100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Uitgebreide aantekeningen van de hoorcolleges van Inleiding en Geschiedenis van de psychologie €4,99
In winkelwagen

College aantekeningen

Uitgebreide aantekeningen van de hoorcolleges van Inleiding en Geschiedenis van de psychologie

 3 keer bekeken  0 keer verkocht

Zelf heb ik een 9,5 gehaald door het leren van mijn aantekeningen aan de hand van de hoorcolleges. Beknopt en duidelijk beschreven.

Voorbeeld 3 van de 19  pagina's

  • 17 november 2022
  • 19
  • 2022/2023
  • College aantekeningen
  • Seger breugelmans
  • Alle colleges
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (9)
avatar-seller
Rowenadeeben
Inleiding & geschiedenis van de psychologie aantekeningen van alle hoorcolleges 2022

Hoofdstuk 1 tm 16, zonder h14
Gemaakt door: Rowena Deeben
Behaalde punt: 9,5

Inleiding en geschiedenis van de psychologie.
H1: Foundational Ideas from Antiquity.

Ideeën uit de klassieke oudheid, die belangrijk zijn voor de psychologie.
Wat is de rol van de geest bij kennisverwerving, waar komen ideeën vandaan.

Plato/Aristoteles uit Griekenland en Alhazen/Avicenna islamitisch zijn belangrijk voor het hoofdstuk.
Socrates is de belangrijkste Griekse filosoof heeft veel invloed gehad op discussies die we nu hebben
over de psychologie. Hij schreef niks op, zijn ideeën kennen we door Plato en van Aristoteles. Plato
heeft zijn ideeën dus ook zelf verwoord, toen hij voor Socrates sprak.
Socrates stelde mensen vragen en liet ze zelf ontdekken hoe de wereld in elkaar zat. Plato vond dit
heel bijzonder dat lijdt ertoe dat Plato zich bezig gaat houden met rationalisme en nativisme.
Rationalisme: je moet rede gebruiken om kennis/waarheid te ontdekken.
Nativisme: de ideeën en kennis zijn al aangeboren, het zit al in je.

Plato: vond kennis/waarheid belangrijk. Er was een probleem met waarneming, iedereen bekeek
dingen anders in de wereld. Niet iedereen is het eens. Plato wilde de ware kennis, wat is nu waar? Hij
maakt verschil in verschijningsvorm en ideale vorm. De verschijningsvorm is hoe de dingen zich
voordoen als je er naar kijkt. De ideale vorm is wat er in je hoofd afspeelt. Een cirkelvormig beeld is
als verschijning nooit perfect rond, maar bestaat alleen als de ideale vorm in je hoofd. Deze twee
aspecten horen bij het idealisme. Zoals je de wereld ziet, dat is niet alles, wat zich in je hoofd
afspeelt als je erover nadenkt dat is echt. Voorbeeld van mensen die in een grot zitten en altijd alleen
maar schaduwbeelden hebben gezien en denken dat de wereld er zo uitziet. Tot er iemand de grot
uitgaat en ziet dat de wereld er heel anders uitziet. Dit was volgens Plato de rol van de filosoof. Om
mensen bewust te maken dat er iets achter zit aan hoe de wereld zich aan je voordoet. Je moet zelf
nadenken om ergens achter te komen.
Plato dacht dat de Psyche(geest) als twee paarden was, die iets anders willen. En dat er een
wagenmenner zit die ervoor moet zorgen dat deze twee samenwerken. Je rede moet je lusten en je
verantwoording samenbrengen.

Aristoteles: leerling van Plato, maar denkt niet altijd hetzelfde als hem. Plato denkt dat je kennis
hebt, doordat het in je zit. Het zit in je geest en door het nadenken heb je kennis. Maar Aristoteles
staat voor empirisme: kennis= observatie + classificatie. Kunnen we orde aanbrengen in onze
observaties, dat is classificatie. Taxonomie gaat hier ook over, maar dan bij diersoorten.
De geest heeft standaard filters waardoor we naar de wereld kijken. We filteren observaties (wat we
zien) door categorieën van ervaring:
Substantie(wat), kwantiteit(hoeveel), kwaliteit(kleur, vorm), plaats(waar), tijd(wanneer), relatie(bijv.
groter-kleiner), activiteit(wat doet het).

Door deze filters neem je de buitenwereld waar.

Verschillende organismen hebben verschillende capaciteiten, doordat ze verschillende zielen
hebben.
Je hebt vegetatieve zielen(planten bijvoorbeeld) kunnen zich alleen voeden en voortplanten.

,sensitieve zielen (dieren) kunnen zich voeden, bewegen, sensatie, geheugen.
Rationele zielen (mensen) je kan logisch nadenken over de wereld.




Islamitische filosofen:
Alhazen: deed dingen in optica, hoe licht werkt/visuele waarneming. Hoe zien wij eigenlijk? Ze
vroegen zich af of zien iets actiefs of passiefs was. Alhazen zei passief hij is van de camera obscura:
dichte kamer, op 1 puntje na. Hij gebruikte dit als model voor het oog.

Avicenna: boek over medische wetenschap. Hij vond dat Aristoteles wat dingen vergeten was. Je kan
ook kijken naar je eigen gevoelens, naar binnen kijken. Je hebt interne zintuigen, hij breidt de filters
van Aristoteles uit. Hij vind dat ze ook voor binnenin gelden. Mensen kijken niet neutraal naar de
wereld, maar classificeren dat. Ze doen aan inschattingen en hebben bepaalde neigingen, dit kan je
ook bij jezelf observeren. Hij deed ook het gedachte-experiment: the floating man, zelfs als je geen
sensorische/zintuigelijke input hebt, heb je nog zelfbewustzijn. Dit blijft altijd over.




H2: Pioneering Philosophers

Descartes, Locke, Leibniz hun ideeën over lichaam, geest en kennis.
Hebben grote invloed op psychologie nu. Interactie tussen denken, zien en doen met betrekking tot
de geest.

Descartes: eigenwijze man, hij vond wat hij op school leerde geen zekere kennis, omdat mensen
verschillende meningen hadden over hoe de wereld in elkaar zat. Hij ging dus zelf een methode
bedenken. Hij vertrouwde alleen op zichzelf, hij ging twijfelen aan alles om vervolgens zekere kennis
te krijgen. Hij kreeg kennis door denken: Deductie. Dit vond hij belangrijker dan sensorische ervaring:
Inductie. Hij zoekt simple natures: daar kan je niet aan twijfelen. Zaken hebben extensie(nemen
ruimte in) en zaken bewegen. Dit weet je met zekerheid. Je hebt zowel primaire als secundaire
kwaliteiten. Primaire zijn kenmerken van objecten en secundaire zijn kwaliteiten die ontstaan als wij
als mensen interacteren met deze objecten.

Descartes dacht dat er geen leegte was, alles was vol met deeltjes. Ons lichaam was ook van materie
en zou dus aan dezelfde regels moeten voldoen.

Mechanistische Fysiologie: het lijf is een machine. Hoe zit deze machine in elkaar? Ze wisten niet
wat de zenuwen waren, hij dacht dat het holle buizen waren, waar animal spirits in zat
(hersenvloeistof). Vloeistof bestaat uit kleine deeltjes. Zo kon hij bepaald gedrag verklaren, zoals het
reflex. Je krijgt een stimulus uit de externe wereld, die via het vloeistof in de hersenen een reactie
opwekken. Bijvoorbeeld vuur dat brand, hierdoor trek je je hand weg. Hij verklaart het gedrag van
mensen puur als machine.
Je hebt ook aangeleerde reflexen hebben, door dingen te oefenen kan je hersenstructuur veranderen
en daardoor gaat de vloeistof anders stromen en worden bepaalde gedragingen makkelijker, als een
soort reflex. Prikkels van buiten lijden tot gedrag en er is geen ziel nodig in dit verhaal. Je gedrag
hangt dus niet alleen van je ziel af.

, Dualisme: ik denk dus ik besta. Ik kan aan alles twijfelen, maar ik kan niet twijfelen aan het feit dat er
iemand is die twijfelt. Lichaam en geest zijn twee verschillende dingen. Er is een rationele ziel met
aangeboren ideeën.

Elisabeth van Bohemen vroeg zich af hoe het materiele lichaam met de immateriële geest
interacteerde, dit vroeg ze aan Descartes. Hij noemde de pijnappelklier. Lichaam en geest zijn los van
elkaar maar interacteren via die pijnappelklier. Dit is interactief dualisme. Hij gaf geen antwoord op
de echte vraag.

John Locke: pakt ideeën van Descartes op. Hij wilde weten waar kennis vandaan kwam. Hij pakte het
mechanistische fysiologie. Je hebt alleen sensaties en reflecties nodig om een herinnering te maken.
intuïtief: je kennis is wat je ervaart
demonstratief: wat je kan uitleggen
sensitief: kennis door waarneming
Van simpele ideeën ga je naar complexere ideeën. (rond, hard en rood wordt gevormd tot appel)

Ideeën kunnen met elkaar te maken hebben door tijd, je associeert dingen met elkaar. Continuïteit
noem je dit. En gelijkenis zijn dingen die op elkaar lijken, dan ga je dat als hetzelfde zien.

Leibniz: het idee van de geest die zelf actief is. Waar komt waarneming vandaan? De wereld bestaat
uit allerlei verschillende organismen (monade)
enkelvoudige/waarnemende/rationele/opperste monade. Steeds complexer. God is de opperste
monade, god is alles. De wereld is een groot organisme bestaande uit allerlei verschillende laagjes.
perceptie: waarnemen van zaken zoals ze zijn (automatisch)
apperceptie: bewust waarnemen van dingen, je denkt erover na (rationele monade)

Je hebt verschillen tussen mensen, er zitten persoonlijkheidstrekken in mensen die zorgen dat je je
op een bepaalde manier ontwikkeld.

Hoorcollege inleiding en geschiedenis h3/h4.

Relatie tussen hersenen en geest.
lokalisatie: waar in de hersenen zitten psychologische kenmerken.

Willis: onderzoekt anatomie van hersenen.

Franz Josef Gall: hersenonderzoeken
Cortex (buitenste stuk van hersenen), bij dieren die complexer zijn grotere cortex dan minder
complexere dieren. Hoe meer cortex-> hoe meer complex gedrag. Meer hersenen-> meer kunnen.
Hij dacht: als iemand iets beter kan dan anderen, misschien zijn de hersenen in dat specifieke deel
dan groter -> bv. een echte wiskunde knobbel hebben.
Frenologie: mensen met kenmerken hebben ook meer hersenen op dat gebied. (meer hersenen zou
je van de schedel kunnen zien. Vorm van schedel laat zien waar mensen meer of minder hersenen
hebben. Zo zou je die ‘’knobbel’’ van buiten moeten kunnen zien. (veel dachten dat dit niet klopte)
Sloot goed aan bij fysiognomie: Aan het uiterlijk kan je zien hoe iemand persoonlijk is.


Pierre Flourens: geloofde frenologie niet. Hij zegt, als er echt specifieke hersendelen zijn voor
gedrag, dan moet dat gedrag verandert worden als ik die stukken hersenen kapot maak -> ablatie,
systematisch stuk maken van hersendelen om te kijken hoe het gedrag verandert.
Cerebellum: kleine hersenen, ging hij kapot maken en kijken naar de gevolgen in het gedrag van een

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Rowenadeeben. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 57413 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd