Hoofdstuk 3 vertering
3.1
Er zijn zes belangrijke groepen voedingstoffen die het menselijk lichaam nodig
heeft om goed te functioneren: koolhydraten, vetten, eiwitten, vitamines,
mineralen en voedingsvezels. Hier is een samenvatting van de kenmerken en
functies van elke groep:
Koolhydraten: Koolhydraten zijn een belangrijke bron van energie voor het
menselijk lichaam. Ze komen voor in voedingsmiddelen zoals granen,
aardappelen, rijst en brood.
Vetten: Vetten zijn belangrijk voor het behoud van de gezondheid van de huid en
het haar, het isoleren van het lichaam en het opslaan van energie. Ze komen
voor in voedingsmiddelen zoals olie, noten, avocado's en kaas.
Eiwitten: Eiwitten zijn belangrijk voor de opbouw en reparatie van weefsels in het
lichaam, en voor de aanmaak van hormonen en enzymen. Ze komen voor in
voedingsmiddelen zoals vlees, eieren, bonen en noten.
Vitamines: Vitamines zijn belangrijk voor de groei, ontwikkeling en algemene
gezondheid van het lichaam. Er zijn vele soorten vitamines, waaronder vitamine
A, B, C, D, E en K. Ze komen voor in voedingsmiddelen zoals fruit, groenten,
volle granen en melkproducten.
Mineralen : Mineralen zijn belangrijk voor de opbouw van botten, tanden en
andere weefsels, en voor het reguleren van hormonen en de bloedsuikerspiegel.
Er zijn vele soorten mineralen, waaronder calcium, ijzer, zink en jodium. Ze
komen voor in voedingsmiddelen zoals zuivel, vlees, noten en granen.
Voedingsvezels: Voedingsvezels zijn onverteerbaar en helpen bij het behoud van
een gezonde spijsvertering. Ze komen voor in voedingsmiddelen zoals fruit,
groenten, volle granen en peulvruchten. Voedingsvezels kunnen ook helpen om
het cholesterolgehalte in het bloed te verlagen en het risico op hart- en
vaatziekten te verminderen.
, De verteringsorganen van de mens zijn de organen die betrokken zijn bij de
vertering van voedsel. De belangrijkste verteringsorganen van de mens zijn de
mond, het maagdarmstelsel en de alvleesklier.
De mond is het eerste orgaan dat voedsel verwerkt. Hier wordt voedsel gekauwd
en gemengd met speeksel, wat een enzymen bevat die het voedsel beginnen te
verteren. Vanuit de mond gaat het voedsel naar de slokdarm, die het naar de
maag transporteert.
In de maag wordt het voedsel verder gemengd met maagsap, dat zuren en
enzymen bevat die het voedsel verder verteren. Vanuit de maag gaat het
voedsel naar de dunne darm, waar het verder wordt verteerd en waarbij
voedingsstoffen worden opgenomen in het bloed.
De alvleesklier is verantwoordelijk voor de productie van enzymen die nodig zijn
voor de vertering van voedsel in de darmen. Deze enzymen worden via het
alvleesklierkanaal naar de dunne darm gebracht, waar ze helpen bij het afbreken
van voedsel in kleinere moleculen die het lichaam kan gebruiken.
Het maagdarmstelsel is verantwoordelijk voor de vertering van voedsel en het
opnemen van voedingsstoffen in het lichaam. Het is een belangrijk onderdeel
van het menselijk lichaam en is nodig voor het behoud van een goede
gezondheid.
Naast de mond, de maag, de dunne darm en de alvleesklier, zijn er nog enkele
andere verteringsorganen in het menselijk lichaam die belangrijk zijn voor de
vertering van voedsel.
De dikke darm is het laatste deel van het maagdarmstelsel en is verantwoordelijk
voor het afscheiden van afvalproducten uit het voedsel. De dikke darm bestaat
uit de endeldarm, de rectum en de anus. Voedselresten en afvalproducten
worden in de dikke darm opgeslagen totdat ze klaar zijn om naar buiten te
worden geëlimineerd.
De lever is een belangrijk orgaan dat betrokken is bij de vertering van voedsel.
De lever produceert gal, een vloeistof die nodig is om vet te verteren en op te
nemen in het bloed. De gal wordt via de galblaas naar de dunne darm gebracht,
waar het helpt bij de vertering van vet.