Samenvatting colleges Politieke
communicatie en Journalistiek
Inhoudsopgave
Hoorcollege week 1..........................................................................................................................................................0
Videocollege Alessandro Nai Negative campaigning............................................................................................3
Hoorcollege week 2..........................................................................................................................................................4
Hoorcollege week 3..........................................................................................................................................................7
Hoorcollege week 4.......................................................................................................................................................11
Hoorcollege week 5.......................................................................................................................................................13
Gastcollege Julie Sevenans [video]...........................................................................................................................17
Hoorcollege week 6.......................................................................................................................................................18
Hoorcollege week 7.......................................................................................................................................................21
Hoorcollege week 1
Tentamen:
, 1
- Concepten/definities + eigen voorbeelden.
- Open vragen over kennis, verbanden en inzicht.
- Een mini-essay.
Politieke communicatie is de interactie tussen politiek, media en het publiek (de politieke
communicatie driehoek).
We gaan kijken naar de relatie tussen de actoren en de vraag waar macht wordt
uitgeoefend. We kijken ook binnen actoren.
Macht is dat door een actie van jou, gaat iemand anders iets doen of vinden, wat anders niet
zo zou zijn geweest.
(Vrije) media als vierde macht.
- Wetgevende macht
- Uitvoerende macht
- Controlerende macht
Wij als burgers hebben ook macht, maar we zijn niet direct betrokken in het proces. Wij
hebben een kanaal nodig en dat is de media. Je hebt dus vrije media nodig om de drie
machten in de gaten te houden.
Functies van de media in een democratie:
- Informatie: informeren van het publiek, monitoring.
- Educatie: uitleggen wat feiten en bepaalde events betekenen.
- Platform: media is een virtuele plaats waar ideeën uitgewisseld kunnen worden.
Horizontale communicatie: tussen burgers.
- Waakhond: controle en rapportering over wat de overheid of bedrijven doen. Doen ze
hun werk goed?
- Kanaal: politieke boodschappen en meningen moeten een kans krijgen, media
stellen daarvoor plaats ter beschikking. Verticale communicatie: regering/politiek
naar burgers.
Hoe zien journalisten hun werk?
- Disseminator: informatieverspreiding.
- Interpreter: uitleggen en duiden.
- Adversarial: zich zeer kritisch opstellen tegenover politici en bedrijven.
- Populist mobilizer: probeert mensen mee te krijgen, engagement.
Bedreigingen van deze functie
- Het publiek slaagt er niet in de boodschappen te begrijpen, of kan foute informatie
niet onderscheiden van echt nieuws.
- Videomalaise: televisie zou slecht zijn voor kennis van het publiek wat allerlei
effecten zou kunnen hebben. Bijv. minder political efficacy (het gevoel dat je
politiek begrijpt en dat je er ook zelf zinvol aan kan deelnemen). Dit zie je bij
elk nieuw medium terug.
- Kan juist ook positieve effecten hebben.
- Filterbubbels.
- Bedreiging voor de platformfunctie, educatiefunctie en deels kanaalfunctie.
, 2
- Oplossingen: opnieuw vertrouwen opbouwen in media, filterbubbels en echo
chambers vermijden, politieke satire, etc.
- Journalisten die vasthouden aan veilige routines, waardoor ze het publiek niet het
nieuws bieden dat ze nodig hebben.
- Zo’n routine is bijv. dat je quotes van politici wil hebben, je hebt overmatige
aandacht voor politieke elites.
- Bedreiging voor de platformfunctie en waakhondfunctie.
- Oplossing: een andere journalistieke aanpak.
- Commercialisering, met als gevolg minder en minder kwaliteitsvol politiek nieuws,
media logica.
- Vroeger was het doel goed nieuwsproduct, nu is het geld verdienen. Van
normatieve naar commerciële pool.
- Zo groot mogelijk publiek aantrekken, dus sensationeel nieuws. Mix politiek
en entertainment.
- Besparen is lastig, want journalisme is duur → minder
onderzoeksjournalistiek.
- Er is wel meer nieuws, maar 95% van dit online nieuws komt van dezelfde
traditionele bronnen.
- Bedreiging voor informatiefunctie, educatie, platform, waakhondfunctie.
- Dit is deel van een groter verhaal van maatschappelijke trends. Medialogica
is dominant. Verzuiling, individualisering, crisis van politieke partijen, meer
zwevende kiezers.
- Sacerdotal approach: politiek is belangrijk, want het is politiek. Pragmatic
approach: minister is wel belangrijk, maar het is slechts één van de vele
mensen die aandacht wil hebben (kijken wat scoort bij het publiek).
- Politieke actoren (her)winnen controle over de media-inhoud (gebrek aan pluralisme
en onafhankelijkheid).
- Censuur, staatsomroepen, inmenging.
- Gebrek aan intern (in de boodschap, of krant zelf) en extern (bijv.
verschillende kranten, meerdere stemmen in het hele systeem) pluralisme.
- Bedreiging voor informatie en educatie, platform, waakhondfunctie,
kanaalfunctie.
- Oplossingen: een grotere rol van de staat, want je hebt negatieve (overheid
moest stapje terug doen) en positieve persvrijheid (overheid moet actie
ondernemen). Dat actie ondernemen is hier belangrijk want er moet een
veilige en goede journalistieke omgeving zijn, maar het stapje terug nemen is
ook belangrijk zodat je kan zeggen wat je wil.
Mediatisering:
- Fase 1: mediatie. Wanneer media het belangrijkste kanaal worden tussen politiek en
burgers.
- Fase 2: media worden onafhankelijker, los van politieke partijen. Het politieke
systeem is nog steeds dominant. Ze geven boodschappen niet zomaar meer door.
- Fase 3: media worden zo onafhankelijk dat andere actoren zich aan de media gaan
aanpassen. Media dominant, maar nog buiten de politiek zelf. Politici moeten hun
mediavaardigheden bijschaven om te passen bij media logica.
