praktische economie-3 VWO- Hoofdstuk 4: de financiën in balans par 1-2-3
Paragraaf 1, de start van een eigen bedrijf
Paragraaf 2, bezittingen en schulden
Paragraaf 3, opbrengsten en kosten
Is echt supergoed! Strijder! alleen heb je nog samenvatting voor H3(par.1 en 3) en H5(par 1) heb binnenkort toets over die drie hoofdstukken
Paragraaf 1, de start van een eigen bedrijf
Begrippen:
Totaal vermogen: De totale waarde van alle bezittingen van het bedrijf.
Inkoopwaarde van de omzet: Het bedrag waarvoor de ondernemer de goederen zelf heeft ingekocht.
Bedrijfskosten: De kosten van een bedrijf, behalve de inkoopwaarde van de omzet.
Afschrijvingskosten: De kosten van de waardevermindering van kapitaalgoederen.
Nettowinst: Brutowinst minus de bedrijfskosten.
Financieringsplan: Het plan dat uitlegt hoe de onderneming aan het geld komt om te kunnen starten.
Eigen vermogen: Totaal vermogen minus de vreemd vermogen.
Vreemd vermogen: De schulden van het bedrijf.
Wat is de investeringsbegroting?
- Door een investeringsbegroting te maken kun je zien hoeveel geld je nodig hebt om een bedrijf te starten en
je ziet meteen de verwachte uitgaven
De inventaris bestaat o.a. uit:
- kassa, toonbank, tafels, stoelen, keukenapparatuur etc
De voorraad goederen bestaat bij een restaurant bijvoorbeeld uit:
- Koffie, limonade, water, vlees, sla, etc
Het geld dat je uiteindelijk nodig hebt is het totaalvermogen om de zaak te kunnen laten draaien.
Welke posten staan er op een investeringsbegroting?
- Inventaris / voorraad goederen / banksaldo / kas
Voorbeeld van een investeringsbegroting voor een winkel in babyartikelen.
Inventaris € 15.500
Voorraad goederen € 4.500
Banksaldo € 2.000
Geld in de kassa € 1.000
Totale investering € 23.000
Wat is de resultatenbegroting?
- Een overzicht van alle verwachte kosten en opbrengsten.
Alle afschrijvingskosten bij elkaar heten de bedrijfskosten, wat valt hier bijvoorbeeld onder?
- De waardevermindering van een inventaris zijn de afschrijvingskosten, doordat je de spullen gebruikt
worden ze minder waard.
Wat verstaan we onder de bedrijfskosten?
- De afschrijvingskosten, maar ook bijv. de gasrekening, de rente aan de bank, huur van het gebouw e.d.
Hoe bereken je de bruto en netto winst?
- Brutowinst = de opbrengst (omzet) – de inkoopwaarde van de omzet.
- Nettowinst = de brutowinst – de bedrijfskosten
Als je van de bank geld wil lenen, wil de bank 2 dingen hebben, welke en waarom?
- Investeringsbegroting en de resultatenbegroting
- Waarom: Een resultatenbegroting kan de bank doen inschatten of een bedrijf een lening weer kan
terugbetalen.
Als je genoeg geld hebt om een bedrijf te starten is je financieringsplan rond. Het geld dat de eigenaar zelf in zijn
bedrijf heeft geïnvesteerd is het eigen vermogen. Het geleende geld is het vreemd vermogen.
Eigen vermogen + vreemd vermogen = totale vermogen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper moniquevanmunster. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.