100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Alle hoorcolleges voor het van Bijzonder bestuursrecht voor notariëlen €4,99
In winkelwagen

College aantekeningen

Alle hoorcolleges voor het van Bijzonder bestuursrecht voor notariëlen

 28 keer bekeken  5 keer verkocht

Alle collegeaantekeningen!

Voorbeeld 3 van de 20  pagina's

  • 27 november 2022
  • 20
  • 2021/2022
  • College aantekeningen
  • Robbe
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (13)
avatar-seller
michelleoort
Bijzonder bestuursrecht voor notariëlen
Hoorcollege 1: Ruimtelijke ordening (in het bijzonder het
bestemmingsplan)
Plaatsbepaling en een blik vooruit
Ruimtelijke ordening is een deel van het omgevingsrecht. Er is een streven naar integratie. De
omgeving is de grond, de bodem en het water. Maar ook de verschillende wijze van land gebruik;
huizen, bebossing. Er is lucht, met verontreiniging, en de natuur. Met betrekking tot het gebruik van
de omgeving is er regelgeving gekomen.

Het is begonnen met de Hinderwet van 1875. Later is de wet inzake de luchtverontreiniging (het
milieucompartiment van de lucht). Later kwam de wet geluidhinder, wet bodembescherming, wet
waterhuishouding, etc. Daaronder hangen vaak ook nog uitvoeringsregelingen. Deze wettelijke
regelingen zijn in de loop van de jaren gewijzigd. Dit is vooral gefocust op milieu als onderdeel van de
omgeving. De ruimtelijke ordening begint met de woningwet van 1901. Dit beoogde vooral te
voorkomen dat mensen in armere wijken asociaal gedrag vertoonden. Dit is later uitgelicht in een
zelfstandige wet; de Wet Ruimtelijke Ordening.

Sectorale benadering
Er zijn veel verschillende wetten, wat leidt tot afstemmingsproblemen. Dit is ingewikkeld, omdat de
Wro spreekt ook over een goede ruimtelijke ordening, terwijl een andere wet een ander
toetsingskader heeft. Daarbij kennen de wetten verschillende instrumenten. De Wro is afhankelijk
van het bestemmingsplan. De wet milieubeheer heeft andere gronden. Als je als particulier iets wilt
ondernemen, dan word je geconfronteerd met verschillende vergunningseisen. Daarbij zijn er ook
andere bevoegde instanties. Je hebt dus verschillende bevoegde gezagen, je moet dan bij
verschillenden een vergunning, ontheffing of vrijstelling vragen. Dit leidt dan weer tot verschillende
besluitvormingsprocedures. Je hebt ook verschillende rechtsbeschermingsprocedures. Afstemming is
dan wenselijk.

Invloed EU-regelgeving
De invloed van de EU zorgt voor nog meer richtlijnen en invloeden met betrekking tot het
omgevingsrecht. Deze europeanising zorgt voor aanpassing in het landelijk omgevingsrecht.

Integratiestreven (bundeling)
Er is overzicht geprobeerd te creëren door algemene wetten op te stellen. De verschillende
milieuwetten is nu de Wet milieubeheer en de verschillende waterwetten is nu de Waterwet. De
wetgever heeft ook de verschillende vergunningen omgezet in een algemene vergunning met
betrekking tot de fysieke leefomgeving gemaakt; Wabo. Alles is dan 1 geworden; vergunning,
rechtsbescherming etc. Er is dan een integraal afgewogen beslissing. De kaders zijn niet veranderd.

Verdergaande integratie (bundeling)
De Wabo was al ingrijpend, maar er moest een algemene omgevingswet komen. De Omgevingswet
heeft als verbeterdoelen; het vergroten van de inzichtelijkheid en gebruiksgemak, samenhangende
benadering fysieke leefomgeving (er komt een ruimer begrip ‘fysieke leefomgeving’, maar nog wel
verschillende beoordelingskaders) (dit zorgt voor willekeur), vergroten bestuurlijke afwegingsruimte
en het versnellen en verbeteren besluitvorming. Deze wet is nog niet in werking, omdat het digitale
stelsel van het omgevingsrecht nog niet voldoende werkt.

De structuur: omgevingswet die alles regelt, met daaronder een viertal AMvB’s.

,Waarom het huidige recht?
Het huidige stelsel is de basis voor het toekomstige stelsel. Door de eerbiedigende werking blijven
huidige instrumenten na inwerkingtreding Omgevingswet nog lange tijd hun geldig behouden. Bij
inwerkingtreding Omgevingswet gaan alle onherroepelijke bestemmingsplannen van rechtswege
deel uitmaken van het tijdelijke deel van het omgevingsplan. Voor de inwerkingstreding begonnen
procedures worden afgerond volgens ‘oud recht’.

Wro en ‘daaronder’ Bro (AMvB)
De Wro is de huidige wet. De wet begint met definities, wat van belang is voor het toepassingsbereik
van de wet. Er worden specifieke betekenissen toegekend, die niet gelijk zijn aan normaal
spraakgebruik. De term is ook afhankelijk van het gebruik.
De instrumenten: je kan twee kolommen onderscheiden; een beleidskolom (art. 2.1 en volgende =
structuurvisies) en een juridische kolom. Er zijn voor de beleidskolom drie bestuursniveaus;
gemeente, provincie en rijk. Dit is beleid, omdat de structuur niet bepalend is. Het is een visie, niet
bindend. Het zijn voor een deel beleidsregel; ze hebben een zekere binding, maar het is niet
rechtstreeks bindend voor een ieder. In de structuurvisie vind je de plannen van de gemeente. Dit
bevat geen besluiten, tenzij het beleidsregels bevat. Het is niet juridisch irrelevant; het geeft wel
inzicht. Op basis van het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel werkt dit wel door. Als er een
bouwaanvraag wordt ingediend of als men een bestemmingsplan wil herzien, dan hoort het bestuur
te kijken naar het structuurplan. Er is wel een zekere binding, maar voor het bestuur, niet voor de
burger. Daarnaast is er een juridische kolom met het bestemmingsplan. Voor het gehele grondgebied
dient er een bestemmingsplan te worden opgesteld. Eenzelfde bevoegdheid komt toe aan de hogere
overheid en ook voor de rijksoverheid. Zowel de provincie als het rijk kunnen de inhoud van het
bestemmingsplan bepalen. Hierbij wordt een verbod gekoppeld om het ingepaste deel te gaan
herzien. Het bestemmingsplan is een AMvB. Het is bindend voor een ieder. Als het bestemmingsplan
aan iets in de weg staat, dan moet de vergunning worden geweigerd. Andersom ook; als het past
binnen het bestemmingsplan, dan mag er niet worden geweigerd.

Bestemmingsplan
De bevoegdheid om het bestemmingsplan vast te stellen moet liggen op lokaal niveau; het is de
gemeente die het beste kan beoordelen wat er binnen een gemeente gebeurt en wat er wenselijk is.
Vanuit die gedachte rust het primaat op gemeentelijk niveau. De Gemeenteraad is immers
volksvertegenwoordiging. Dit is dan niet burgermeester en wethouders, maar de gemeenteraad.
Men heeft ook bedacht dat de gemeenteraad een bevoegdheid/ verplichting heeft een
bestemmingsplan vast te stellen, dat deze gemeenteraad ook bovenlokale gevolgen heeft, dan is het
noodzakelijk dat de hogere overheid invloed uitoefent. Dit kan dan door een inpassingsplan; een
mini-bestemmingsplan. Er kan ook een aanwijzing gegeven worden. Dit is bindend voor de
gemeente. Er is ook voorzien in een instrument, dat de hogere overheid heeft om in te grijpen in de
bestemmingsplanprocedure. Het bestemmingsplan moet dan worden voorgelegd aan de hogere
overheid. De inwerkingtreding kan dan worden tegengehouden. Een voorbeeld: een data-centrum
van META. Dit is groter dan gemeentelijk niveau; de impact van zo een besluit strekt veel verder. Een
ander voorbeeld: Kerncentrale. De gevolgen zijn groter dan de gemeente. Bestemmingsplan; art. 3.1
Wro. Dit is een kernbepaling en een inhoudelijke norm. (+ hoofdstuk 3 uitvoeringsbepalingen). De
besluitvormingsprocedure is geregeld in art. 3.1 maar in combinatie met de algemene wet
bestuursrecht (Awb). Datgene dat de Awb al regelt, zal je niet terugvinden. Het bestuursrecht kan
dan volstaan met een verwijzing. De Wro bevat alleen aanvullingen of afwijkingen.
Rechtsbescherming is geregeld in art. 8, voor zover er afwijkingen zijn van de Awb. Dit moet je ook
weer lezen in combinatie met bijlagen.

Inhoud bestemmingsplan  aan de hand van dia lezen
Art. 3.1 Wro/3.1.3 Bro; een verplichting voor de gemeenteraad om een bestemmingsplan vast te
stellen. Een bestemming is een gebruiksdoeleinde aan de grond koppelen (niet aan gebouwen, maar

, aan de ondergelegen grond). Bij voorkeur zo, dat deze elke ondersteunen en niet bijten. Het is
onhandig als gevaarlijke industrie kruist met woning. Het is een aanwijzing op de bestemming. Een
bestemming bevat de doeleinden waarvoor de grond mag worden gebruikt, waar je niet van af kan
wijken, daar aan gekoppeld regels die verband moeten houden met de bestemming. Er moet een
duidelijk verband zijn tussen de bestemming en de regels die gekoppeld zijn aan de bestemming. Het
mogen geen algemene regels zijn of regels met het oog op een andere bestemming. Daarnaast vind
je een aantal flexibiliteitsinstrument (art. 3.6 Wro/); een globaal plan met weinig beperkingen, met
een uitwerkingsbevoegdheid voor burgemeester en wethouders. Dit gaat dan deel uitmaken van het
bestemmingsplan. Het is een delegatie door de gemeenteraad, in het bestemmingsplan, aan B&W
om regels vast te stellen op een later moment. Er moet een objectieve begrenzing zijn. Er is dan een
binnenplanse afwijkingsbevoegdheid. Dit zijn nooit ingrijpende aanpassingen.

Dit zijn afwegingen voor het toekennen van een bestemming:
- Centrale norm: goede ruimtelijke ordening
- Ruimtelijke uitstraling (situeringskenmerken)

Voorbeeld: volumineuze detailhandel
Een ikea plaats je niet midden in de stad, door woon-werkverkeer. Een bordeel plaats je niet in een
woonwijk etc. Het uiterlijk aanzien van een gebouw zijn welstand kwesties. Dit is geen bestemming!

Toelatingsplanologie: ‘het mag, het moet niet’
Een bestemmingsplan regelt wat mag, maar het verplicht niets. Als je ergens mag bouwen, ben je
niet verplicht daar een huis te bouwen. Het is wel zo dat er verder niets anders mag. Je mag het
braak laten liggen, verder niets anders.

Flexibiliteit en rechtszekerheid
Een bestemmingsplan geeft inzicht in het gebruik van de grond. Het bestemmingsplan biedt dus
rechtszekerheid. Dit is niet altijd even handig, omdat het bestemmingsplan een dwingend kader is bij
aanvragen. Soms blijkt het bestemmingsplan niet voorzien. Als je een heel gedetailleerd plan maakt,
dan moet je je realiseren dat het plan niet van toepassing is. De rechtszekerheid lijkt dan maximaal,
maar het is heel onhandig als je wil wijzigen. Je moet dan het hele plan herzien. Dit kan je voorkomen
door flexibiliteit in te voeren. Je doet hier afbreuk aan de rechtszekerheid; het is niet in een
oogopslag duidelijk wat mag. Flexibiliteit is heel belangrijk, anders moet je blijven veranderen (wat
ook niet zeker is). Je moet een balans vinden tussen rechtszekerheid en de flexibele bevoegdheden.
De bevoegdheden moeten worden begrensd door voldoende clausules etc.
= art. 3.6 Wro jo. 3.1.4 Bro

Overgangsrecht: standaardregels
Als je wil wijzigen dan kan je een nieuw bestemmingsplan vaststellen. De eigenaar van de gronden
heeft in overeenstemming met het plan een gebouw opgericht. Destijds was het legaal, dan kan je nu
niet eisen dat er gesloopt wordt. Hierdoor voorziet ieder plan in overgangsrecht. Dit is vaak
onduidelijk. Er is een onderscheid tussen bouwen en gebruik in enge zin met verschillende peildata.
Dit overgangsrecht voor gebruik en bouwen is standaard. Uitgangspunt: destijds legaal blijft legaal,
hoewel het nieuwe plan niet meer voorziet. De gemeente moet je anders uitkopen. Je mag dit
bouwwerk ook veranderen, mits de afwijking van het nieuwe plan niet groter wordt. Je mag het
gebouw en het gebruik veranderen, mits de afwijking van het nieuwe plan niet groter wordt.
- Bouwen; art. 3.2.1 Bro
- Gebruik anders dan bouwen; art. 3.2.2. Bro
zie ook art. 3.2.3. Bro

Procedure en rechtsbescherming

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper michelleoort. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48072 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99  5x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd