1-1-2022
Sociologi
e
Periode 1
Yfke Pultrum
, Sociologie | Yfke Pultrum
Inhoudsopgave
Hoorcollege 1.........................................................................................................................................2
Hoorcollege 2.........................................................................................................................................4
Hoorcollege 3.........................................................................................................................................6
Hoorcollege 4.........................................................................................................................................9
Hoorcollege 5.......................................................................................................................................13
Hoorcollege 6.......................................................................................................................................16
Hoorcollege 7.......................................................................................................................................20
Hoorcollege 8.......................................................................................................................................23
Hoorcollege 9.......................................................................................................................................27
Hoorcollege 10.....................................................................................................................................34
Hoorcollege 11.....................................................................................................................................37
Laatste college voor tentamen.............................................................................................................47
Werkgroep 1 – Opdracht......................................................................................................................48
Werkgroep 2 – Opdracht......................................................................................................................54
Werkgroep 3 – Opdracht......................................................................................................................57
Werkgroep 4 - Opdracht.......................................................................................................................59
Werkgroep 5 – Opdracht......................................................................................................................60
Sociologie – Opdracht 1 voor een cijfer................................................................................................63
Sociologie – Opdracht 2 voor een cijfer................................................................................................65
P a g i n a 1 | 67
, Sociologie | Yfke Pultrum
Hoorcollege 1
31-8-2022
- Elke week komt op canvas wat moet je lezen van boek, sluit aan op hoorcolleges.
- Regels college staan in slides les 1.
- Extra stof op canvas is geen tentamenstof.
- 40 multiple choice, 2 open vragen bij tentamen, oefenvragen komen op canvas.
Wat is sociologie?
= De hele wereld om je heen. ‘’Wetenschap van de maatschappij’’
Als socioloog ben je geïnteresseerd in hoe iets gebeurt, niet geïnteresseerd in individu maar in groepen en het
zoeken van patronen, met bijbehorende verklaringen. Geïnteresseerd in brede vraagstukken.
Er is bijna niemand die zonder mensen kan, zelfs een kluizenaar heeft iemand nodig. Tegenwoordig: veel
aandacht voor het individu, maar toch doen we allemaal hetzelfde.
Sociologie…
- Doet systematisch onderzoek naar de menselijke samenleving;
- Onderzoekt menselijke patronen van denken, voelen en handelen;
- Bekijkt hoe we in het bijzondere het algemene kunnen zien.
Alles is altijd anders – maar ook een beetje hetzelfde.
Voor- en nadelen
- Debunking = niet alles wat we denken is altijd waar, de standaard door middel van onderzoek
tegenspreken;
- Begrip = beter begrip van de omstandigheden waarin we zitten (en waarom);
- Empowering = laat nadelen voor sommige groepen zien, wat mobiliserend kan werken;
- (H)Erkenning;
- Alles verandert altijd;
- Sociologen zijn ook mensen, moeilijk om afstand te houden. Interesse en betrokkenheid met mensen
in balans houden met het houden van overzicht over de situatie;
- Sociologie wordt onderdeel van maatschappelijk debat.
Sociologie onderzoekt…
Sociale problemen zoals: criminaliteit/terrorisme/migratie/zelffverrijking/armoede/echtscheiding/ extreem
rechts of links … alles waar mensen in de samenleving geïrriteerd/verbaasd/bang over zijn.
De 6 criteria van Schuyt over sociale problemen
1. Probleem treft veel mensen;
2. ‘’Private troubles’’;
3. Cumulatie met andere problemen;
4. Niet tijdelijk / persistent;
5. Sociale oorzaken, ligt aan hoe wij de samenleving inrichten;
6. Geldende waarden in gedrang.
Voldoet aan alles criteria? Sociaal probleem.
Sociologie als wetenschap
Stelt wetenschappelijke vragen, ‘’sociologische verbeelding’’, persoonlijke problemen vs sociale
problemen. Kritische kijk op wat vanzelfsprekend aangenomen wordt. ‘’common sense debunken!’’
Doordat het in ‘normale mensentaal’ geformuleerd wordt denken veel mensen dat zij hetzelfde ook
weten.
P a g i n a 2 | 67
, Sociologie | Yfke Pultrum
Sociologie = common sense
Sociologen vertellen wat iedereen al weet op zo’n manier dat niemand het begrijpt.
Sociologie versus ‘common sense’
Zygmunt Bauman:
1. Responsible speech: regel van verantwoorde argumentatie;
2. Size of the field: het overstijgen van de eigen sociale wereld;
3. Making sense: het verklaren en interpreten van menselijk gedrag door te kijken naar de verschillende
figuraties en instituties waarin mensen zijn ingebed;
4. Defamiliarize: het vermogen om bekende en vanzelfsprekende zaken ter discussie te stellen.
Belangrijkste vraag als wetenschapper: ‘’waarom?’’
3 soorten problemen
1. Sociale of maatschappelijke problemen
2. Sociologische problemen
3. (Sociale) beleidsproblemen
Sociologische problemen = logische problemen, wat en waarom. ‘’Objectief’’
Sociale problemen = waarderingskwesties ‘’naar’’, handelingskwesties ‘’we moeten er iets aan doen’’
Sociologie: 3 niveaus
1. Micro: familie & vrienden
2. Meso: kantoor & universiteit
3. Macro: overheid & land
Verschil tussen sociologie en psychologie
Soort problemen: psychologie zoekt problemen juist in individu, sociologie in maatschappij geen perfect
onderscheid / Psychologie geeft individuele verklaringen, sociologie maatschappelijke verklaringen./ Sociologie
kan een aanvulling zijn op psychologische verklaringen.
P-T-O empirische cyclus
- P = Probleem ‘’Waarom is het zo?’’
- T = Theorie ‘’Misschien omdat?’’
- O = Onderzoek ‘’Klopt de verklaring?’’
PO – PTO, begint met ‘’wat-vraag’’.
Hoofdvragen van de sociologie
1. Ongelijkheidsprobleem, in welke mate zijn schaarse hulpbronnen ongelijk verdeeld? Karl Marx
2. Cohesieprobleem, in welke mate leven de leden van een samenleving vreedzaam samen? Emile
durkheim
3. Rationaliseringsprobleem (cultuur), is welke mate is een samenleving gerationaliseerd? Max Ceber
Waarom zijn het hoofdvragen?
1. Belangrijkste/ klassieke vragen
2. Overkoepelend
Waarom hoofdvragen nodig?
1. Orde scheppen in chaos
2. Leren van (antwoorden op) vergelijkbare vragen
P a g i n a 3 | 67
, Sociologie | Yfke Pultrum
Hoorcollege 2
01-09-2022
Spelregels van sociologische problemen
- WAT of WAAROM vraag met vraagteken
- Gestructureerd
o NIET: Waarom is het zo dat mannen meer verdienen?
o WEL: Waarom is het zo dat mannen meer verdienen als vrouwen?
- Precies en ondubbelzinnig
o NIET: Hoe zit het met geld van mannen en vrouwen?
o WEL: In hoeverre verdienen mannen meer dan vrouwen?
- Terechte/ware vragen
o NIET: Waarom is het zo dat mannen hun partner vaker slaan dan vrouwen?
o WEL: Waarom is het zo dat vrouwen hun partner vaker slaan dan mannen?
1. Om terechte vragen te stellen, vragen in juiste volgorde plaatsen, dus eerst
WAT vraag! (in dit geval blijkt uit onderzoeken dat vrouwen vaker hun
partner slaan) Dan de WAAROM vraag.
- Juiste volgorde
1. Beschrijvingsvraag: ‘’Wat is het geval?’’
2. Trend- of vergelijkingsvraag: ‘’Wat is het geval in vergelijking met?’’
3. Verklaringsvraag: ‘’Waarom is dit het geval?’’
4. Toetsingsvraag, je gaat het testen: ‘’Is het daarom het geval?’’
5. Toepassingsvraag: ‘’Leidt dit beleid tot die uitkomst?’’
Wat is een theorie?
= een voorlopig antwoord op de WAAROM vraag, een verklaring zoeken op de WAAROM vraag, deze
ga je vervolgens toetsen.
2 componenten:
1. Wet(matigheid) = W, ‘’Eigenlijke theorie’’, algemene hypothese. (wordt door Van Tubbergen
propositie genoemd!)
2. Conditie = C, aanname/ assumptie/ bijkomende veronderstelling Observatie +
Conceptueel model: verschijnsel verklaren
Observatie (E) Conditie + Wet(matigheid) +
Intermezzo: deductie en inductie I
- Deductie (theorie toetsen):
o Redeneren van het algemene (theorie) naar het bijzondere (top down logica).
Klassieke voorbeelden:
1. Alle mensen zijn sterfelijk (algemene regel/theorie)
2. Socrates is een mens (bijzondere regel)
3. Socrates is sterflijk (conclusie = logisch onweerlegbaar)
- Inductie (theorie opstellen)
o Redeneren van het bijzondere naar het algemene (theorie, bottom up logica)
Voorbeeld: ‘observeren of iedereen een smartphone heeft’ 2 van de 2
ondervraagde studenten hebben een smartphone, conclusie: alle studenten hebben
een smartphone = waarschijnlijk, maar niet logisch onontkoombaar.
P a g i n a 4 | 67
, Sociologie | Yfke Pultrum
Human capital theorie: betere opleiding zorgt voor betere baan / hoger salaris.
Waarom een deductief model nog?
1. Checken of je verklaring fouten bevat Sheets 28 & 29 hoorcollege 2
2. Kun je nieuwe voorspellingen afleiden voorbeelden empirische cirkel!
3. Kun je preciezer toetsen
4. Kun je theorie makkelijk uitbreiden
3 Gouden spelregels van theorie
1. Verklaar en voorspel met deductief model
o Onderscheid daarbij wet (W) en veronderstelling (C)
o En juiste richting van verbanden
2. Maak de hypothesen weerlegbaar
o Formuleer stellige hypothesen
o Formuleer toetsbare hypothesen
3. Maak de theorie (wet) zo algemeen mogelijk
Spelregels onderzoek – wat te doen met P en T?
1. Probeer de theorie onderuit te halen = falsificatie
o Sterk design / alternatieven testen / herhalen
o Situatie verzinnen waarin de theorie het niet gaat halen, voor hypothese
2. Handhaaf de theorie als geen sterke weerlegging
3. Verwerp de theorie bij een sterke weerlegging
4. Maar gooi bij een weerlegging de theorie niet weg voordat je een nieuwe hebt
5. Bij opgaan meerdere theorieën: voorkeur algemene theorie
6. Stel nieuwe vragen!
Paradigma (benadering/stroming/perspectief)
Een beeld van de samenleving dat het wetenschappelijk denken en onderzoek stuurt, zowel
theoretisch als methodisch.
4 paradigmata in de sociologie
1. Structureel-Functionalistisch paradigma
2. Conflictparadigma
3. Interactionistisch paradigma
I. Symbolisch interactionistisch paradigma
II. Rationele keuze paradigma
Problemen paradigmata
Sociologie staat niet los van de positie van de onderzoeker in de samenleving maar maakt daar deel
van uit dit bepaalt de kijk op de samenleving een compleet beeld/theorie van hoe de
samenleving werkt bestaat niet dus altijd beperkt en selectief = ‘partial perspectives’.
Theorie & pardigmata
Een samenhangend stelsel van uitspraken over hoe en waarom specifieke feiten met elkaar zijn
verbonden, bijvoorbeeld: de wereldbeeldentheorie van Weber.
Een theorie is een onderdeel van een paradigma.
Agency & structure
- Agency, produceren, vrijheid om te handelen/handelingsvrijheid, geen beperkingen
- Structure, reproduceren, wat je met elkaar maakt
Hedendaagse sociologie zoekt naar verbindingen tussen agency en structure.
P a g i n a 5 | 67