Int#nationalis#ing
Landen en bedrijven met elkaar handel drijven
Outsourcing: verplaatsen van activiteiten naar lagelonenlanden
Redenen voor import:
- In het buitenland is produceren goedkoper
- Kwaliteit van buitenaf producten is beter
- Producten worden binnenlands geproduceerd
Redenen voor export:
- Groter markt terrein, schaalvoordelen
- Binnenlandse producten van betere kwaliteit
- Overcapaciteit binnenlandse markt
Internationalisering: producten en diensten, proces en uitbreiding naar de
buitenlandse markt
Globalisering/mondialisering: proces van wereldwijde economische, politieke
en culturele integratie tussen landen en werelddelen
Verplaatsen van arbeid, kennis en kapitaal
Globalisering/mondialisering:
Handel: handel tussen landen neemt toe, wereldwijde arbeidsverdeling
Transport: Op elkaar afgestemde transport van mensen en goederen
Internationaal handelsbeleid: afspraken over wereldhandel (import- en
exportheffingen, douanereregelgeving
Internationale financiering- en kapitaalstromen: hoe geldstromen in de
wereld gemanaged en gemonitord worden (rentestand)
Internationaal organiseren van productie van goederen en diensten:
schaalvoordelen, allianties, overnames, fusies
,Informatie- en communicatietechnologie: gemakkelijk kennis delen
Politiek: wetgeving afstemmen, EU
Toerisme: wereldburgers reizen veel
Vijf vormen economische integratie:
Vrijhandelszone:
- Handelsbelemmeringen afgeschaft
- Invoertarieven voor producten buiten de vrijhandelszone
- Voordelen:
1. Efficiënte inzet productiefactoren
2. Stimulans concurrentie
3. Voorkoming handelsoorlog
4. Bevordering handel en investeringen
5. Bevordering welvaart
- Europese Vrijhandelsassociatie, Mercosur, Nafta, ASEAN
Douane-unie:
- Onderlinge import- en export tarieven afgeschaft
- Gemeenschappelijk buitentarief
Gemeenschappelijke markt:
- Geen belemmeringen productiefactoren
- Vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal
Aantal belemmeringen opheffen:
1. Fysieke belemmeringen (douanecontroles)
2. Belemmeringen van technische aard (voorschriften van productie
normen)
3. Fiscale belemmeringen (verschillen in btw-tarieven en accijnzen)
Economische en monetaire unie:
- Opzetten centrale instituties (ECB)
, Volledige politieke en economische unie:
- Landen geheel samen (VS)
Vier vrijheden EU:
1. Vrij verkeer van goederen (geen controles)
2. Vrij verkeer van personen (zonder restricties reizen)
3. Vrij ver van diensten (iedere EU burger mag werken waar hij wil
Vrij verkeer van kapitaal:
- Grensoverschrijdende investeringen stimuleren
Verenigd Europa > toenemende concurrentie > productiekosten lager
> prijzen dalen > meer omzet > schaalvergroting en bedrijfsuitbreiding
> innovatie betaalbaar > betere producten
Vijf instellingen EU:
1. Europese Commissie; nieuwe wet- en regelgeving, toezicht op naleving
afgesloten verdragen, dagelijks bestuur EU
2. Europese Raad; politieke besluitvorming, verdragen afsluiten of
veranderen, twee keer per jaar
3. Raad van de Europese Unie; wetgeving- en begrotingstaak,
goedkeuren wetsvoorstellen, buitenlands beleid en veiligheidsbeleid
4. Europees Parlement; elke vijf jaar gekozen, debatteren over
voorstellen, besluiten samen met de Raad
5. Europees Hof van Justitie; toezicht of de wetten en regels goed
worden gemaakt en uitgevoerd, uitspraken bij overtredingen
Organisaties bezig met internationalisering/globalisering:
Verenigde Naties:
- Internationaal recht, veiligheid, mensenrechten, ontwikkelingen van de
wereldeconomie, sociaal- en culturele ontwikkelingen
- Handvest; rechten en plichten van lidstaten, werking en proceduren
organen binnen de VN