Week 1
Commissie en omissie delicten
- Commissie: strafbaar feit wat ontstaat door actief handelen
- Omissie: strafbaar feit wat ontstaat door het nalaten van handelen
Formeel en materieel delict
- Formeel: actieve handeling
- Materieel: gevolgen van de handeling en niet omschreven in het wetsartikel
Gekwalificeerd vs geprivilegieerd delict
- Gekwalificeerd: extra bestanddeel, meestal strafverzwarend (doodslag)
- Geprivilegieerd: extra, bestanddeel, strafverlichtend (kinderdoodslag)
Subjectief vs objectieve bestanddelen
- Objectief: gaat over de daad
- Subjectief: gaat over de dader
Verwijtbaar gedrag
Wie anders had kunnen handelen en dit niet heeft gedaan, heeft verwijtbaar gehandeld
Typen vragen
- Formele vragen (procedurele kwesties)
- Art 248 Sv
- Is de dagvaarding geldig?
- Betekenisvoorschriften: geldige uitgifte dagvaarding
- Tenlastelegging: feit, tijd, plaats (geen plaats = nietig), wettelijke voorschriften (niet voldaan
= nietig), omstandigheden
- Is de rechter bevoegd? (Ja, volgende; nee: vrijspraak)
- Absolute competentie: welk soort rechter is bevoegd
- Relatieve rechter: waar is de rechter bevoegd?
- Is de OvJ ontvankelijk? (Mag de OvJ vervolgen?)
- Is er ook reden tot schorsing der vervolging?
- Redenen in art. 14-16 Sv
- Materiële vragen (inhoud zaak)
- Art 350 Sv
- Is bewezen dat het ten laste gelegde feit door de verdachte is begaan?
- Kan het bewezenverklaarde worden gekwalificeerd?
- Is het bewezenverklaarde wederrechtelijk?
- Is de verdachte verwijtbaar?
- Straftoemetingsvraag
- Moet een staf of maatregel opgelegd worden, zo ja, welke?
Geslaagd beroep
- Op rechtvaardigingsgrond —> vrijspraak
- Op schulduitsluitingsgrond —> OVAR
Mogelijke einduitspraken
- Nietigheid van de dagvaarding
- Onbevoegdheid van de rechter
- Niet-ontvankelijkheid van de OvJ
- Schorsing van de vervolging
- Vrijspraak
,- Ontslag van alle rechtsvervolging (OVAR)
- Veroordeling
Week 2
Misdrijven en overtredingen
- Bij misdrijven zijn subjectieve bestanddelen (opzet of schuld) van belang, bij overtredingen
niet
Opzet
- Willens en wetens handelen
- Gradaties
- Opzet met bedoeling: doel of streven is het verrichten van de strafbare handeling
- Voorwaardelijk opzet (opzet met mogelijkheidsbewustzijn/kansopzet): daders nemen de aan-
merkelijke kans voor lief dat door hun gedraging ook een ander gevolg zal intreden (primaire
doel is belangrijker)
- Arrest Aanmerkelijke kans voor definitie ‘voorwaardelijk opzet’
- HIV-I arrest: aanmerkelijke kans = afhankelijk van de aard van de gedraging en de om-
standigheden; kans die naar ‘algemene ervaringsregelen’ aanmerkelijk is te achten; gevol-
gen zijn niet van belang!
- Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn (zekerheidsbewustzijn): dader heeft een bepaald
doel voor ogen, maar hij weet dat het noodzakelijk is een bepaald (niet primair beoogd)
gevolg in het leven te roepen om het doel te bereiken
- Bestanddelen
- Bestanddeel: opzettelijk in delictsomschrijving
- Ingeblikt: mishandeling, opruien, verzetten, seksueel binnendringen
- Opzet = ook: wetende dat, wist, oogmerk
- Geobjectiveerde bestanddelen
- Normaal: opzet slaat op alles achter het woord ‘opzettelijk’
- Maar geobjectiveerde bestanddelen: opzet slaat niet op alles achter het woord ‘opzettelijk’
Culpa
- Schuld als element = verwijtbaarheid: van de dader kon redelijkerwijs verwacht worden dat
hij zich anders gedroeg dan hij daadwerkelijk deed
- Strafbaar feit: een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een wettelijke delict-
somschrijving die wederrechtelijk is en aan schuld te wijten
- Schuld als bestanddeel = culpa
- Culpoos: een strafbaar feit plegen door gebrek aan beleid, onvoldoende zorg, nadenken en
onachtzaamheid = niet-verwijtbare onvoorzichtigheid (tegenpool = doleus: een vorm van
opzet in zich)
- Culpa: verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid
- ‘Wederrechtelijk’ is geen bestanddeel, maar ligt besloten in ‘schuld’
- Verwijtbaarheid en wederrechtelijkheid maken deel uit van de delictsomschrijving en liggen
besloten in ‘schuld’
- Culpoos delict + strafuitsluitingsgrond = vrijspraak
- Gradaties
- Bewuste culpa; De dader is zich bewust van zijn onvoorzichtigheid (roekeloosheid: ervan uit-
gaan dat risico’s zich niet zullen realiseren)
- Onbewuste culpa: er is geen wetenschap van de onvoorzichtigheid
- Grens bewuste culpa en voorwaardelijk opzet
- Bewuste culpa: zich bewust zijn van het gevaar, maar (lichtvaardig) vertrouwen op een
goede afloop
- Voorwaardelijk opzet: zich willens en wetens blootstellen aan de aanmerkelijke kans dat het
strafbare gevolg van het handelen zich voordoet
- Grens bepalen door:
, - Objectiveren: kijken naar de gedragingen van de dader
- Normaliseren: vergelijken met het gedrag van normale mensen
Culpa, opzet en mogelijkheidsbewustzijn
- Geen opzet of culpa
- Culpa: onbewuste culpa, bewuste culpa, roekeloosheid
- Opzet: vol opzet, noodzakelijkheidsbewustzijn en voorwaardelijk opzet
- Mogelijkheidsbewustzijn: bewuste schuld, roekeloosheid en voorwaardelijk opzet
Week 3
Strafbare personen
- Daders
- Pleger: degene neemt in zijn eentje alle delictsbestanddelen voor zijn rekening
- Doen pleger
- Medepleger
- Uitlokker
- Medeplichtigen
- Tijdens = ‘bij’
- Vooraf = ‘tot’
Medeplegen
- Nauwe en bewuste samenwerking
- Nauwe samenwerking: de bijdrage van de medepleger moet substantieel zijn; te bepalen
door feiten en omstandigheden
- Criteria
- Gezamenlijke uitvoering
- Intensiteit van de samenwerking
- Rol in de voorbereiding, uitvoering of afhandeling van het delict
- Belang van de rol van de verdachte
- Aanwezigheid op belangrijke momenten
- Niet terugtrekken op geëigend tijdstip
- Eisen
- Opzet (bewuste samenwerking)
- Dubbel opzet: opzet op de handeling + opzet op het deelnemen; niet voldaan = geen mede-
plegen
- Samenwerking van een bepaalde intensiteit (nauwe samenwerking)
- Vormen van medeplegen
- Plegen-plegen: daders vervullen ieder voor zich de hele delictsomschrijving
- Plegen-medeplegen: A en B besluiten C te mishandelen. B houdt C aan de mouwen van zijn
jas vast terwijl A de klappen uitdeelt
- Medeplegen-medeplegen: de hele delictsomschrijving is verspreid over meerdere daders
Medeplichtigheid
- Medeplichtigen (art. 48 Sr)
- Opzettelijk behulpzaam bij het plegen van een misdrijf
- Opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van een misdrijf
- Vormen
- Simultaan = gelijktijdig (bij)
- Consecutief = voorafgaand (tot)
- Medeplichtigheid aan een overtreding is niet strafbaar
- Eis voor medeplichtigheid
- Dubbel opzet: opzet op de medeplichtigheid + opzet op een strafbaar feit