Seksuologie samenvatting
Inhoud
Hoofdstuk 1 – Seksualiteit in perspectief........................................................................................ 2
Hoofdstuk 2 – Theoretische benaderingen van seksualiteit............................................................4
Hoofdstuk 3 – Seksuologisch onderzoek......................................................................................... 7
Hoofdstuk 4 – Seksuele anatomie................................................................................................. 10
Hoofdstuk 5 – Sekshormonen....................................................................................................... 14
Hoofdstuk 6 – Zwangerschap en bevalling.................................................................................... 17
Hoofdstuk 7 – Anticonceptie en abortus........................................................................................ 22
Hoofdstuk 8 - Seksuele opwinding................................................................................................ 25
Hoofdstuk 9 - Seksualiteit en de levenscyclus: Kindertijd en adolescentie....................................27
Hoofdstuk 10 - Seksualiteit en de levenscyclus: Adulthood...........................................................29
Hoofdstuk 11 - Aantrekkingskracht, liefde en- communicatie.......................................................32
Hoofdstuk 12 - Gender en seksualiteit.......................................................................................... 35
Hoofdstuk 13 - Seksuele geaardheid: homo, hetero of bi?............................................................38
Hoofdstuk 14 - Variaties in seksueel gedrag................................................................................. 40
Hoofdstuk 15 - Seksuele dwang.................................................................................................... 43
Hoofdstuk 16 - Sex for sale........................................................................................................... 47
Hoofdstuk 17 - Seksuele stoornissen en sekstherapie..................................................................49
Hoofdstuk 18 - Seksueel overdraagbare infecties (STIs)...............................................................53
Hoofdstuk 19 - Ethics, Religie en Seksualiteit............................................................................... 56
Hoofdstuk 20 - Seks en de wet..................................................................................................... 57
1
, Hoofdstuk 1 – Seksualiteit in perspectief
Seksuologie: wetenschappelijke studie van seksualiteit, het is interdisciplinair en kan gaan over
geslacht, seksuele gezondheid, functioneren, relaties, gedrag etc.
Sekse (geslacht): refereert naar de seksuele anatomie en seksueel gedrag
Gender: refereert naar het zijn van een man of een vrouw. Onderzoeken gaan er vaak vanuit dat
gender binair is: man en vrouw
Seksueel gedrag: veroorzaakt opwinding en verhoogt de kans op een orgasme
Tot 100 jaar geleden gaf religie de meeste informatie die mensen hadden over seksualiteit:
- Oude Grieken: verklaarden het bestaan van homo en hetero. Mythe: mens is van
oorsprong een dubbel wezen: twee mannen, twee vrouwen of man en vrouw.
- 15e eeuwse Christenen: natte dromen ontstonden door gemeenschap met kleine,
spirituele wezens. Had je dit dan werd je beschouwd als heks
- Moslims: seks is een van de beste dingen in het leven
- 19e eeuw: geneeskunde kwam op; er kwam een Medisch Model. Artsen keken naar
negatieve symptomen die ze niet konden verklaren. Seksuele handelingen die niet
bijdroegen aan reproductie zorgden voor schade en mochten niet verspreid worden over de
mensheid. Attitudes van de vooral mannelijke artsen waren biased tegenover vrouwen en
dit was zelden positief
Belangrijke seksonderzoekers
- Sigmund Freud (1900): arts en grondlegger van psychiatrie en psychoanalyse. Volgens
hem is seksualiteit de primaire kracht in de motivatie van al het menselijk gedrag en de
belangrijkste oorzaak van alle vormen van neurose. Normen rond seks waren erg rigide
(streng)
- Henry Havelock Ellis (1903): net als Freud arts en leefde ook in Victoriaanse tijd. Schreef
Studies in the Psychology of Seks. Was voorloper van het moderne onderzoek, zo stelde hij:
o Vrouwen zijn net als mannen seksuele wezens
o Masturbatie is iets wat veel mensen doen
o Fysieke en psychologische factoren spelen een rol in seksuele problemen
o Seksuele afwijkingen van de norm zijn vaak onschadelijk en moeten geaccepteerd
worden
- Richard von Krafft-Ebing: psychiater, schreef Psychopathia Sexualis: eine Klinisch-
Forensische Studie. Hij beschreef seksuele stoornissen gebaseerd op de ervaringen van
patiënten. Bedacht verschillende termen (sadisme, machochisme, fetish etc.). Hij
behandelde masturbatie en abnormale seksuele symptomen (perversies: ongewone en
extreme seksuele drang en gedragingen)
- Magnus Hirschfeld (1915): oprichter van eerste seksinstituut, bedacht seks enquête,
bedacht de term travestiet
- Alfred Kinsey (1938): was oprichter van Institute of Sex Research. Hij schreef Sexual
Behavior in the Human Male/Female; Kinsey Reports. De Kinsey Scale meet seksuele
geaardheid op 7-punts
- Masters and Johnson (1966): voerden bekendste observationele seksonderzoek uit.
Hebben 10.000 cycli van orgasmen bekeken. Studeerden fysiologie van seksuele responses
en seksuele stoornissen. Waren kritisch op Freud. Schreven Human Sexual
Response/Inadequacy
Media in Amerika speelt dezelfde rol als religie in voorgaande eeuwen. Hoe beïnvloed de media:
- Cultivation theory: mensen denken dat wat ze zien op tv dat dat weergeeft wat in het
echte leven in onze cultuur gebeurt
- Framing theorie: media geeft meer aandacht aan het ene onderwerp dan aan het andere.
Dit suggereert hoe we moeten denken of problemen moeten framen
- Sociaal cognitieve theorie: analyseert hoe media ons gedrag, gedachten en affect
beïnvloeden door bijv. modeling, imitatie en identificatie
- Selectiviteit: mensen geven slechts aan bepaalde media wel aandacht en andere niet
- Reinforcing spiral theory: iemands sociale identiteiten en ideologieën voorspellen
iemands mediagebruik en vice versa
- Differential susceptibility: niet iedereen reageert hetzelfde op dezelfde
mediablootstelling
2
,Cultuur: deel van de omgeving dat gemaakt wordt door mensen, waaronder de set betekenissen
die een groep aanneemt; deze faciliteren sociale coördinatie, maken duidelijk waar de grenzen
tussen groepen liggen en maken het leven voorspelbaar
- Individualistich: benadrukken onafhankelijkheid, autonomie en individuele rechten
- Collectivistisch: benadrukken afhankelijkheid en verbindingen tussen mensen. Groep is
belangrijker dan het individu
- Eerculturen: benadrukken “face”, iemand reputatie en het respect of de eer die mensen
tonen naar anderen (bv. een vrouw stenigen nadat ze overspel heeft gepleegd)
Etnocentrisme beïnvloed ons begrip van menselijk seksueel gedrag. Mensen zien vaak de
seksualiteit in hun eigen cultuur en zien dat dus ook als normaal
- Incest en verkrachting zijn eigenlijk overal een taboe
In Westerse culturen is zoenen vanuit seksueel of romantisch perspectief heel normaal. Beffen bij
ons ook, maar in sommige culturen is het normaal om elkaar pijn te doen. De houding tegenover
masturbatie verschilt ook per cultuur. Seks voor het huwelijk verschilt ook per cultuur (Siwans
Egypte verwijderen clitoris). Homoseksualitet bestaat ook in verschillende culturen, maar is soms
ook verboden.
- Same-gender seksueel gedrag wordt universeel gevonden, maar is nooit de voornaamste
vorm van seksueel gedrag in volwassenen
Etniciteit en seksualiteit in USA
- African Americans: factoren die seksualiteit anders maakt dan van witte Amerikanen;
Afrikaanse erfgoed, krachten die zijn uitgeoefend tijdens slavernij, huidige economische en
sociale condities. African Americans trouwen minder vaak doordat;
o Er zijn niet genoeg zwarte mannen voor alle Afrikaans-Amerikaanse vrouwen
o Obstakels bij het zoeken van banen die nodig zijn om een gezin te onderhouden
- Latino’s: machismo; man is verantwoordelijk voor welzijn en eer van zijn familie, maar ook
tolereren van ontrouw van de man. Marianismo; moederschap is belangrijk, maar
maagdelijkheid tot het huwelijk ook. Familismo; belang van familie in verschillende zaken
- Asian Americans: aziatische culturen zijn onderdrukkend wat betref seksualiteit.
Kernwaarden:
o Collectivisme: behoeften anderen zijn belangrijker
o Conformeren aan normen: individueel moet conformeren aan verwachtingen van
familie en maatschappij
o Emotionele controle: emoties moeten niet openlijk worden geuit
- American Indians: media laat mannen zien als nobele, exotische en erotische personen.
Vrouwen als prinses. Ligt grote druk op het hebben van seks op jonge leeftijd
- Bi-raciale en multi-raciale mensen: sommige mensen passen niet in bovenstaande
categorieën
Raciale microagressions: subtiele beledigingen tegen mensen van kleur (vaak onbewust). Komen
ook voor m.b.t. gender, seksuele oriëntatie en transgender zijn
Masturbatie wordt bij veel zoogdieren gezien en ook seks met hetzelfde geslacht. Bij lagere soorten
lijkt seksueel gedrag meer hormonaal bepaald en bij hogere soorten wordt het meer bepaald door
het brein. Omgevingsinvloeden zijn bij zoogdieren dus veel belangrijker. Muizen hebben na isolatie
nog steeds seksdrang, maar rhesusaapjes bijv. niet. Bij bijna alle zoogdieren doen vrouwtjes aan
seks als ze in de ‘heat’ zijn. Bij mensen is dit minder zo.
Ook heb je bij dieren seksueel gedrag wat niet als doel voortplanting of plezier heeft. Bij mensen is
dit ook zo. Denk aan verkrachting, prostitutie enz. (dolfijnen en eenden doen bv. aan verkrachting)
Seksuele gezondheid gaat naast fysieke gezondheid ook om mentale gezondheid. Seksuele rechten
is het idee dat alle mensen bepaalde basisrechten hebben m.b.t. seksualiteit. Bijvoorbeeld recht om
je voort te planten of seksuele zelfexpressie
3
, Hoofdstuk 2 – Theoretische benaderingen van seksualiteit
Theorieën hebben voor- en nadelen en kunnen nooit al het gedrag verklaren
Evolutionaire theorieën
- Evolutionaire psychologie: focus op psychologische mechanismen die gevormd zijn door
evolutie. Seksuele strategieën: vrouwen willen op korte termijn iemand die ze middelen
aanbiedt en voor de lange-termijn iemand die dit voor langere tijd zal doen. Mannen zoeken
op korte termijn een vrouw die zich seksueel aanbiedt en op lange termijn juist niet. Hier
blijkt niets van waar. Mannen en vrouwen willen lange-termijnpartners
- Sociobiologie: sociaal gedrag van dier en mens begrijpen. Seksueel gedrag gaat met
name door observatie. Natuurlijke selectie is belangrijk in deze theorie. Gezond nageslacht
is belangrijk. Hierdoor ontstaat:
o Identificeren van gezonde partners, relatiepatronen (hoe fit is iemand),
familiestructuur en kwetsbaarheid van kinderen (vrouw zorgt, man verdiend; bij
goede samenwerking zorgt dit tot minder kwetsbaarheid van het kind)
Parental investment zijn investeringen in het nageslacht die de overlevingskans vergroten.
Seksuele selectie veroorzaakt verschillen tussen mannen en vrouwen. Twee processen:
o Competitie onder leden van een gender voor paren
o Voorkeurskeuze onder leden van een gender voor bepaalde leden van het andere
gender
Kritiek: je moet ook naar een groep kijken, seks heeft meer functies dan reproductie
- Genderneutrale evolutietheorie: evolutie selecteert voor flexibiliteit en
aanpassingsvermogen. Iemand kan zich meer mannelijk gedragen in de ene situatie en
meer vrouwelijk in de andere. Flexibele mating strategie zou het meest succesvol zijn
Psychologische theorieën
- Psychoanalytische theorie: begonnen met Freud. Menselijk gedrag wordt gedreven door
zin in seks (libido) en doodsinstinct (thanatos). We hebben een Id, Ego en Superego. We
doorlopen vijf fases van psychosociale ontwikkeling, vast blijven zitten (fixatie) levert
problemen op. De vijf fasen zijn:
o Oraal (tot 1 jaar): genot komt voort uit stimulatie van lippen en mond
o Anaal (2e jaar): genot komt voort uit controleren van de blaas en stoelgang
o Fallisch (3 - 6 jaar): interesse van het kind in zijn genitaliën
Oedipus complex: seksuele aantrekken van de jongen naar zijn moeder,
voelt castratieangst (angst dat zijn vader zijn penis eraf haalt). Stopt
uiteindelijk met het verlangen naar zijn moeder
Electra complex: meisjes realiseren zich dat ze geen penis hebben
(penisnijd) en er is seksuele aantrekking naar de vader
o Latentie (6 jaar – adolescentie): seksuele impulsen worden onderdrukt of zijn in
een rustige staat (uit onderzoek blijkt dat dit niet waar is)
o Genitaal: seksuele neigingen ontwaken in de puberteit, zijn gericht op de
geslachtsdelen. Orale, anale en genitale neigingen komen samen om reproductie te
bevorderen
- Learning theorie: is gegroeid vanuit behaviorisme; observeerbaar gedrag zou
voornaamste unit van analyse moeten zijn. Learning theorieën
o Klassieke conditionering (Pavlov): neutrale stimulus wordt geconditioneerde
stimulus
o Operantie conditionering (Skinner): bekrachtiging zorgt voor positieve associatie
o Behavior modification: set van operante conditioneringstechnieken die worden
gebruikt om menselijk gedrag aan te passen (olfactory version therapy)
o Social learning theory (Bandura, Ross & Ross): we imiteren gedrag van anderen.
Vaker seksuele content in film zorgt voor meer seksuele risico’s
Cognitive social learning theory: self-efficacy
o Social exchange theory (uitwisseltheorie): mensen kiezen acties die baten
maximaliseert en kosten minimaliseert
- Cognitieve theorie: wat we denken beïnvloed hoe we ons voelen.
o Sandra Bem: iedereen bezit een gender schema; een set attributies die we
associëren met mannen en vrouwen
Kritische theorieën: rond 1990; het social constructionism
- Feministische theorie: vier uitgangspunten;
o Gender is een dimensie van ongelijkheid
o Vrouwelijke seksualiteit is onderdrukt; abortus en verkrachting
o We zijn beter af zonder genderrollen want ze beperken mensen
4