Samenvatting van het studieboek Basisboek Bedrijfseconomie van M.P. Brouwers, W. Koetzier, O.A. Leppink, (ISBN 8228). Alle hoofdstukken (1-21) in 50 pagina's.
Te gebruiken bij de vakken financial accounting, management accounting, financiering. Ook handig te gebruiken bij andere opleidingen binnen...
H1: Ondernemingen en hun functie in de economie
1.1: Economie en bedrijfseconomie
Productiehuishoudingen: ander woord voor bedrijven, leren goederen en diensten aan de
consument tegen een bepaalde prijs.
Economische wetenschap: houdt zich bezig met de vraagstukken over de welvaart van de
mens
Algemene economie: bestudeert relaties tussen producent en consument en producenten
onderling
Micro-economie: theorie van marktvormen
Macro-economie: houdt zich bezig met economische problemen van de hele
maatschappij
Bedrijfseconomie: houdt zich bezig met handelen binnen bedrijven
1.2: Kenmerken van ondernemingen
In productieorganisatie komen productiemiddelen bij elkaar en worden via een
productieproces omgezet in producten.
Inkoopmarkt (productiemiddelen) → productieproces → verkoopmarkt (eindproduct)
Kapitaal: grondstoffen en duurzame productiemiddelen van organisatie;
productieorganisatie is samenwerkingsverband van kapitaal/arbeid
Ondernemingen streven naar winst, grootte afhankelijk van:
Efficiëntie: doelmatigheid van productieproces, zo weinig mogelijk middelen
gebruiken (heeft weinig gekost = efficiënt)
Effectiviteit: doelgerichtheid van productieproces, mate van geschiktheid voor
consument (is in trek bij klanten = effectief)
Winstcijfer: maatstaf (omzet (= effectiviteit) - kosten (= efficiëntie))
Continuïteit: ander belangrijk uitgangspunt van onderneming, winst is noodzakelijk voor
voortbestaan van onderneming → financiële redzaamheid
1.3: Kenmerken van non-profitorganisaties
Overheidssector: levert vooral collectieve goederen en diensten, tot stand gebracht voor de
bevolking als geheel
Marktmechanisme: vraagprijs door vraag en aanbod, niet geschikt voor collectieve
goederen en diensten
Budgetmechanisme: budget door overheid voor financiering goederen en diensten,
heffing gedwongen bijdragen (belasting), voor collectieve goederen en diensten
Privatisering: algemene voorzieningen die niet meer in handen van overheid zijn
maar door ondernemingen geleverd worden
Verschillen met ondernemingen:
1. Non-profit doel = bepaalde voorzieningen tot stand brengen, onderneming doel =
winststreven
2. Non-profit niet economisch zelfstandig, onderneming wel zelfstandig
3. Beoordeling effectiviteit bij non-profit moeilijker dan bij onderneming (kan niet in
geld uitgedrukt worden)
1.4: Ondernemingsactiviteiten
Primaire sector: land-/mijn-/bosbouw, visserij
‘Rijkdommen van de natuur’
Secundaire sector: industrie
Stukproductie: ‘maatwerk’, specifieke wensen, op bestelling
Massaproductie: één soort product in grote hoeveelheden, op voorraad
Tertiaire sector: handel
Detailhandel: levert goederen rechtstreeks aan consument
Groothandel: verdeelt ingekochte partijen over detailhandels
Quartaire sector: dienstverlening
Verrichten prestaties zonder nieuw product te vervaardigen of over te dragen
Financieel, horeca, transport, ICT, facilitair
1.5: Bedrijfskolom en bedrijfstak
Bedrijfskolom: vormt totaal keten van betrokken bedrijven bij voortbrenging van product,
bestaat uit bedrijfstakken
Integratie: een bedrijf neemt een aantal opeenvolgende schakels uit de
bedrijfskolom voor zijn rekening
Parallellisatie: verbreding van het assortiment van een bedrijf, in verschillende
bedrijfskolommen
Conglomeraten: bedrijven die opereren in verschillende schakels van verschillende
bedrijfskolommen, tegenwoordig weer veel terug naar focus op kernactiviteiten
1.6: Samenwerkingsvormen tussen ondernemingen
Overname Bedrijf koopt aandelen ander bedrijf op
Fusie Menging twee bedrijven, gelijke partijen
Joint venture Twee bedrijven richten nieuw bedrijf op en blijven ook zelfstandig
bestaan
Franchising Zelfstandig ondernemer treedt naar buiten als filiaalhouder van een
grotere keten
Kartelvorming Illegaal onderlinge afspraken tussen zelfstandige ondernemers
Volledige mededinging: veel concurrentie
Monopolie: 1 aanbieder, geen concurrentie
Oligopolie: gering aantal aanbieders
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elisewinters16. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,98. Je zit daarna nergens aan vast.