Samenvatting anatomie en fysiologie van de mens
Hoofdstuk 15 Voortplantingsstelsel
Voortplanting is nodig voor het behoud van de soort. Bij geslachtelijke voortplanting zijn twee individuen
nodig: een van het vrouwelijke en een van het mannelijke geslacht.
15.1 Geslachtskenmerken
Mensen zijn van het vrouwelijke of het mannelijke geslacht. Er zijn dus twee geslachten ofwel seksen te
onderscheiden, elk met kenmerkende eigenschappen. De typisch vrouwelijke of mannelijke kenmerken
worden geslachtskenmerken genoemd en zijn het gevolg van verschillen in bouw en ontwikkeling van
het lichaam.
Je maakt onderscheid tussen twee geslachtskenmerken:
Primaire geslachtskenmerken, vanaf de geboorte aanwezig.
Secundaire geslachtskenmerken. Typerende seksverschillen die onder invloed van
geslachtshormonen tijdens de groei van het individu tot ontwikkeling komen
Primaire geslachtskenmerken bij meisjes:
De uitwendige schaamdelen (vulva)
De schede (vagina)
De ovaria (eierstokken)
De tubae uterinae (eileiders)
De uterus (baarmoeder)
Primaire geslachtskenmerken bij jongens:
Het mannelijk lid (penis)
De testes (zaadballen)
De epididymes (bijballen)
De ducti deferentes (zaadleiders)
De prostaat (voorstanderklier)
Secundaire geslachtskenmerken bij de vrouw:
Het volgroeid zijn van de primaire geslachtskenmerken
De menstruele cyclus
De borsten (mammae)
De beharing onder de oksels en in de schaamstreek
Verbreding van het bekken
Toenamen van onderhuids vet op bepaalde plaatsen
Secundaire geslachtskenmerken bij de man:
Het volgroeid zijn van de primaire geslachtskenmerken
Stemverlaging
Beharingen onder de oksels, in de schaamstreek, in het gezicht, op de borst en op de ledematen
Grotere bot- en spierontwikkeling dan bij de vrouw
15.2 Vrouwelijke geslachtsorganen
De vrouwelijke genitalia (geslachtsorganen) liggen zowel inwendig als uitwendig.
De genitalia externa (uitwendige geslachtsorganen):
Liggen in de schaamstreek
Worden gezamenlijk vulva (vagina) genoemd
Bestaat uit: de grote en kleine schaamlippen, de venusheuvel, de kittelaar en de voorhof
De genitalia interna (inwendige geslachtsorganen):
1
, Bevinden zich in het kleine bekken
Bestaat uit: de eierstokken, de eileiders, de baarmoeder en de schede
De genitalia externa (uitwendige geslachtsorganen):
De grote schaamlippen (labiae majora):
- Zijn twee behaarde, vrij dikke huidplooien
- Bevatten veel onderhuids vetweefsel
- Bevatten veel zweet-, geur- en talgklieren
- Bevatten beiderzijds de bartholinklier die bij seksuele prikkeling slijm afscheiden
- Dorsaal gaan de schaamlippen over in het perineum (bilnaad)
De venusheuvel (mons veneris):
- Is een dicht behaarde verdikking ter hoogte van de symfyse
De kleine schaamlippen (labiae minora):
- Zijn twee onbehaarde, dunne huidplooien
- Liggen binnen de grote schaamlippen
- Sluiten de voorhof af
- Dorsaal gaan de schaamlippen over in het perineum (bilnaad)
De voorhof (verstibulum vaginae):
- Is de ruimte binnen de kleine schaamlippen
- Is de uitmondingsplaats voor de urinebuis en de vagina
- Kan (deels) afgesloten zijn door het maagdenvlies (hymen) bij een vrouw die nog maagd
is
- Kan de witte substantie smegma bevatten, die bestaat uit huidcellen en talg
De kittelaar (clitoris):
- Ligt aan de voorkant op de plaats waar de kleine schaamlippen aansluiten
- Is een kegelvormig orgaantje van enkele centimeters groot
- Bestaat uit twee zwellichamen die eindigen in de eikel (glans clitoridis), deze is dicht
bezet met sensoren en wordt bedekt met een stukje huid, de voorhuid (perputium
clitoridis)
De genitalia interna (inwendige geslachtsorganen):
De eierstokken (ovaria):
- Liggen intraperitoneaal links en rechts tegen de rand van het kleine bekken
- Zijn met ligamenten bevestigd aan omringende structuren
- Bevatten gemiddeld 400.000 eifollikels; elke eifollikel bestaat uit een onrijpe eicel
omgeven voor follikelcellen
- Produceren de vrouwelijke geslachtshormonen (gonaden) (oestrogeen en progesteron)
- Staan onder invloed van het follikelstimulerend hormoon (FSH) en het luteiniserend
hormoon (LH) uit de adenohypofyse
- Geven afwisselend elke vier weken een eicel af, waarna het eifollikel zich ontwikkelt tot
het gele lichaam (corpus luteum)
De eileiders (tubae uterniae):
- Zijn buisvormig
- Liggen intraperitoneaal in de brede baarmoederband (ligamentum latiuteri)
- Beginnen trechtervormig bij de eierstokken
- Verbinden de eierstokken met de baarmoeder
- Zijn van binnen bedekt met trilhaarepitheel
- Vangen de eicel na de ovulatie op
- Vervoeren de eicel naar de baarmoeder
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Mell-l. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.