1
Recht
- HC1 (Introductie)
Introductie
Politieke partijen willen de volkswil formuleren, oftewel wetgeving. De Staten-Generaal
bestaat uit de Tweede Kamer stelt (samen met de regering) wetten op en EK controleert
wetten. Koning ondertekent wetten. Oorspronkelijk hoofd van uitvoerende macht. De
uitvoerende macht was gelegd bij één persoon → eenheid van bevel. Belangrijk bij crisissen
als er daadkrachtig gehandeld moet worden.
Koning heeft nauwelijks politieke macht. Het is belangrijk om te weten wanneer wetten
legitiem zijn in ons stelsel. Statuut van het Koninkrijk na dekolonisatie, staat boven de
grondwet. Groot-Brittannië heeft geen geschreven grondwet → dus een constitutie.
Grondbeginselen zijn opgenomen in gewoonterecht.
VS had de eerste grondwet, gevolgd door Frankrijk. Hoofd uitvoerende macht VS heeft
democratisch mandaat i.t.t. NL → leidt tot innerlijk conflict in democratische rechtstaat VS.
Rechter mag in NL niet toetsen aan grondwet, wetgevers zijn soeverein en rechters /
uitvoerend zijn ondergeschikt.
Liberale democratie = beperkingen van de wilsuitoefening van de meerderheid.
Grondrechten beschermen het individu tegen de meerderheid. Vrijheid van meningsuiting,
godsdienst, vergadering, persvrijheid, eigen lichamelijke integriteit.
Publiekrecht = overheid/burger of overheid/overheid.
Privaatrecht = burger/burger.
Int/law en strafrecht valt praktisch onder publiek recht. Vroeger was er volkenrecht i.p.v.
int/law → focus op bilaterale verdragen. Natuurrechten: rechten die voortvloeien uit het zijn
van een mens → vroeger universeel geldend gegeven door god. Het controleert positieve
rechten zoals gewoonterecht in NL.
- Leeswijzer H1 – H4 Ippel
Hoofdstuk 1 – Ter inleiding
Het onderliggende doel van het recht / het rechtssysteem is het bieden van een
betrouwbaar raamwerk voor het overheidsbeleid en voor de ontplooiing van initiatieven van
burgers en bedrijven in een turbulente samenleving met veel technologische
ontwikkelingen. Regelgeving reageert op eigentijdse technologische ontwikkelingen. Zo is de
bescherming van persoonsgegevens belangrijk volgens de Algemene Verordening
Gegevensbescherming (AVG).
Deze bescherming is volgens het AVG belangrijk, omdat:
- Natuurlijke personen hebben het grondrecht op bescherming van hun
persoonsgegevens.
- De EU heeft de plicht om de grondrechten van natuurlijke personen te beschermen.
- De verwerking van persoonsgegevens moet ten dienste van de mens staan.
- Er is proliferatie van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen (statelijke en niet-
statelijke) actoren.
Sem van der Tang – semvdtang@gmail.com
, 2
- Door globalisering en technologische ontwikkeling zijn er nieuwe uitdagingen wat het
beschermen van persoonsgegevens betreft.
- De ontwikkelingen vragen om een coherent kader voor gegevensbescherming in de
EU.
Volgens Ippel is dit belangrijk, omdat persoonsgegevens steeds vaker transnationaal
bewegen over grenzen → verschuiving van het nationale naar het Europese niveau.
Daarnaast heeft de EU ook een doelstelling om een uniforme juridische ruimte te scheppen.
Hoofdstuk 2 – Weten wat recht is: over rechtsbronnen
De drie belangrijkste rechtsbronnen:
1) De wet.
2) Jurisprudentie → eerdere uitspraken van rechters.
3) Gewoonterecht → nergens opgeschreven, maar historisch verklaarbaar door
verschillende ongeschreven regels per stad, regio of maatschappelijke groep.
De wet kan worden omschreven als een ‘formeel vastgestelde algemene regel’. Hierin
betekent ‘formeel vastgesteld’ dat de regel is opgeschreven / gecodificeerd. ‘Algemeen’
betekent dat de wet voor iedereen geldt.
Er zijn twee soorten wetten:
1) ‘Wet in formele zin’ → wetten die zijn gemaakt in TK en EK in samenspraak met de
regering. De uitwerking van deze formele wetten wordt vaak uitbesteed aan andere
publieke organen (delegatie van wetgeving): AMvB of ministeriële regelingen.
2) ‘Wet in materiële zin’ → burgers zijn gebonden aan de inhoud van de wet, dus
formele wetten vallen hier ook onder.
Verordeningen spelen een belangrijke rol in het vormgeven aan onze gedecentraliseerde
eenheidsstaat → een overheidsbesluit met een algemene strekking. Ze zijn afkomstig van
hogere overheden, want er is hiërarchie in de wetgeving. Zo hebben internationale
organisaties zoals de EU veel regelingsbevoegdheden over onze wetgeving. Zie figuur 1: de
juridische piramide. De onderste lagen van de piramide moeten rekening houden met
verordeningen uit bovenstaande lagen → een ‘getrapte normstelling’.
De grondwet bevindt zich tussen nationale AMvB en EU verordeningen. I.t.t. veel andere
landen kunnen rechters formele wetten niet toetsen aan de grondwet. De grondwet bevat
fundamentele en sociale grondrechten en is vooral bedoeld als juridisch baken dat wordt
beschermt tegen de waan van de dag. Een rechter kan geen wetten toetsen aan
fundamentele rechten uit de grondwet, maar kan wel toetsen aan fundamentele rechten op
twee manieren:
- Toetsen op mensenrechten: Europese Hof voor de Rechten van de Mens (Raad van
Europa) o.b.v. Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Of, via
jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie in Luxemburg.
- Gematigd-monistische systeem → burgers kunnen rechtstreeks een beroep doen op
internationale verdragsbepalingen (art 93 en 94).
Sem van der Tang – semvdtang@gmail.com
, 3
Niet alle rechtszaken vallen in de algemene categorieën van wetgeving. De rechter maakt
dan een belangrijke beslissing en er ontstaat jurisprudentie → de praktische toepassing en
interpretatie van wettelijke voorschriften komt naar boven en dient als basis voor
toekomstige rechtszaken. Jurisprudentie wordt gevormd door uitspraken van de hoogste
rechters:
- Hoge Raad → strafrecht, privaatrecht, belastingrecht.
- Raad van State → bestuursrecht, conflicten met de overheid.
- Centrale Raad van Beroep → uitspraken over sociale rechten.
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens / Europees Hof van Justitie.
Niet elke rechterlijke uitspraak is rechtsvormend, het gaat slechts om een interpretatie van
bestaande of tegenstrijdige wetgeving. Een rechter die rechtsvormend optreedt, zorgt
ervoor dat huidige rechtszaken een basis vormen voor toekomstige uitspraken
(jurisprudentie, interpretatie van bestaande wetten). Een rechter die optreedt als ‘wetgever-
plaatsvervanger’ zorgt ervoor dat er een politieke beslissing wordt genomen wanneer het
parlement bij gevoelige politieke kwesties niet tot wetgeving kan komen (nieuwe wetten).
Het gewoonterecht is historisch verklaarbaar: ongeschreven normatieve overtuigingen (‘zo
hoort het’) en legitieme overtuigingen (‘zo moet het’) in maatschappelijke kringen. Steeds
meer gewoonterecht is gecodificeerd, maar het blijft toch belangrijk:
1) Het is onmogelijk om alle normen volledig in wettelijke regels vast te leggen →
vertrouwensregel (parlement en kabinet) of algemene beginselen van behoorlijk
bestuur. Een ander VB van gewoonterecht in de politiek: TK mag slechts één keer
ontbonden worden door een conflict.
2) Rechtssociologische observatie → wanneer er geen klik is tussen de wetten van de
overheid en het levende recht in sociale verbanden, gaat er iets fout. Zelfregulering is
dan beter dan ‘top-downwetgeving’.
Hoofdstuk 3 – Wat is recht?
Definitie Walsh en Hemmens van recht: ‘law is a written body of general rules of conduct
applicable to all memebers of a defined community, society or culture, which emanate from
a governing authority and which are enforced by its agents by the imposition of penalties
fort heir violation’ → oftewel: rechtshandhaving door een gezaghebbend orgaan
(enforcement) en sancties (imposition of penalties).
Niet alle regels van de grondwet vallen onder deze definitie. De sociale grondrechten dienen
als taakstelling voor de staat om de burgers te beschermen i.p.v. handhaving en sancties.
Vooral het strafrecht vallen onder de definitie van Walsh en Hemmens. Het juridische
domein van het privaatrecht (burger versus burger) valt buiten de definitie.
Er is een tegenstelling tussen rechtspositivisme en natuurrecht:
1) Rechtspositivisme: wanneer regels volgens een formeel correcte procedure door de
juiste organen zijn gemaakt, dan zijn deze regels geldig en behoren ze tot het
positieve recht. Er is een onderscheid tussen de juridische geldigheid van een regel
en de morele beoordeling daarvan → ‘groep van bij de wet vastgestelde regels’.
2) Natuurrecht: er is een hogere vorm van rechtvaardigheid, die als toetssteen voor het
geldende recht fungeert → ‘gerechtigdheid; rechtvaardigheid; het recht handhaven;
Sem van der Tang – semvdtang@gmail.com
, 4
goed tot zijn recht komen en goed uitkomen; recht doen aan iets de waarde ervan
goed uit te laten komen’.
Hoofdstuk 4 – Democratische en Sociale rechtsstaat.
Definitie legaliteitsbeginsel: overheidsoptreden moet een heldere en wettelijke grondslag
hebben → er worden grenzen gesteld voor de overheid. In een rechtsstaat is ook sprake van
‘limited government’: de macht moet controleerbaar zijn en de wet bindt niet alleen
burgers, maar ook het bestuur.
Een andere eis voor een democratische rechtstaat is de machtsverdeling: machten moeten
elkaar in evenwicht houden en elkaar ter verantwoording kunnen roepen. Er is in NL geen
zuivere scheiding der machten, maar er is wel sprake van ‘checks and balances’: een
voortdurend opnieuw te mobiliseren streven naar een evenwicht van machten’. VB: re
rechter kan een besluit van de uitvoerende macht vernietigen.
Grondrechten werken horizontaal en verticaal:
- Verticaal → grondrechten als schild tegen de overheid. VB: de overheid kan over de
schreef gaan, maar in een rechtstaat worden de grondrechten van burgers en
bedrijven beschermd.
- Horizontaal → grondrechten als een middel dat invloed uitoefent tussen
verschillende maatschappelijke groepen. VB: privaatrechtelijke confrontatie van een
individu tegen een veel machtigere tegenpartij.
Volgens Ippel is een onafhankelijke en integere rechterlijke controle de hoeder van de
rechtsstaat.
Voormalig minister van justitie Ballin: ‘democratie en rechtsstaat zijn niet los verkrijgbaar’ →
de rechtstaat waarborgt rechtszekerheid en rechtsgelijkheid en in een rechtstaat gelden
weten niet alleen voor het volk, maar ook voor haar regeerders. Voorwaarden hiervoor:
grondrechten, trias politica, onafhankelijke rechtspraak en het legaliteitsbeginsel. De
democratische staatsinrichting vormt de beste garantie tegen tirannie en biedt dus de beste
situatie voor een rechtstaat.
Een sociale rechtstaat houdt in dat de staat een stelsel van verzorging en opvang bij
werkloosheid, ziekte, handicap en ouderdom garandeert. Naast klassieke vrijheidsrechten
(vrijheid van), staan ook sociale grondrechten (vrijheid tot) centraal. Een uitkering wordt
gezien als een afdwingbaar recht bij de overheid of bij een publieke instantie.
- HC2 (Rechtssystemen en rechtsstaat)
Definitie van Recht
‘Law is a written body of general rules of conduct applicable to all members of a defined
community, society, or culture, which emanate from a governing authority and which are
enforced by its agents by the imposition of penalties for their violation. Het komt uit een
Engels en sociologisch boek.
Rechtssystemen komen voort uit een bepaalde cultuur. In Engeland is er een ‘common law’
rechtssysteem. Schotland heeft dit niet, daar is een rechtssysteem wat vergelijkbaar is met
Sem van der Tang – semvdtang@gmail.com