STRAFRECHT 2 HOORCOLLEGES
HC 1: Opzet en verontschuldigbare dwaling (avas), ontoerekeningsvatbaarheid,
culpa in causa bij psychische stoornissen.
Opzet als bestanddeel komt bij de materiele eerste vraag aan de orde. Als een
verdachte dit bestrijdt, voert hij een bewijsverweer dat het tenlastegelegde opzet niet
bewezen kan worden. Dit bewijsverweer is dan evt. een UOS, art. 359 lid 2, 2e zin
Sv.
- N.B. bij sommige delicten afwijkingen van dit systeem, in het bijzonder bij
culpoze gevolgsdelicten: beroep op strafuitsluitingsgrond → bewijsverweer
Voorbeelden opzetdelicten (opzet als bestanddeel):
Art. 287 Sr. Hij die opzettelijk een ander van het leven berooft, …
Art. 416 lid 1 Sr. Als schuldig aan opzetheling wordt gestraft …:
a. hij die een goed verwerft, …, terwijl hij ten tijde van verwerving ... van het
goed … wist dat het door misdrijf verkregen goed betrof …
Art. 326 Sr. Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam …, iemand
beweegt tot de afgifte van enig goed, …
art. 300 Sr. 1. Mishandeling wordt gestraft met … = opzettelijk pijn of letsel
toebrengen (zonder rechtvaardigingsgrond) (stilzwijgend/impliciet
bestanddeel)
Art. 279. 1 Sr. Hij die opzettelijk een minderjarige onttrekt aan het wettig over
hem gesteld gezag …
Art. 285b Sr. Hij, die wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op
eens anders persoonlijke levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen
iets te doen, wordt …
Drie kernvragen bij opzet
1. Schuldverband: op welk bestanddeel is de opzet gericht ? Een bestanddeel
waar het opzet niet op gericht hoeft te zijn is een geobjectiveerd bestanddeel.
Het opzet is over het algemeen gericht op de bestanddelen die na het opzet
worden genoemd. Uitzonderingen hierop zijn:
A) Strafverzwarende omstandigheden
Art. 300 lid 1 jo lid 2/3 Sr: ‘mishandeling, zwaar letsel / dood ten gevolge
hebbend’ (cursief = geobjectiveerd bestanddeel)
B) Gemeengevaarlijke delicten
Art. 157 sub 3 Sr: ‘opzettelijke brandstichting, dood ten gevolge’ (cursief =
geobjectiveerd bestanddeel)
C) Opzettelijk en wederrechtelijk
Art. 350 Sr: Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten
dele aan een ander toebehoort, vernielt…
Art. 282 Sr. Hij die opzettelijk iemand wederrechtelijk van vrijheid berooft, …
2. Betekenis van opzet?
Opzet = een vorm van willens en wetens handelen.
Opzet als bedoeling: willen domineert
Opzet als noodzakelijkheidsbewustzijn: weten domineert, impliceert
willen
Opzet als waarschijnlijkheidsbewustzijn: weten domineert, impliceert
willen
, Voorwaardelijk opzet = mogelijkheidsbewustzijn + aanvaarden: weten
van mogelijkheid (‘aanmerkelijke kans’) impliceert nog niet willen; aparte
vaststelling van willen (aanvaarden).
Culpa (schuld als bestanddeel) = niet willen, wel weten (bewuste schuld) of
niet willen en niet weten, maar wel behoren te weten (onbewuste schuld).
Bewuste schuld: mogelijkheidsbewustzijn zonder aanvaarden (wel
weten maar niet willen)
Onbewuste schuld: zelfs geen mogelijkheidsbewustzijn (niet weten, laat
staan willen, maar wel behoren te weten)
Voorwaardelijk opzet:
Bewust de aanmerkelijke kans aanvaarden (op de koop toenemen) dat ‘iets’ zich
voordoet. Dit is afhankelijk van de omstandigheden.
1. Bestaan van de aanmerkelijke kans dat…. (Algemene ervaringsregels)
2. Bewustheid van die aanmerkelijke kans dat… (normaliteitssyllogisme)
3. Bewust aanvaarden van die kans dat… (uiterlijke verschijningsvorm)
Aanmerkelijke kans roept vragen op, zie HIV Arrest en Slaan met pistool Arrest. De
aanmerkelijke kans kan ook worden gelezen als “reële, niet onwaarschijnlijke
mogelijkheid/ de geenszins als denkbeeldig te verwaarlozen kans”.
Slaan met pistool:
- Afhankelijk van de omstandigheden
- Aard (zoals ernst) van gevolg bepaalt niet de aanmerkelijkheid!
- Naar algemene ervaringsregels ‘aanmerkelijk’
- Vaak geen probleem
- Wetenschap van de kans, maar ook die kans bewust heeft aanvaard, op de
koop toe hebben genomen. = aanvaarden
Aanmerkelijke kans:
- Reële niet onwaarschijnlijke mogelijkheid.
- De geenszins als denkbeeldig te verwaarlozen kans.
- HR kan geen algemene regels geven over de exacte grootte van de kans die
in het algemeen of voor een bepaald type delict minimaal vereist zou zijn, laat
staan deze kans in een percentage uitdrukken.
3. Hoe is opzet te bewijzen?
Bewijs van ‘weten’: bewustheid van aanmerkelijke kans dat… m.b.v.
ervaringsregels of feiten van algemene bekendheid. Als iets zo algemeen bekend
is dat wordt verondersteld dat de verdachte hier weet van heeft, kan dit de
bewustheid van de aanmerkelijke kans bewijzen. Nalatigheid van de onderzoeks-
of zorgplicht kan duiden op culpa: “had moeten weten/behoorde te weten dat…”.
Verhouding opzet en verwijtbaarheid/schuld (element)
I. Opzetdelicten en schulduitsluitingsgrond “verontschuldigbare dwaling” (avas):
Opzet = weten (van aanmerkelijke kans) en willen
Dwaling = niet weten
→ Dwaling (verontschuldigbaar of niet) t.a.v. bestanddeel waarop opzet moet
zijn gericht: opzet niet bewezen (1e materiële vraag; rechter behandelt evt.
avas-verweer als opzetverweer)
, → Dwaling t.a.v. bestanddeel waarop opzet niet hoeft te zijn gericht
(geobjectiveerd bestanddeel), bijv. leeftijd bij zedendelicten: als
verontschuldigbaar wel ovar (3e materiële vraag)
N.B. Bij culpa geheel anders: culpa bestaat juist vaak uit niet-weten (onbewuste
schuld)
II. Opzetdelicten en schulduitsluitingsgrond “ontoerekeningsvatbaarheid”, Art. 39
Sr:
1. Gebrekkige ontwikkeling/ziekelijke stoornis van geestvermogens?
- Alleen psychische stoornis, geen ‘normale affecten’ zoals angst, kwaadheid
enz. (wel evt. relevant voor noodweerexces, psychische overmacht)
2. Oorzakelijk verband tussen stoornis en begaan van feit (‘wegens’)?
3. Is dit verband reden waarom feit ‘niet kan worden toegerekend’?
- Voldoende sterk verband tussen stoornis en feit om feit niet toe te rekenen?
– In kader van art. 39 Sr twee smaken: wel of niet toerekenbaar
– In kader straf derde smaak: ‘verminderd toerekenbaar’
- Omstandigheden die toerekening van feit aan dader toch redelijk maken,
waardoor geen art. 39 Sr? – Culpa in causa (schuld aan de oorzaak).
– Voldoende als verdachte verwijtbaar is komen te verkeren in een
toestand van ziekelijke storing van zijn geestesvermogens
Tolbert Arrest: … dat de verdachte de vrijheid niet had om zijn wil te bepalen en
keuzes te maken, betekent niet dat bij verdachte ieder inzicht in de draagwijdte van
zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen daarvan heeft ontbroken. Dat de
verdachte gedurende de psychose "ontoerekeningsvatbaar" was, sluit evenmin uit
dat sprake is geweest van opzettelijk handelen.
- Er is geen opzet als de stoornis van de verdachte zodanig is dat ten tijde van
zijn handelen ieder inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen en de
mogelijke gevolgen zou zijn ontbroken.
- Daar is in hoge uitzondering sprake van
Gevolgsschuld: aanmerkelijke onvoorzichtigheid die verwijtbaar is: de dader had
anders moeten en kunnen handelen. Processueel verschil: beroep op
strafuitsluitingsgrond bij culpoos gevolgsdelict is een bewijsverweer.
HC 2: Noodweer en noodweerexces.
Noodweersituatie (aangerande mag zich verdedigen) indien: ogenblikkelijke
wederrechtelijke aanranding van eigen of eens anders lijf enz. én verdediging
daartegen is noodzakelijk.
Proportionaliteit en subsidiariteit = stond het belang dat door het handelen van de
verdachte wordt beschermd wel in redelijke verhouding tot het belang dat door de
wetsovertreding wordt geschaad (proportionaliteit) en stond er niet een minder
ingrijpende weg voor de verdachte open om een bepaald belang te beschermen,
zonder de wet te overtreden (subsidiariteit).
A. Noodweer (rechtvaardigingsgrond) art. 41 lid 1 Sr Vreesarrest en
overzichtsarrest noodweer(exces)
Niet strafbaar wanneer iemand een feit begaat, geboden door de noodzakelijke
verdediging van eigen of eens anders lijf…tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke