instruction
Middels de leertaken die je ontwerpt als ruggengraat voor je instructie, kan je ook
individuele instructie mogelijk maken. Drie aspecten waarom dat mogelijk is:
- Elke leertaak hoort bij een bepaalde taakklasse (bepaalde moeilijkheid)
- Leertaken kunnen bepaalde mate van ondersteuning bieden (support and
guidance)
- De taak an sich reflecteert een bepaalde praktijksituatie
Dynamic task selection een systeem leidt jou door een taak heen op een
adaptieve manier m.b.v. de drie taakkenmerken (hierboven).
Wie is verantwoordelijk voor de individuele instructie?
- De docent of adaptieve model
- De leerling
In de tabel in het boek wordt beschreven welke gevolgen elke keus heeft.
Second-order scaffolding for self-directed learning
- Naast domeinspecifieke vaardigheden, heb je vaak ook zelf regulerende
vaardigheden nodig. Die wil je leerlingen ook aanleren.
- Als je wilt gaan voor zelfsturend leren gebruik maken van second-order
scaffolding, omdat leerlingen dit niet zelf kunnen aanleren. Zij hebben
hierbij ook ondersteuning nodig.
o Je moet een balans vinden tussen het aanbieden van ondersteuning
en geven van controle aan de leerling (anders kun je geen
zelfregulerende vaardigheden leren)
- Second-order scaffolding omgeving waarin docent bepaalde
aanbevelingen doet a.h.v. leerlingkenmerken of taakkenmerken en dan
gaat er geleidelijk aan steeds meer controle naar de leerling.
- Dit is alleen noodzakelijk als je zelfregulerende vaardigheden nodig hebt.
- Self-directed learning kan alleen als de leeromgeving leerlingcontrole
toelaat.
- Verschil first-order scaffolding en second-order scaffolding
o First-order scaffolding vindt plaats bij domeinspecifieke
vaardigheden
o Second-order scaffolding vindt plaats bij zelfregulerende
vaardigheden (domein generieke vaardigheden)
2.6 Media for the Four Components
Wat voor soort media kies je voor leertaken, ondersteunende informatie,
procedurele informatie of voor deeltaakoefeningen. Wordt weergeven in het boek
op blz. 33 (voorbeelden / suggesties)
- Flipped Classroom & Double-Blended Learning
o Flipped classroom = kennisverwerving online en toepassing van
kennis fysiek
o Double-Blended learning = afwisseling van gestimuleerde taken met
realistische taken in een fysieke setting.
- Deze passen het best bij het 4C/ID model.
Kennisclip 4 – Artikel Andrews & Goodson
Introductie
Kritisch overzicht van alle instructie-ontwerpmodellen die er zijn en signaleren
van problemen die daarbij passen. Probleem is dat de modellen niet goed
, gefundeerd worden theoretisch, waardoor ze ook niet worden toegepast zoals
gewenst.
Stilstaan bij wat een model nu eigenlijk is, wat hoort er allemaal bij een model.
Definitions of models of systematic instructional design
Een model heb je nodig om een complexe werkelijkheid te beschrijven, om er
voor te zorgen dat je op een bepaalde manier gaat handelen. De instructie-
ontwerpmodellen waren toen veel te vaag en niet duidelijk gedocumenteerd.
Purposes of models of systematic instructional design.
Wat het doel moet zijn van instructiemodel:
- Verbeteren leren en instructie
- Verbeteren managen instructional design en ontwikkelen daarvan
- Evaluatieprocessen verbeteren
- Testen en bouwen aan instructie-ontwerptheorie.
Als je een vaag model hebt wordt het lastig om het toe te passen, want
interpretatie speelt dan een belangrijke rol. Hierdoor weet je in de praktijk niet
welk model je moet toepassen.
Categorisation and analysis
Selectie van 40 instructieontwerpmodellen om die langs een meetlat te leggen.
Als je het systematisch aanpakt, wat kun je dan zeggen over de kwaliteit van de
modellen?
- 1e aanpak: kijken of je de modellen kunt beschrijven in stappen
o Tabel 1 = 14 acties/ aspecten die in veel instructieontwerpmodellen
voorkomen. Worden de leerdoelen duidelijk omschreven in het
model?
o Tabel 2 = 40 instructieontwerpmodellen langs die meetlat van 14
aspecten gelegd.
- 2e aanpak: welke dimensies zijn van belang als het gaat om de kwaliteit
van de modellen
o Tabel 3 = hiërarchische tabel waarmee 40 modellen worden
gecategoriseerd.
Possible reasons for model proliferation
Hoe kan het dat er zoveel modellen zijn ontstaan?
- Non-invented-here syndrom = je gelooft alleen dat iets goed is als je het
zelf hebt gemaakt. er wordt niet stilgestaan bij de modellen die er al zijn.
- Het is niet altijd duidelijk waar een model vandaan komt en of het dus wel
van goede kwaliteit is. Daardoor maken ze liever zelf een model.
- Veel mensen denken dat mijn situatie zo specifiek is, dat er weer een
nieuw model moet worden gemaakt.
Conclusies
Als je een model maakt zorg er dan ook voor dat de documentatie in orde is,
zodat mensen het gaan gebruiken zoals je het bedoelde.
Figuur 2: schematische hiërarchische weergave van tabel 3
- Origin is voor 90% van de modellen het geval. Onderscheid tussen
theoretische basis (60%) en empirische basis (50%). Onderscheid tussen
totale model (50%) en delen van het model (20%).
General systems theory
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nicollelunenburg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.