Voorblad paper
Dit formulier moet samen met de paper worden ingeleverd. Met dit ingevulde formulier
heeft de docent alle informatie die nodig is om de opdracht te beoordelen en de beoordeling
te verwerken. Zonder deze gegevens kan de docent de paper niet beoordelen.
Dit formulier is een toevoeging aan de opdracht maar telt niet mee als pagina in de
opdracht.
Studentnummer: x
Naam: x
Naam opleiding: Toegepaste Psychologie
Opleidingscode: 7913
Modulenummer: 1717
Modulenaam: Gezondheidspsychologie
Versie (indien meerdere versies aanwezig):
Herkansing?: ja/nee nee
In de opdracht is de juiste bronvermelding* Ja
toegepast:
In de opdracht zijn de verslagtechnieken Ja
toegepast:
* Voor juridische modules is dit de Leidraad voor Juridische Auteurs. Voor niet-juridische
modules zijn dit de APA-richtlijnen.
Houd rekening met de knock-out criteria!
Je paper dient aan de onderstaande punten te voldoen. Is dit niet het geval, dan wordt je
paper niet beoordeeld.
Het voorblad is professioneel opgemaakt (zie instructie verslagtechnieken NTI) en
aanwezig;
De bronvermelding is zowel in de tekst als in de aparte literatuurlijst opgenomen
volgens de juiste bronvermelding;
Het verslag voldoet aan de vereisten m.b.t. het aantal pagina’s (in de opdracht wordt
dit exact benoemd) en is in lettertype Times New Roman 12 als lettertype
opgemaakt met regelafstand 1,5;
Het verslag heeft een juiste paginanummering.
De instructie in de opdracht is leidend. Wanneer deze instructie afwijkt van de algemene
instructie (verslagtechnieken en juiste bronvermelding), dan is dit leidend voor de te
schrijven paper.
Je vindt de regels rondom APA, de Leidraad voor Juridische Auteurs en de
verslagtechnieken in de tegel Algemene informatie.
,Inhoudsopgave
VOORWOORD................................................................................................................................................ 3
INLEIDING...................................................................................................................................................... 4
LITERATUURONDERZOEK............................................................................................................................... 6
GEDRAG EN PERSOON.............................................................................................................................................6
INDIVIDUELE INTERVENTIES.......................................................................................................................................8
GROEPSINTERVENTIES..............................................................................................................................................9
INTERVIEW.................................................................................................................................................. 10
ANALYSE...................................................................................................................................................... 11
TRANSTHEORETISCH MODEL....................................................................................................................................11
INDIVIDUELE AANPAK............................................................................................................................................11
BEGELEIDINGSPLAN..................................................................................................................................... 13
DEELDOELSTELLINGEN:.......................................................................................................................................... 13
AANDACHTSPUNTEN:............................................................................................................................................14
INTERVENTIE OP GROEPSNIVEAU................................................................................................................. 15
CONCLUSIE/REFLECTIE................................................................................................................................. 18
LITERATUURLIJST......................................................................................................................................... 20
INTERVIEW.................................................................................................................................................. 23
BEOORDELINGSFORMULIER GEZONDHEIDSPSYCHOLOGIE 1717....................................................................28
KNOCK-OUT CRITERIA............................................................................................................................................28
ALGEMENE BEOORDELING......................................................................................................................................28
BEOORDELING PER ONDERDEEL – INHOUD.................................................................................................................29
2
,Voorwoord
Dit paper is gemaakt ten behoeve van de module gezondheidspsychologie en is onderdeel van
het tweede jaar van de opleiding Toegepaste Psychologie, aan de hogeschool NTI.
Ongezond gedrag staat in dit paper centraal. Voor deze opdracht heb ik een persoon gevraagd
om te interviewen, die specifiek ongezond gedrag vertoond, namelijk roken. Ik heb zelf nooit
gerookt, en vind het altijd erg interessant waarom mensen roken en vooral waarom ze blijven
roken ondanks dat ze in deze tijd goed weten dat het ongezond is.
Ik vind het interessant om te onderzoeken wat de motieven zijn om te gaan roken, maar ook
om dit te blijven doen. Stoppen met roken blijkt voor sommigen ontzettend lastig, maar
waarom?
Door de theorie als het maken van dit paper heb ik veel meer inzicht gekregen in het gedrag
rondom roken. En vooral hoe moeilijk het is om gedrag te veranderen. Om dit goed te laten
slagen komen hier ontzettend veel factoren bij kijken, waarvan motivatie een hele belangrijke
is.
3
, Inleiding
Roken is een van de voornaamste oorzaken van ziekte en dood wereldwijd (Doll, Peto,
Boreham & Sutherland, 2004). In 2017 overleden er naar schatting 19.420 mensen van
twintig jaar en ouder door roken en dan is het meeroken nog niet eens meegerekend. Dat zijn
volgens het Trimbos-instituut ook nog eens duizenden mensen.
Uit onderzoek van Roken | Loketgezondleven.nl, z.d. blijkt dat onder mensen van 20 jaar en
ouder een groot deel van de sterfgevallen door longkanker, chronische bronchitis en
longemfyseem (COPD) en kanker in het hoofd-halsgebied te wijten is aan roken. Verder is
roken een belangrijke risicofactor voor ziektes, zoals aandoeningen aan hart- en bloedvaten.
20% van de totale ziektelast is toe te schrijven aan gezondheidsgevolgen van roken. Gesteld
wordt dat roken een verslavend gedrag is dat uit fysiologische, psychologische en sociale
componenten bestaat (Fiore, Cohen, Dorfman, Goldstein, Gritz, et al., 2000). Een belangrijk
sociaal-cognitief model dat veel gebruikt wordt om gedrag van mensen te voorspellen is het
Attitude-sociale invloed-eigen effectiviteit model, of kort ASE-model (Mudde & De Vries,
1998). Dit model werd afgeleid van Theory of Planned Behavior (1991, TPB) en gaat ervan
uit dat het menselijk gedrag tot op zekere hoogte beredeneerd is.
Het ASE-model is een cognitieve verklaring van gedrag. Het gaat dus om bewuste
beslissingen. Het gebeurt maar vaak dat de invloed van A, S, E en intentie op gedrag gering is
omdat er onbewuste impulsen en factoren bestaan die deze relatie verzwakken. Uit onderzoek
blijkt dat de meeste volwassene rokers graag zouden willen stoppen met roken. Het
percentage successen is echter maar heel klein (Mermelstein, 2003). Een cognitief model dat
op bewuste kennis en beslissingen gebaseerd is, is dus niet voldoende om te kunnen verklaren
waarom mensen roken hoewel ze weten dat het slecht voor hun gezondheid is. Er moet nog
een andere, eerder onbewuste, component inzitten die het gedrag beïnvloed en een verklaring
biedt voor de moeilijkheid om met roken te stoppen. Deze zou vanuit het Compensatory
Health Belief (CHB) model kunnen komen, een automatisch gemotiveerde regularisatieproces
(Morrison & Bennet, 2019). De functie van de CHBs is om cognitieve dissonantie, die door
ongezond gedrag zou kunnen ontstaan, te reduceren door een plan om gezond gedrag te
vertonen of door al aanwezig gezond gedrag te bevorderen.
4