100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Hoorcolleges en werkgroepen (inclusief tentamenvragen en oefentoets) Theoretische Criminologie - Universiteit Leiden 2022/2023 €3,99
In winkelwagen

College aantekeningen

Hoorcolleges en werkgroepen (inclusief tentamenvragen en oefentoets) Theoretische Criminologie - Universiteit Leiden 2022/2023

 20 keer bekeken  1 keer verkocht

Alle hoorcolleges en werkcolleges.

Laatste update van het document: 1 jaar geleden

Voorbeeld 10 van de 157  pagina's

  • 1 januari 2023
  • 4 januari 2023
  • 157
  • 2022/2023
  • College aantekeningen
  • Docenten: prof. dr. mr. a.a.j. blokland xiang li,
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (33)
avatar-seller
Leidsestudent
Theoretische Criminologie

Tentamen dinsdag 10 januari 2023 13:00-16:00 uur USC (70%)
→ Open boek en in ANS! (5 vragen, 5*20 = 100 punten, cijfer = punten/10)

Schriftelijke opdracht donderdag 20 oktober 2022 (30%)



Inhoudsopgave
Hoorcollege 1: Problemen, verklaringen en theorieën in de criminologie .......................................................... 2
Hoorcollege 2: Klassieke school, rationele keuze en routine activiteiten ........................................................... 8
Werkgroep 1....................................................................................................................................................... 18
Hoorcollege 3: Biologische, psychologische en biosociale theorieën ................................................................ 23
Werkgroep 2....................................................................................................................................................... 35
Hoorcollege 4: Genetica en evolutionaire theorieën......................................................................................... 41
Werkgroep 3....................................................................................................................................................... 54
Hoorcollege 5: Durkheim en de Chicago school ................................................................................................ 64
Werkgroep 4....................................................................................................................................................... 72
Hoorcollege 6: Differentiële associatie, subcultuur en leertheorieën ............................................................... 78
Werkgroep 5....................................................................................................................................................... 87
Hoorcollege 7: Controle theorieën .................................................................................................................... 95
Werkgroep 6..................................................................................................................................................... 102
Hoorcollege 8: Stain en kritische theorieën ..................................................................................................... 108
Werkgroep 7..................................................................................................................................................... 116
Hoorcollege 9: Levensloop theorieën en theoretische integratie ................................................................... 123
Mindmap Theoretische Criminologie............................................................................................................... 134
Werkgroep 8..................................................................................................................................................... 135
Oefententamen Theoretische Criminologie 2021-2022 .................................................................................. 139
Hoorcollege 10: Responsiecollege ................................................................................................................... 143




1

,Hoorcollege 1: Problemen, verklaringen en theorieën in de
criminologie
Inleiding:

Filmpje voorlichting basisschool: De kans op drugsgebruik blijft gelijk. Ondanks dat er veel geld is
gestoken in dit project. Geen verschil zonder voorlichting.

Foto ophangen borden (hé fietsendief, je bent gezien!). De kans op fietsendiefstal neemt af. Dit blijkt
uit onderzoek. Het gevoel dat er iemand naar je kijkt doet ons gedrag (onbewust) beïnvloeden.

Programma voor delinquenten. De kans op herhaald delinquent gedrag blijft gelijk of kan zelfs toe
nemen. Self-esteem kan toenemen.



Wat is jouw theorie?
• Jouw voorspelling?
• Jouw antwoord op: hoe komt het dat …?

Bronnen:
• Persoonlijke ervaringen
• Media (ervaringen van anderen)
• Autoriteit (ouders, leraar)
• Consensus (traditie, religie, politieke stroming)

Mogelijke fouten:
• Gebrekkige / selectieve waarneming
• Overgeneralisatie
• Persoonlijke betrokkenheid bij het onderwerp
• Onlogisch of onvolledig redeneren (elliptisch)
• Partiële verklaring

• Is jouw verklaring ‘diep’ genoeg om een theorie te kunnen noemen?



Doelstellingen van dit hoorcollege:
• Onderscheid kunnen maken tussen persoonlijke theorieën en wetenschappelijke theorieën
• De elementen van een theorie kunnen benoemen en herkennen
• Het verklaringsniveau van een theorie kunnen benoemen en herkennen
• Kennis hebben van de verschillende criteria waarop theorieën kunnen worden beoordeeld



Wat is een theorie?
• Wetenschappelijke theorieën zijn voorlopige antwoorden op kennisvragen, gebaseerd op
nauwkeurig omschreven samenhangen tussen observeerbare gebeurtenissen.
a. Voorlopig
– Omdat nieuw empirisch onderzoek feiten kan opleveren die niet in overeenstemming met de
huidige theorie (scepticisme)
– Omdat de algemene uitspraken waarop de theorie is gebaseerd, zelf onderwerp van verklaring
kunnen worden gemaakt


2

, b. Antwoorden op kennisvragen
– Welke kennisvragen worden op een bepaald moment als probleem ervaren (context)
“The aim of science is to find satisfactory explanations of whatever strikes us as being in need of
explanation” (Karl Popper, 1985, Realism and the Aim of Sceince, p. 132)
– Theorieën worden geformuleerd als (voorlopige) antwoorden op de bestaande kennisvragen.
• Theorieën nooit volledig accurate beschrijving van de werkelijkheid (the map is not the territory)
– Antwoord op kennisvragen vaak startpunt van handelen (ideas have consequences)
– Theorieën gebaseerd op onjuiste premissen kunnen ‘werken’
c. Nauwkeurig omschreven samenhangen
– Wetenschappelijke theorieën moeten zo zijn opgesteld dat toetsbare hypothesen kunnen worden
afgeleid
d. Observeerbare gebeurtenissen


Elementen van een theorie:
• Object: de eenheden waarover de theorie uitspraak doet
• Explanans: de ‘verklaring’, het mechanisme
• mensbeeld
• Explanandum: dat wat de theorie verklaart
Voorbeeld: Jongens met delinquente vrienden zijn vaker zelf delinquent.



Operationalisatie
• Het vertalen van theoretische eigenschappen in waarneembare variabelen
• Voorwaarde voor toetsbaarheid

• Object: eenheden waarover uitspraak wordt gedaan
– Steekproefkader
• Explanans: verklarend mechanisme
– (on)volledige weergave van theoretische concepten
• Explanandum: criminaliteit
– Onder/overrapportage
– Gedrag individu of gedrag strafrechtelijk systeem
– Verklaringsniveau


Verklaringsniveaus
• Micro-theorieën (individueel gedrag, sociaal
proces): individuele verschillen.
• Macro-theorieën (epidemiologie, sociale
structuur): samenleving en groepspatronen in
crimineel gedrag.
- Macro-theorieën verklaren verschillen tussen
groepen, maatschappelijke klassen, buurten en
samenlevingen met behulp van verschillen in hun
sociale of culturele kenmerken.




3

,Ecologische fout
Verklaringen op macroniveau worden zonder toetsing
zomaar toegepast op microniveau.
(Voorbeeld: Veel criminaliteit in buurten waar vluchtelingen
wonen, dus vluchtelingen zijn crimineel. Maar komt dit
doordat vluchtelingen crimineel zijn of doordat in deze
wijken de huisprijzen juist laag zijn?, etc.)



Causaliteit I
• Om te kunnen spreken van een ‘oorzaak’ moet X nodig zijn en voldoende om Y te doen plaats
vinden.
• Nodig: zonder X komt Y niet voor.
• Voldoende: Y komt altijd voor bij X.

• Geen enkele criminologische verklaring voldoet aan beide eisen.
• Daarom: soft determinisme (Matza, 1964), een probabilistisch concept van oorzakelijkheid.
• Systeem benadering (systemic causality)



Wat is een theorie?
“Theories are nets cast to catch ‘the world’: to rationalize, to explain and to master it.”
- Karl Popper, 1968.
“Een theorie is een vermoeden met academische opleiding.“
- Jimmy Carter, Amerikaans President



Pijlers van het wetenschappelijk proces
• Empirisme, ontwikkelen en testen van theorieën op basis van empirische werkelijkheid
• Objectiviteit, instrumenten precies en valide, en eindoordeel gebaseerd op resultaten niet op
persoonlijke overtuiging
• Scepticisme, ook eigen conclusies niet permanent maar tentatief
• Zuinigheid (parsimony), reduceren aantal mogelijke verklaringen voor bepaald gedrag



P → T → O schema (Popper, 1968)
• Probleem = kennistekort omtrent bepaald verschijnsel
• Theorie = voorlopige oplossing
• Onderzoek = observeren empirie



Dynamische kennis ontwikkeling




4

,Theoretisch ´perspectief´
• Empirie
• Theorie
• Perspectief

“The map is not the territory”



Conclusie: DE theorie van crimineel gedrag bestaat niet!!
Er zijn heel veel theorieën, maar niet één juiste.



Hoe beoordeel je een theorie?
• Logische consistentie
• Proposities (premissen) binnen een theorie mogen elkaar niet tegenspreken
• Reikwijdte: hoe breder hoe beter?
• Verzameling objecten waarover theorie uitspraak doet groter: informatie gehalte hoger,
algemener
• Verzameling eenheden waarnaar explanans refereert groter: informatie gehalte hoger,
meer abstract
• Typen gedrag waarnaar explanandum refereert kleiner: informatie gehalte hoger, meer
precies, grotere kans om te worden gefalsifi(c)eerd
• Zuinigheid: hoe zuiniger hoe beter.
• Een theorie die veel vormen van gedrag verklaart middels weinig proposities heeft de
voorkeur boven een theorie met veel proposities (die slechts een bepaalde vorm van gedrag
verklaard)
• Testbaarheid.
• Ontestbaar: door tautologie (iets wat per definitie waar is): seriemoordenaars zijn
psychopaten, daders begaan seriemoorden omdat ze psychopaat zijn.
• Ontestbaar door open einde / niet nauwkeurig omschreven relaties tussen de proposities in
de theorie.
• Ontestbaar: want niet meetbaar
• Empirische validiteit
• Inspiratie voor nader onderzoek
• Beleidsimplicaties
• Ideas have consequences (Szasz, 1987)
• Ieder beleid is gebaseerd op theorie
• Hoe goed sluit beleid aan bij theorie?
• Het succes van een bepaald beleid kan niet worden gebruikt om de theorie te toetsen
• Slechte vertaling van theoretische concepten naar concrete situatie
• Praktische of ethische bezwaren
• Additionele politieke of economische factoren




Doelstellingen van dit hoorcollege
• Onderscheid kunnen maken tussen persoonlijke theorieën en wetenschappelijke theorieën


5

,• De elementen van een theorie kunnen benoemen en herkennen
– Object
– Explanans
– Explanandum
• Het verklaringsniveau van een theorie kunnen benoemen en herkennen
– Macro
– Micro
• Kennis hebben van de verschillende criteria waarop theorieën kunnen worden beoordeeld
– Logisch, reikwijdte, zuinig, toetsbaar, empirische ondersteund, implicaties voor vervolgonderzoek
en beleid



Handleiding van dit vak:

Indeling theorieën I: inhoud
• Object
• Mensen, jongeren, mannen, etc.
• Explanans
• Discipline waaruit de verklarende variabelen worden betrokken
– Biologie (genen, hormonen, neurotransmitters, zenuwstelsel)
– Psychologie (persoonlijkheid, psychische stoornissen, leertheorieën)
– Sociologie (culturele, sociale, en socio-demografische variabelen)
• Verklaringsniveau
• Explanandum
• Type criminaliteit
• Verklaringsniveau




Indeling theorieën II: chronologie




6

,Indeling theorieën III: sociale context
• Pilgrim fathers: zeer religieuze samenleving, criminaliteit het werk van de duivel
• Eind 19de eeuw: toenemende immigratie, sociaal Darwinisme, mensen arm en crimineel omdat ze
inferieur waren
• 1960: ‘American dream’ niet voor iedereen bereikbaar, mensen crimineel omdat ze arm waren
• 1990: meer criminaliteit vanwege softe aanpak / lage straffen
• 2021: ….




Leeswijzer LCB
• Context
– Herken waarom bepaalde theorieën op bepaalde tijden/plekken populair zijn
– Welke bredere maatschappelijke ontwikkelingen spelen een rol
– Herken de ‘politieke hoek’
• Theorie
– Elementen (object, explanans, explanandum)
– Concepten – Verklaringsniveau
• Beleidsconsequenties
– Welke maatregelen volgen uit de theorie?
– Welke effecten worden verwacht van beleid?




7

,Hoorcollege 2: Klassieke school, rationele keuze en routine activiteiten
Filmpjes:

1. Plunderingen op Sint-Maarten na orkaan Irma

2. Minister Schultz: elke maatregel mag worden toegepast om dit gedrag te voorkomen -> Het is een
keuze om te plunderen. Hard straffen zou dit moeten voorkomen.

Bewoner eiland: er zijn veel armen, weinig loon, je wordt makkelijk ontslagen.

➔ Oftewel: zelfde probleem, verschillende kijk



Doelstellingen van dit hoorcollege:
• Maatschappelijke context
• Mensbeeld achter de theorie
• Basisgedachte (explanans) achter de theorie
• Reikwijdte (object, explanandum)
• Verklaringsniveau
• Varianten van de theorie
• Beleidsconsequenties




Spiritualisme / Demonisme
Startpunt: waarom plegen mensen criminaliteit? Overtreding tegen staatsgezag en God. Religie is
heel belangrijk. Mensen zijn in bezit van boze geesten en dit is de reden dat mensen crimineel gedrag
vertonen.

Judicium Dei (reacties op criminaliteit):
• Tweegevecht (want God zou de hand lijden aan de gene die het goede deed)
• Beproeving
• Getuigenis onder ede
• Marteling

Nadeel: gevoelig voor willekeur.



8

,Sociale context veranderd
• Opkomst van middenklasse (niet alleen meer de adel)
• Verarming van de plattelandsbevolking
• Trek naar de stad (handelaren en werkzoekenden komen elkaar tegen)
• Toename van de criminaliteit (slecht voor de handel dus veel negativiteit)
• Corruptie

Intellectuele context
Religie nog wel belangrijk, maar steeds minder. De mens en haar ratio is belangrijker. Het
staatshoofd is niet langer aangewezen door god.

• Secularisatie
• Naturalisme: kennis gebaseerd op waarneming en menselijke ratio
• Samenleving als sociaal contract (Hobbes): overheid er voor de burgers, niet de burgers voor de
overheid
• Onvervreembare rechten (Locke): recht op leven (de staat is er om de burgers te beschermen)



Klassieke school I Bentham (1748-1832)
• De dader moet worden gezien als een rationeel handelende actor (kosten versus baten)
• De hoogte van de straf moet net hoog genoeg zijn om daders er van te weerhouden een dergelijk
delict te plegen.
• De straf moet bij het delict passen, niet bij de dader (dus daadstrafrecht)
• Straf moet zeker zijn en snel.

Klassieke school II Beccaria (17-38-1794)
• Samenleving gebaseerd op sociaal contract. Individuen geven deel soevereiniteit op in ruil voor
bescherming van de staat (Hobbes, Rousseau)
• Omdat straffen (strafwetten) individuele vrijheden beknotten, moeten ze restrictief worden
toegepast.
• Straf is niet bedoeld als leedtoevoeging, schadevergoeding, of als ‘voorbeeld’.
→ Preventie en Straffen

Volgens beide moet een straf net hoog genoeg zijn om de afweging tussen kosten en baten nul te
maken. Dus niet bedoeld als leedtoevoeging, maar de straf moet proportioneel zijn!

De klassieke school benoemt drie punten:
1 Snelheid (celerety)
2 Zekerheid (certainty)
3 Zwaarte (severity)
→ Leidt tot afschrikking (deterrence)



Severity/zwaarte
• Zwaarte van de straf alleen belangrijk wanneer snelheid en zekerheid niet konden worden
gewaarborgd.
• Zeer zware straffen ondermijnen mogelijk het gezag (contractbreuk).
• Hoe zwaarder de straf, hoe onwaarschijnlijker dat hij wordt toegepast, hoe onzekerder de straf,
hoe zwaarder de straf moet zijn om af te schrikken.


9

, Elementen ‘klassieke theorie’
• Object: iedereen (uitgezonderd: kinderen, geesteszieken)
• Explanans: rationele kosten/baten afweging
• Explanandum: wetsovertredingen



Beoordeling theorie
• Logisch
• Reikwijdte
• Verzameling objecten: groot
• Explanans: abstract
• Explanandum: specifiek
• Zuinig
• Testbaar? (als er geen wetten zouden zijn, zou iedereen zich dan crimineel gedragen?)



Doen die straffen er dus toe? Onderzoek
waarbij dit zo goed mogelijk wordt getest;
Boetes werden wel opgeschreven, maar nooit
geïnd (diplomaten waren onschendbaar).
Maar opgegeven moment worden
parkeerklemmen ingezet, etc. De kosten
worden hoger dan de baten. Er is sprake van
een substantiële daling.




Tekortkomingen klassieke school I
• Als theorie van menselijk gedrag:
– Explanans te simpel/abstract
• Mensen verschillen in hun eigenschappen /capaciteiten (differentiële psychologie)
• Menselijke beslissing processen werken anders (cognitieve psychologie / perceptual
deterrence)



Onderzoekers zijn geïnteresseerd in belastingfraude (compliance). Studenten in fictieve wereld.
Moeten belasting aanvragen. Frauderen lukt -> geld. Frauderen lukt niet -> hoog prijskaartje (3x het
prijskaartje van de normale belasting). Je bent net het jaar ervoor gecontroleerd, wat gebeurd er?

De kans op belastingfraude in de jaren na inspectie:
A. Neemt af.
B. Blijft gelijk.
C. Neemt toe. (schuilen in de bomkrater, want wat is de kans dat de bom weer daar komt en
bliksem slaat niet 2x op dezelfde plek in -> dit is de redenatie van de studenten, maar dit
werkt natuurlijk niet zo)




10

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Leidsestudent. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd