Psychopathologie aantekeningen
Hoorcollege 1: Classificeren en classificatie
Prevalentie stoornissen
- ‘Hoe vaak komt het voor’
- Toets: weten welke stoornissen vaak voorkomen en welke zeldzaam zijn
Zeer zeldzaam Zeldzaam Niet zo zeldzaam Minst zeldzaam
<1% ~1% 2-5% >5%
Ontwikkelingsperspectief
- Normale ontwikkeling
o Eerst naar de normale ontwikkeling van het kind kijken > wat is normaal
en wat is uitzonderlijk?
o Vroege kindertijd: bedplassen, driftbuien, separatieangst
o Midden kindertijd: bang in het donker, bewegelijk
o Adolescentie: experimenteren, grenzen verkennen, stemmingswisselingen
- Stoornissen ontstaan in bepaalde levensfases
o Vroege kindertijd: pervasieve ontwikkelingsstoornissen, ernstige
leerproblemen, encopresis/enuresis, slaapproblemen
o Midden kindertijd: ADHD, ODD/CF, ticstoornissen, angststoornissen,
somatische problemen
o Adolescentie: stemmingsstoornissen, eetstoornissen, schizofrenie,
drugsverslaving, OCD, agorafobie
- Expressie van de stoornis
o Symptomen zijn anders per levensfase. Het komt op een andere manier
tot uiting.
o Bijvoorbeeld bij depressie:
o Vroege kindertijd: ontroostbaar huilen
o Midden kindertijd: prikkelbaar
o Adolescentie: sociale isolatie
Wanneer sprake van psychopathologie?
A) Er moeten klachten zijn
- Lichamelijk functioneren: vermoeidheid, gebrek eetlust, buikpijn
- Gedrag: dwanghandelingen, opstandig
- Emoties: bedrukt, uitgelaten, angst
- Cognities: negatieve gedachtes, dwang, op gebied van relaties;
inlevingsvermogen, moeite met vrienden maken, ruzie maken
Er moet een klacht zijn!
Én er moet iets aan de hand zijn met die klachten
B) Wanneer zijn het klachten?
- Als het niet passend is bij de leeftijd
- De klacht is niet/zeer moeilijk te corrigeren
1
,- Het algemeen functioneren wordt ernstig nadelig beïnvloedt
o Bijvoorbeeld: durft niet meer naar sport toe of wilt niet meer naar school
- Het kind/de omgeving lijdt eronder
- Uiteindelijk stagneert het mogelijk de ontwikkeling
Niet alles hoeft aanwezig te zijn
Als je een klacht hebt + het is niet passend bij de leeftijd is het niet
automatisch classificatie. Het kan soms niet ernstig genoeg zijn bijvoorbeeld
Cultuur
- Spreken van een stoornis is deels afhankelijk van de sociaal-culture context
- Bijvoorbeeld: verschil in sociale angst tussen collectivistische en
individualistische cultuur
Classificatiesystemen
- Kort en bondig wat er aan de hand is
- Efficiënt
- Voorbeeld classificatie: DSM-5, ADHD, afwezigheid & verslaving vader,
schoolprobleem (V623), ernstig, 55%
o 55% is het niveau van algemeen functioneren
Twee veel gebruikte systemen
1. ICD (International Classification of Diseases)
o ICD wordt ontwikkeld door de WHO (World Health Organization)
o Voornamelijk in Europa
2. DSM (Diagnostic and Statistical Manual of the Mental Disorders)
o Ontwikkeld door APA
o Voornamelijk in Verenigde Staten
Beide systemen tot stand op basis van consensus
Kunnen vertaald worden naar elkaar
Voordelen
- Duidelijke beschrijving kernproblematiek beter communiceren en
eenduidigheid én makkelijker onderzoek doen
- Internationale eenduidigheid onderzoek, onderwijs, beleid, communicatie
- Richtinggevend voor behandeling
Nadelen
- Mogelijk te sterk gereduceerd mensen zijn geneigd contextfactoren als
bijzaak te zien
- Categoriale indeling voldoet wel/niet; dit is erg zwart wit
- Suboptimale basis voor behandeling
ICD
- In 1948 eerste versie met psychische stoornissen (ICD-6)
- Vroeger hadden ICD en DSM ‘assen’
- ICD-11 (uit 2018) wordt tegenwoordig gebruikt
- ICD omvat meer dan alleen psychische stoornissen
DSM
2
,- DSM 1 in 1952, DSM 5 in 2013 (in het Engels), DSM 5 in 2017 (in Nederland
meegewerkt)
- Tot stand komen DSM 5:
o Plusminus 20 jaar over gedaan
o Conferenties
o Taskforces
o Congressen
o Werkgroepen
o Adviseurs
o Feedback geven is mogelijk
o Inspraak rondes van patiënten
DSM-classificatie:
- Opsomming aanwezige stoornissen
- Uitgebreid met specificaties en stressoren (a.d.h.v. V&2 codes)
- Ernst: per stoornis
- Niveau van functioneren:
o Op basis van WHO DAS (disability assesment schedule)
o Functioneren op 6 domeinen wordt uitgevraagd: communicatie,
mobiliteit, zelfzorg, sociale omgang, activiteiten en deelname aan
gemeenschap
o Hoe hoger percentage niveau van functioneren, hoe minder zelfredzaam
Een derde classificatiesysteem
- DC: 0-5 (2016)
- Diagnostic Classification of Mental Health and Development Disorders in Infancy
and Early Childhood, Zero to Five
- Classificaties die specifiek van toepassing zijn op problemen in de vroege
kindertijd en de manier waarop dit in deze leeftijd tot uiting komt
- Ontwikkelingscontext van de vroege kindertijd is zo speciaal dat je erop een
andere manier naar moet kijken. Een jong kind wordt nog heel erg beïnvloed
door het gezinssysteem
- 1 as = 1 dimensie waar je iets over zegt en 2 as = 2 dimensies waar je iets over
zegt
- De classificatie:
o AS I: de stoornis
o AS II: relationele context (bijv: gedrag, affectie, betrokkenheid)
o AS III: medische aandoeningen (hazenlip) en ontwikkelingsstoornis en
condities
o AS IV: psychosociale stressoren (bijv: schuld)
o AS V: niveau van ontwikkeling
Factoren die behandeluitkomst voorspellen - Tabel van Carr
Engels
Domain Variable Good treatment response Poor treatment
response
Child Diagnosis Internalizing and externalizing Pervasive
3
, disorders development disorders
Co-mobidity Single diagnosis Co-morbid diagnosis
Severity Mild problems Severe problems
Chronicity Later age of onset and briefer Chronic cases with
duration early onset
Age Younger cases Older cases
Gender Female Male
Family Parental Good health and adjustment Psychological or
adjustment physical health
problems
Marital Marital satisfaction Marital discord
satisfaction
Family Flexible family functioning Family disorganization
functioning
Father absence Father is involved Father is not involved
Socio-economic High socio-economic status Low socio-economic
status status
Nederlands
Domein Variabel Goede Slechte
behandelignsreactie behandelingsreactie
Kind Diagnose Internaliserende en Pervasieve
externaliserende ontwikkelingsstoornissen
stoornissen
Comorbiditeit Enkele diagnose Comorbiditeit diagnose
Ernst Milde problemen Ernstige problemen
Chroniciteit Latere aanvangsleeftijd Chronische gevallen met
en kortere duur vroeg begin
Leeftijd Jong Oud
Sekse Vrouw Man
Familie Ouderlijke Goede gezondheid en Psychische of
aanpassing aanpassing lichamelijke
gezondheidsproblemen
Echtelijke Echtelijke tevredenheid Huwelijksproblemen
tevredenheid
Familie Flexibel familie Gezinsdesorganisatie
functioneren functioneren
Aanwezigheid van Vader is betrokken Vader is niet betrokken
vader
Sociaaleconomische Hoge sociaaleconomische Lage sociaal-
status status economische status
Classificeren versus diagnosticeren
Classificatie
- De vraag beantwoorden: ‘Wat is er aan de hand?’
- Semigestructureerd interviews (ADIS, SCID) met ouders en kind
o Systematische manier om DSM-criteria na te lopen
4