Samenvatting studieboek Bestuursrecht in het Awb-tijdperk van T. Barkhuysen, C. de Kruif (Alle stof die je nodig hebt voor het tentamen!) - ISBN: 9789013165401, Druk: 9, Uitgavejaar: -
1.1 Sociale zekerheid: wat is dat eigenlijk?
Het is ‘een toestand waarbij voor alleen de bezorgdheid voor gebrek wordt uitgesloten’.
Komt van ‘freedom we want’ van president Roosevelt. Iedereen heeft volgens hem recht op
bestaanszekerheid en de overheid heeft bij de realisatie daarvan een bepaalde
verantwoordelijkheid. Sommigen vinden dat dit bereikt kan worden door uitkeringen,
anderen door mensen zo snel mogelijk een baan te laten vinden, het creëren van gelijke
ontwikkelingskansen of geluk van de samenleving.
Kernwaarde SZR is solidariteit. Sociale zekerheid is gezamenlijk streven. De sterkeren leveren
bijdrage aan bescherming van de zwakkeren.
1.2 Focus van dit boek
Rechtssystematisch behoren de rechtsregels van SZR tot het bestuursrecht. Het rechtsgebied
dat de activiteiten van de overheid ten behoeve van de samenleving reguleert. Samen met
het arbeidsrecht is het sociaal recht. Dat is het rechtsgebied waarin de bestaanszekerheid
van de burger op het brede terrein van arbeid en inkomen centraal staat.
Wat zijn sociale risico’s (IAO-Conventie nr. 102)?
Medische zorg, ziekte, werkloosheid, ouderdom, arbeidsongevallen en beroepsziekten,
gezinslasten, moederschap, invaliditeit en overlijden.
Bestaat uit het wegvallen van arbeidsinkomsten of extra kosten die door iemand anders
gemaakt moeten worden.
In de definitie van deze conventie wordt behoeftigheid niet genoemd. In onze definitie
wordt het daarom apart vermeld. Vooral de participatiewet gaat hier over.
Waarborgfunctie: inkomensbescherming (primair doel). Activeringsfunctie: Bieden van
steun bij vinden van werk (re-integratie).
1.3 Recht op sociale zekerheid?
De gemeenschap moet garant staan voor de bestaanszekerheid van haar leden. Niet alleen
de overheid, maar ook de leden hebben verantwoordelijkheden.
Is geformuleerd in art. 22 Universele verklaring van de rechten van de mens en later ook in
art. 9 ESH en art. 34 Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. In NL geldt art. 20
,GW.
Sociale zekerheid is een sociaal grondrecht. Er wordt dus inspanning verlangd van de
overheid. Er zijn in art. 20 GW geen concrete normen opgenomen voor de inrichting van het
stelsel. Het is dan ook niet een ‘eenieder verbindende bepaling’. De formulering is vaag en
onbestemd.
De overheid heeft een directe eindverantwoordelijkheid voor de bestaanszekerheid van haar
burgers. Dus de overheid is wel verplicht tot actie over te gaan.
1.4 Ontwikkeling van het socialezekerheidsstelsel
1.4.1. Opbouwfase
De armenzorg kwam in 1854 in overheidshanden. Minimale invulling. Voorkeur werd
gegeven aan familie of de kerk. Pas als daar niets gedaan kon worden, kon een beroep op de
armenzorg worden gedaan. Het kwam pas op gang met de invoering van de Algemene
Bijstandswet (Abw; 1965). Daarmee werd bijstand een juridisch afdwingbaar recht.
Belangrijk keerpunt geweest.
Aan het einde van de 19e eeuw nam de overheid ook maatregelen om loonarbeiders te
beschermen tegen slechte arbeidsomstandigheden. Daarom ontstonden de verplichte
sociale verzekeringen. Verplicht: van rechtswege verzekerd tegen bepaalde arbeidsrisico’s
als aan de voorwaarden van de wet werd voldaan. Zonder deze verplichting zou van
solidariteit niks komen. De eerste socialezekerheidswet was de
Ongevallenwet (OW; 1901). Uitkering bij arbeidsongeschiktheid door bedrijfsongeval. Later
volgende de Invaliditeitswet (IW) en ziektewet (ZW; 1930).
1.4.2. Uitbouwfase
WW/WAO
Werden ingevoerd in 1952 en 1967. Maakte een einde aan onderscheid tussen
beroepsziekten en ziekte tussen door andere oorzaken.
Volksverzekeringen
Hiermee werd de beschermende werking van de sociale zekerheid uitgebreid tot alle
burgers. Eerst kwam de AOW en later ook de AWW en de AWBZ. Hierna werd het als
voltooid beschouwd.
1.4.3. Reconstructies
individualisering
Om verschillende redenen is het stelsel diverse malen herzien. Bijv. door de gelijke
behandeling. In veel wetten werd onderscheid gemaakt, maar dat mocht dus niet meer.
Privatisering
De ZW is bijv. grotendeels geprivatiseerd in 1996. Deze wet geldt dan ook niet meer voor de
, meeste werknemers. Met deze ingreep wilde de wetgever een doeltreffende aanpak van
ziekteverzuim accentueren. Dat leidt immers tot minder uitkeringslasten.
Activering en fraude
Is ook om de kosten te beperken. Daarom beide strenger geworden. Dus strengere
controles, verplichtingen en sancties. Inkomensbescherming wordt dus niet zomaar
verleend. Uitkeringsgerechtigden krijgen daarmee een eigen verantwoordelijkheid.
Lokalisering
De laatste jaren zijn verdere stappen gezet om een eenvormig uitkerings-regime te creëren
voor mensen die – vaak door een combinatie van fysieke, mentale of sociale beperkingen –
moeilijk aan het werk komen en daardoor zijn aangewezen op een bijstandsuitkering. Om de
gemeente meer ruimte te geven deze mensen integrale zorg op maat te bieden, zijn de
beschikbare middelen voor re- integratiebevordering, maatschappelijke ondersteuning en
jeugdzorg samengevoegd. De zelfredzaamheid en de werkelijke behoeften van de burger
staan centraal.
1.5 Omvang van de sociale zekerheid
De AOW is de grootste kostenpost. Maar ook zorgkosten en kosten uit
arbeidsongeschiktheids- en bijstandsuitkeringen zijn relatief hoog. Daarom wordt de AOW
leeftijd verhoogd en worden mensen geactiveerd om te re-integreren.
Hoofdstuk 2 , het socialezekerheidsstelsel
2.1 Inleiding
In de loop der jaren is in de sociale zekerheid een woud aan regelingen gegroeid. Hier wordt
enige structuur daarin aangebracht.
Art. 20 GW
Bestaanszekerheid der bevolking en spreiding van welvaart zijn voorwerp van zorg van de
overheid
De wet stelt regels omtrent aanspraken op sociale zekerheid
Nederlanders hier ten lande, die niet in het bestaan kunnen voorzien, hebben een bij wet
te
regelen recht op bijstand van overheidswege
Naarmate het kwetsbaarder wordt, wordt het juridische karakter sterker. Dat laatste lid lijkt
wel een subjectief (afdwingbaar voor de rechter) recht op bijstand. Maar dit is niet zo.
2.2 Socialezekerheidsregelingen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper carlijn_smit. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.