Werkcollege 4
Inleiding Internationaal en Europees recht
Opdracht 1:
a) Aangezien Nederland een gematigd monistisch stelsel heeft vloeit
internationaal recht direct door in de Nederlandse rechtsorde. Toch moet
het via art. 93 en 94 van de Grondwet nog bekend worden gemaakt
voordat het daadwerkelijk doorwerkt.
b) Als nationale wetgeving in strijd is met wetgeving van de internationale
verdragen gaan internationale verdragen voor. Zij krijgen op basis van art.
94 GW voorrang op de nationale bepalingen. Dit omdat Nederland niet in
strijd wil handelen met internationale verdragen. Dit komt niet vaak voor
omdat Nederland er voor zorgt dat het zich goed houdt aan internationale
verdragen.
c) Op de verdragen en een bepalingen die ‘een ieder verbindend’ zijn kan
een beroep worden gedaan bij de nationale rechter.
Opdracht 2:
a) Pinochet had genocide en foltering gepleegd als staatshoofd van Chili. Dit
deed hij zowel in Chili als in Spanje. Spanje wilde hem hebben om hem
voor de nationale rechter te dagen. Spaanse rechter wilde over het geheel,
dus ook de zaken in Chili, Pinochet vervolgen. Toen hij op vakantie was in
GB vroeg Spanje om uitlevering omdat zij een uitleveringsgedrag hebben.
a. Rechtsregel: Buiten functie geniet hij als staatshoofd functionele
immuniteit. Foltering valt onder staatshandelingen volgens art. 1
folterverdrag. Folterverdrag is dus eigenlijk waardeloos omdat
degene die in naam van de staat handelen niet vervolgd kunnen
worden omdat ze immuniteit hebben.
i. Op het moment dat het gaat om foltering, dan kan er op het
moment dat je niet in functie bent je niet verschuilen van
immuniteit voor overheidshandelingen. Folteringen is zo
belangrijk in onze wereldmaatschappij dat de daders nooit
ongestraft weg mogen komen.
b) Engelsen zeiden dat schendingen van het ius cogens door iedere staat
mogen worden aangeklaagd omdat de schenders hiervan vijanden van de
mensheid zijn.
c) Zodat plegers van deze misdrijven onbestraft wegkomen.
d) Staatshoofden kunnen, als ze uit functie zijn, zich niet verschuilen voor
foltering.
Opdracht 3:
a) België deed een beroep op het universaliteitsbeginsel. Bij de andere
beginselen is er een link met de staat. Bij deze: geen link met de staat en
gedraging. Het gaat om misdrijven die in een ander land zijn gepleegd.
Dus ipv deze link, wordt er gekeken naar de ernst van het misdrijf( ius
cogens). België had een wet die volledige jurisdictie toelaat. Zelfs als er
geen slachtoffer in België zijn, kan België er toch naar kijken.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Davieed. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.