Overzicht Ziekteleer Melkklieren
11.1 - Klierweefsel
11.1.1 - Mastitis
Mastitis: ontsteking van de melkklieren
Galactoforitis: ontsteking van de afvoergangen
Parenchymateuze mastitis: ontsteking van het klierparenchym
Ziekte Voorkomen Verschijnselen Pathogenese Diagnostiek Therapie Prognose
Melkklierpakket/uier → Klinische mastitis → klinisch - - -
Mastitis Algemeen algemene waarneembare afwijkingen aan
ontstekingsverschijnselen uier/melk
- Warm, gespannen,
gezwollen, pijnlijk Subklinische mastitis →
klinisch geen afwijkingen, maar
Afwijkingen van melk wel een ontsteking
- Een vlokje tot dikke
fibrinopurulente slierten Acute catarrale mastitis: uier is
warm en gezwollen, afwijkend
Algemene ziekteverschijnselen secreet, systemische
- Koorts, anorexie, diarree, verschijnselen kunnen
↓melkgift aanwezig zijn
Onrustige, hongerige jongen Acute fibrinonecrotiserende
mastitis: systemische
ziekteverschijnselen, sterk
afwijkend secreet (kenmerken
van melk verloren)
Chronische mastitis:
afwisseling tussen klinisch en
subklinisch, geen algemene
ziekteverschijnselen
Purulente mastitis →
abcederende mastitis: grote
harde verdikkingen in
melkklier, taai en purulent
stinkend secreet
, Manieren om de melkklier te
bereiken:
- Galactogeen → via het
slotgat
- Hematogeen → via het
bloed
Slotgat → first line of defense
- Keratinelaag in
tepelkanaal → bactericide
werking
- Keratineplug → afsluiting
van speen van de
buitenwereld
- Vetzuren van huid en
melkeiwitten →
antibacterieel
Tweede lijn van afweer →
lymfocyten, neutrofielen,
macrofagen in tepelcisterne en
melkgangen
Streptokokken, Stafylokokken
en coliformen E. coli en
Klebsiella spp.
Klinische mastitis Afweermechanismen: Koecelgetal → aantal Klinische mastitis Klinische mastitis
Rund Melk → waterig aspect, enkele - Tepelkanaalbarrière: leukocyten en evt. Antibiotica obv meest Afhankelijk van oorzakelijke
vlokjes tot slierten en brokken intensieve celvernieuwing epitheelcellen per ml melk waarschijnlijke verwekker → kiem, pariteit en afweer van de
purulent materiaal, en verhoorning van - Klinisch → sterk evt. aanpassen obv koe en het aantal aangetaste
bloedbijmenging of sereus plaveiselcelepitheel van verhoogd (>500.000) antibiogram kwartieren
aspect tepelkanaal → celdebris - Subklinisch → verhoogd Intramammair of parenteraal
en keratine sluiten slotgat (>250.000) Staphylococcus aureus →
Uierhuid → rood, zwelling, af. Pijnstillers, moeilijk bereikbaar voor
pijnlijkheid, warmte Vetzuren op slijmvlies → Bacteriologisch onderzoek van ontstekingsremmers, evt. antibiotica
bacteriostatische melkmonster vloeistoftherapie
Systemische verschijnselen → eigenschappen - Kweek → antibiogram Subklinische mastitis
koorts, ↓melkgift, anorexie, - Melkstroom: naar buiten Frequent uitmelken, koe Chronisch → slechter
diarree gerichte stroom → PCR → aanwezigheid van isoleren, koe apart/als laatste
wegspoelen van DNA van bekende pathogene melken
ziekteverwekkers bacteriestammen
- Aanwezigheid van dode Subklinische mastitis
- Immunologische afweer: bacteriën Antibiotica
uiermacrofagen + Vervroegd droogzetten met
neutrofielen → celgetal Subklinische mastitis antibacterieel
Geleidbaarheidsmeting droogzetapparaat
Vooral de eerste weken na Meting van bepaalde enzymen Afvoeren
partus (bv. LDH)
T-poltest Preventie
Verwekkers: Streptokokken, CMT - Goede melktechniek,
staphylococcus aureus, werkende melkapparatuur
coagulasenegatieve en hygiëne tijdens melken
stafylokokken (CNS), E. coli, → tepeldip/-spray met