Nederlands taalbeschouwing blok 2.
Meta linguïstisch bewustzijn: kunnen praten en denken over taal.
Mijlpalen in taalontwikkeling:
1. Spontaan stilstaan bij taal (vanaf 2 jaar)
2. Bewustzijn van schriftelijke taal (2-4 jaar)
3. Taalkennis bewust toepassen (4-8 jaar)
4. Taalregels en principes expliciet verwoorden (vanaf 9 jaar)
Taalontwikkeling helpt bij:
- Zichzelf spontaan verbeteren
- Op taal van een ander letten en daar iets in ontdekken.
Taalverschijnselen kun je opdelen in:
Taalsysteem, taalgebruik, taalnormen. Taalvariatie en taalverandering.
1 les enge zin en 1 les brede zin.
Brede zin:
De manier waarop mensen taal gebruiken in dagelijkse actuele situaties en de regels daarbij.
Taalvariatie en taalverandering.
Enge zin:
Grammaticaal deel en spellingsgedeelte.
Homograaf: woorden die je hetzelfde schrijft maar anders uitspreekt.
Taalverschijnselen via 6 brillen vanuit de invalshoeken:
Enge zin:
1. Klanken - Fonologisch niveau
2. Woorden (woordbouw) - Morfologisch niveau
3. Zinnen - Syntactisch niveau
4. Spelling - Orthografisch niveau
Brede zin:
5. Betekenis (taalbeschouwing) - Semantisch niveau
6. Taalgebruik (taalbeschouwing) - Pragmatisch niveau
, Les 2:
Driedeling: Vorm, betekenis en functie:
Enge zin: Orthografisch niveau, syntactisch niveau, fonologisch niveau en morfologisch
niveau (vorm – formele taaalbeschouwing)
Brede zin: semantisch niveau (betekenis) en pragmatisch niveau (functie)
V-B-F: vorm, betekenis en functie.
Kasje, impakken, muzeejum, zadoek en avblijvu = Fonologisch niveau (klank).
Dit verschijnsel noem je assimilatie.
Spraakklanken die elkaar beïnvloeden.
Een morfeem is het kleinste betekenis onderscheidende deel van een woord.
2 soorten:
- Vrije en gebonden morfeem
Vrij morfeem: bouw
Gebonden morfeem: bouwT
Hierbij dus 2 morfemen
Vrij morfeem: bouw
Gebonden morfeem: GEbouwD
Hierbij dus 3 morfemen.
2 vrij morfemen aan elkaar is een samenstelling.
Chocolaatjes. Hoeveel morfemen en hoe zit het met de verdeling?
Chocola = vrij morfeem
Tje = gebonden morfeem
S= gebonden morfeem
Samenstelling, afleiding, verbuiging of vervoeging?
Onschuldig = afleiding
Gouden = verbuiging
Gekocht = vervoeging
Snoezig = afleiding
Contactsleutel = samenstelling
Sigaretje = verbuiging
Bezemwagen = samenstelling
Surft = vervoeging
Kerstviering = samenstelling
Welk niveau? Morfologisch niveau.
Meta linguïstisch bewustzijn: kunnen praten en denken over taal.
Mijlpalen in taalontwikkeling:
1. Spontaan stilstaan bij taal (vanaf 2 jaar)
2. Bewustzijn van schriftelijke taal (2-4 jaar)
3. Taalkennis bewust toepassen (4-8 jaar)
4. Taalregels en principes expliciet verwoorden (vanaf 9 jaar)
Taalontwikkeling helpt bij:
- Zichzelf spontaan verbeteren
- Op taal van een ander letten en daar iets in ontdekken.
Taalverschijnselen kun je opdelen in:
Taalsysteem, taalgebruik, taalnormen. Taalvariatie en taalverandering.
1 les enge zin en 1 les brede zin.
Brede zin:
De manier waarop mensen taal gebruiken in dagelijkse actuele situaties en de regels daarbij.
Taalvariatie en taalverandering.
Enge zin:
Grammaticaal deel en spellingsgedeelte.
Homograaf: woorden die je hetzelfde schrijft maar anders uitspreekt.
Taalverschijnselen via 6 brillen vanuit de invalshoeken:
Enge zin:
1. Klanken - Fonologisch niveau
2. Woorden (woordbouw) - Morfologisch niveau
3. Zinnen - Syntactisch niveau
4. Spelling - Orthografisch niveau
Brede zin:
5. Betekenis (taalbeschouwing) - Semantisch niveau
6. Taalgebruik (taalbeschouwing) - Pragmatisch niveau
, Les 2:
Driedeling: Vorm, betekenis en functie:
Enge zin: Orthografisch niveau, syntactisch niveau, fonologisch niveau en morfologisch
niveau (vorm – formele taaalbeschouwing)
Brede zin: semantisch niveau (betekenis) en pragmatisch niveau (functie)
V-B-F: vorm, betekenis en functie.
Kasje, impakken, muzeejum, zadoek en avblijvu = Fonologisch niveau (klank).
Dit verschijnsel noem je assimilatie.
Spraakklanken die elkaar beïnvloeden.
Een morfeem is het kleinste betekenis onderscheidende deel van een woord.
2 soorten:
- Vrije en gebonden morfeem
Vrij morfeem: bouw
Gebonden morfeem: bouwT
Hierbij dus 2 morfemen
Vrij morfeem: bouw
Gebonden morfeem: GEbouwD
Hierbij dus 3 morfemen.
2 vrij morfemen aan elkaar is een samenstelling.
Chocolaatjes. Hoeveel morfemen en hoe zit het met de verdeling?
Chocola = vrij morfeem
Tje = gebonden morfeem
S= gebonden morfeem
Samenstelling, afleiding, verbuiging of vervoeging?
Onschuldig = afleiding
Gouden = verbuiging
Gekocht = vervoeging
Snoezig = afleiding
Contactsleutel = samenstelling
Sigaretje = verbuiging
Bezemwagen = samenstelling
Surft = vervoeging
Kerstviering = samenstelling
Welk niveau? Morfologisch niveau.