hoofstukken 5, 6 en 7. Daarnaast bevat het document samenvattingen van de artikelen "Wat is er zo erg aan bedelende daklozen", "Identiteit", "Hoe de samenleving het gezinsleven beïnvloedt", "Mannen en vrouwen staan vooral zichzelf in de weg", "Zeven mythen over de wijkaanpak", "Maatschappelijk...
Macht:
Beïnvloeden van gedragingen van anderen in overeenstemming met de bedoeling van de machthebber.
Bij macht is er altijd een machtsmeerdere en machtsmindere.
Manieren waarop macht kan plaatsvinden:
Dwang:
Beinvloeden van gedragingen van anderen in overeenstemming met de bedoeling van de machthebber en tegen de
wil van anderen in.
Gezag:
Mogelijkheid om gedragingen van anderen te beïnvloeden in overeenstemming met de bedoeling van de
machthebber en met instemming van die anderen.
Manipulatie:
Beinvloeden van gedragingen van anderen in overeenstemming met de bedoeling van de machthebber zonder dat
deze anderen zich bewust zijn van deze beïnvloeding.
Instemming van gezag kan gebaseerd zijn op verschillende gronden:
Rationeel gezag:
Geloof in rechtsorde/regels
Deskundigheid machthebbende
Focus ligt op recht en argumentering
Traditioneel gezag:
Op basis van traditie (de ouder, de geestelijke)
Charismatisch gezag:
Gebaseerd op persoonlijke kwaliteiten van machthebber die zijn volgelingen hem toekennen.
Klasse:
Groeperingen met een gelijke economische positie.
Sociale klasse:
Groepering mensen die posities bekleden met ongeveer gelijke sociale status.
Bepalend voor sociale klassen zijn bv: inkomen opleiding beroep en woonomgeving.
Dahrendorf Homo Sociologicus:
Mensen gedragen zich zoals van hen verwacht wordt in een bepaalde positie
Door je positie en rol als individu ben je als individu aan de samenleving verbonden.
Het leven van iemand wordt gedirigeerd door de rollen die van hem verwacht worden.
Homo economicus:
De mens laat zich vooral leiden door economische motieven gericht op eigen behoeften
Groeperingen:
Verzameling van mensen die op een of andere manier is af te grenzen van andere mensen
Maatschappelijke factoren die denken en gedrag beïnvloeden:
Sociale klasse, groeperingen
Cultuur
Sociale laag
Maatschappelijke ontwikkelingen
Cultuur:
,Geheel van normen, waarden, verwachtingen en doelen die leden van een groep met elkaar delen.
Cultuur wordt door mensen gedeeld/gedragen
Cultuur is aangeleerd (cultuuroverdracht = vorm van socialisatie)
Cultuur optimaliseert de onderlinge communicatie
Cultuur is niet gelijk zichtbaar, noch beïnvloedbaar
Cultuur heeft een duurzaam karakter
Multicausaliteit:
Meerdere factoren die ons denken/doen beïnvloeden.
Roltheorie:
Theorie dat positie, sociale status, sociaal aanzien, rollen en sociale structuur van invloed zijn op iemands gedrag.
Samenleving verwacht bepaalde gedragsregels van iemand in een bepaalde rol/positie.
Dramaturgie (Theorie van Goffman):
Mensen spelen een rol in hun posities om zich zo te conformeren aan de gedragsnorm die bij die positie hoort. Door die
rol te spelen dragen ze uit wie ze zijn. Nadruk ligt hierbij op de maatschappelijke regels hoe iemand zich hoort te
gedragen in een bepaalde rol.
Sociale controle:
Geheel van positieve en negatieve sancties dat dient om sociaal gedrag overeen te stemmen met
heersende normen, waarden en verwachtingen.
Sociale controletheorie (Hirschi en Box):
Theorie waarom deviant gedrag juist voorkomen wordt. Reden waarom mensen zich conformistisch
gedragen. Maatschappelijke bindingen werken remmend op criminele impulsen.
Sociale structuur:
Wijze waarop de posities in een samenleving of groepering bij elkaar betrokken zijn.
Sociale structuren zijn veranderlijk en afhankelijk van:
Tijdsgeest
Doelen
Cultuur
Sociale status:
Waardering die samenleving aan een positie hecht in relatie tot andere posities (gekoppeld aan een positie)
Sociaal aanzien:
Mate van waardering voor de wijze waarop iemand een positie bekleed (gekoppeld aan de persoon).
Positie:
De plaats binnen een netwerk van relaties
Toegewezen positie:
Positie waar iemand niets voor hoeft te doen (broer, vader, zoon)
Verworven positie:
Positie waar iemand acties voor hoeft moeten nemen (student, vriend, werknemer)
Selffulfilling prophecy: Zichzelf waarmakende voorspelling.
Voorspelling die werkelijkheid wordt door te anticiperen op een verkeerde definitie van de situatie.
, Self-defeating prophecy:
Doordat iemand zich gedraagt naar hoe hij denkt dat de situatie zal zijn, zal de situatie uiteindelijk anders uitpakken. Het
niet uitkomen van een voorspelling, juist doordat deze voorspeld en bekendgemaakt is.
De voorspelling maakt zichzelf daarbij als het ware ongedaan.
Rol:
Gedrag dat van iemand in een bepaalde positie verwacht wordt
Rolattributen:
Uiterlijkheden die nuttig zijn of dienen als herkenningsmiddel, zegt iets over de rol
Statussymbolen:
Uiterlijkheden die verwijzen naar prestige/rijkdom, zegt iets over de persoon in die rol
Rolconflict:
Innerlijke strijd die ontstaat wanneer iemand in een bepaalde positie te maken krijgt met tegenstrijdige verwachtingen
t.a.v. diens gedrag of wanneer iemand consistent wil zijn binnen diens positie.
Extern rolconflict: Iemand bekleed meerdere posities met tegenstrijdige verwachtingen
Intern rolconflict: Iemand komt binnen zijn eigen positie in conflict met eigen normen/waarden
Internaliseren:
Proces waarbij mensen zich door socialisatie bepaalde sociale regels eigen maken, zodat
deze regels na verloop van tijd niet langer worden beschouwd als van buitenaf opgelegde voorschriften,
maar als richtlijnen die men zelf heeft gekozen.
Socialisatie:
Dwingend proces waarbij iemand, bewust of onbewust, door internalisering, de normen, waarden en
andere cultuurkenmerken van hun groep krijgt aangeleerd.
Doel socialisatie:
Leren gedragen in overeenstemming met de verwachtingen van onze omgeving.
Primaire socialisatie:
Aanleren van algemene rollen zoals gezin
Anticiperende socialisatie:
Vooruitlopen op toekomstige rollen
Collectieve rituelen:
Activiteiten binnen een bepaalde groep met als functie het versterken van groepssolidariteit, het aanscherpen van
normen en waarden om zo het conformisme te vergroten.
Individualisering van problemen:
Ontkennen van oorzaken van problematiek
Schuld verschuiven naar het individu
Blaming the victim => Schuld verschuift naar het slachtoffer. Iemand lijdt niet alleen aan het
Probleem maar heeft ook het gevoel de oorzaak van dat probleem te zijn en
het moeten oplossen. Medicalisering => individualisering client
Zelfredzaamheid => vraagverlegenheid
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper deeltijdstudent. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,98. Je zit daarna nergens aan vast.